gens, die veelal nog op school zitten en waarvan de studie
NOOIT ten koste van de sport mag gaan. Wanneer iemand een
repetitieweek heeft, hebben wij volledig begrip voor het feit dat
hij dan niet kan trainen; hij wordt 's zondags heus wel opge
steld. Wij zouden het zelfs betreuren wanneer hij wél naar de
training kwam. Studie gaat voor alles. In de eerste plaats natuur
lijk in het belang van de jongen zelf, maar daarnaast geloof ik
zeker dat goede studieresultaten positief werken op de pres
taties in het veld. Daarom zou ik zo graag willen zien dat stude
rende jongens zoveel mogelijk worden begeleid bij hun studie;
in het algemeen zou ik wensen dat jonge voetballers ook op
sociaal gebied dat kregen. Ik heb daar wel enige ervaring
mee, namelijk toen Arie Haan vanuit Winschoten naar Amster
dam kwam en door die overgang een beetje tussen de-wal-en-het-
schip dreigde te geraken. Omdat wij beiden in het onderwijs
zaten, heeft men mij toen gevraagd Arie een beetje op te vangen
en wegwijs te maken. Dat heb ik toen natuurlijk gedaan. Hij had
een aanloop en dat scheelt al heel wat. Avonden lang heb ik
met hem zitten „bomen" over alles en nog wat. Belangrijk is
dat zo'n jongen weet, dat hij altijd bij iemand terecht kan met
zijn problemen en moeilijkheden. Sociale begeleiding is van
groot gewicht. Tijdig zorgen dat een jonge voetballer diploma's
behaald, waardoor zijn maatschappelijk leven na zijn voetbal
loopbaan niet in gevaar komt. Met name Arie Haan heeft dat
zeer gewaardeerd en nu nog houd ik zeer nauw contact met hem
en komen we regelmatig bij elkaar over de vloer. Begeleiding is
één van die zaken, waaraan in de toekomst veel aandacht zal
moeten worden besteed.
De afschaffing destijds van de „Betaalde Jeugd" heb ik zeer
betreurd. Ik beschouw dat als een soort roofbouw op de óp-
bouw. Het moet iedereen toch duidelijk zijn dat het uiterst be
langrijk is, dat jonge voetballers, wanneer gebleken is dat zij
over grote voetbalcapaciteiten bezitten, al vroeg in contact
komen met dat betaalde voetbal. De overgang is anders straks
veel te groot. Zo'n speler komt dan plotseling in een voor hem
onbekende wereld, met andere maatstaven en gewoonten. Eén
tot twee jaar heeft men zeker wel nodig vóór de omschakeling
een volledig feit is. Bij die Betaalde Jeugd kon men zo'n speler
op jongere leeftijd al wat wegwijs maken in die andere sfeer
waarin hij straks terecht kan komen. Belangrijk was ook dat
de tegenstanders in die Betaalde Jeugd van hoger niveau waren,
waardoor meer van de speler werd geëist. Nu is het zo, dat de
afdeling West I zelfs verdeeld is in twee klassen, waardoor de
spoeling qua tegenstand erg dun is geworden. Nog tè veel tref
fen wij tegenstanders aan, die het er alleen maar om te doen is
niet van Ajax te verliezen, met welke middelen ook. Ze gebrui
ken dan ook methoden welke weinig met voetbal, laat staan met
de opleiding van jonge voetballers, te maken hebben. Een paar
weken geleden speelden we tegen Hilversum. Deze ploeg han
teerde het zgn. „kick and rush" ofwel: „weg is weg"-systeem.
Zij deden dat zo erg, dat twee ballen zo ver werden weggetrapt
dat ze nooit meer teruggevonden zijn. En dan zeg ik op mijn
beurt: wat heeft dit voor zin. Wat denkt zo'n ploeg te bereiken?
Met voetbalspel heeft het niets te maken.
Wij hebben het altijd gezegd, en ik herhaal dat hier nog maar
eens, nl. dat ons het kampioenschap van de afdeling in wezen
niets kan schelen. Ons gaat het er wél om, jonge talentvolle
voetballers op te leiden tot volwaardige spelers, die later met
dat voetbal een goed belegde boterham kunnen verdienen. Na
tuurlijk, de club Ajax heeft er minstens zoveel belang bij, dat
men kan putten uit „eigen kweek" wanneer het gaat om aan
vulling voor het eerste elftal. Maar primair is het in het belang
van de speler zelf, dat hij alles in het werk stelt zijn talenten
verder te ontwikkelen. Maar wanneer men tegen tegenstanders
moet uitkomen, waarbij de opbouw van het spel volledig ont
breekt, dan kan zo'n speler, die wel van goede wille is, er ook
weinig uithalen. Nogmaals, het kampioenschap van de afdeling
is voor ons niet van primair belang. Wij gunnen graag een ander
de gelegenheid om gedurende twee dagen in Zeist uit te maken,
tesamen met alle andere nummers 1 van de afdelingen, wie zich
Kampioen van Nederland mag noemen. Onze bedoeling is
de opleiding van spelers. En bij die opleiding hoort ook het zorg
vuldig voorbereiden van de stap naar het Betaalde Voetbal.
Regelmatig zeggen wij ook tegen de jongens dat zij goed moeten
kijken naar spelers uit ons eerste elftal, hoe die een bepaalde
actie ondernemen, hoe zij een bal spelen enz. Jonge spelers
nemen makkelijker iets aan van mensen, waarvan zij overtuigd
zijn dat die het ook werkelijk weten. Wanneer Sjakie Swart tegen
een jeugdspeler zegt dat hij een hoekschop op een andere
manier moet nemen, dan zal hij zeker proberen het anders te
doen. Althans vlugger dan dat b.v. een leider dat tegen hem
zegt. Ik ben nu al zover dat ik Piet Keizer bereid heb gevonden
een paar uur per week aanwezig te zijn bij de training van de
jeugd. Piet, en trouwens Sjakie ook, zijn bezig met een trainers
cursus, dus hebben beide partijen er profijt van: Piet deed al
enige ervaring op en de spelers leren veel van zijn deskundige
aanwijzingen.
Inderdaad is de toevoer van eigen kweek gedurende een paar
jaren enigszins teruggelopen. Maar de laatste tijd zie ik daar
toch wel een kentering in komen. Ik ben er van overtuigd dat er
momenteel zeker een aantal spelers in de jeugd zijn, die heel
„groot" kunnen worden. Johnnie Rep en Gerrie Kleton b.v. zijn
er twee van, die er nog wel niet helemaal zijn maar toch al
aardig tegen de Top aanleunen. Maar ja, het kan ook voorkomen
dat een speler niet doorbreekt, óf dat dat te lang gaat duren.
De club kan zo'n jongen dan (nog) geen contract aanbieden, de
speler is teleurgesteld en gaat weg. Dat is natuurlijk erg jam
mer, maar wel begrijpelijk. Dergelijke spelers zijn veelal van
een dusdanig niveau, dat zij zeker geschikt zijn voor ons eerste
amateurelftal. Maar ik kan mij voorstellen dat iemand liever in
het eerste van OVVO speelt dan het derde-, maar toch eigenlijk
wel éérste-amateurelftal van Ajax. Veel spelers, die in Ajax net
iets te kort kwamen om naar de Top door te breken, zijn elders
goed terecht gekomen. Ook in het Betaalde Voetbal.
Toekomst
Tja, de toekomst. Wat die ons zal brengen? Ik dacht in de eerste
plaats aan een splitsing in een amateur- en profafdeling. Waar
het amateurvoetbal dan zal komen te staan is erg afhankelijk
van de beantwoording van de vraag waar de amateurelftallen
hun velden krijgen. Komen die bijvoorbeeld in de Bijlmermeer te
liggen, dan vrees ik dat veel gezelligheid van en voor de club
verloren zal gaan. Ajax is nu eenmaal erg verbonden met Am
sterdam-Oost, met de Meer en zich elders vestigen is haast
onvoorstelbaar. Overigens zie ik die splitsing nog niet in de
nabije toekomst
Voor wat de club zelf betreft, hoop ik alleen maar dat het suc
ces dat we in de afgelopen jaren hebben gehad, zich voortzet.
Maar dan mogen er geen misstappen plaatsvinden. Op dit ogen
blik is het eigenlijk zo, dat velen in den lande zitten te wachten
op zo'n „slipper" van Ajax. Het gaat de club erg goed tot op
heden. Dit niveau te bereiken was niet gemakkelijk. Er is vol
ledig bewust naar gestreefd, men heeft alle fasen doorgemaakt
en het binnenhalen van de Europese Beker was daarom bepaald
geen toevalligheid. Maar we mogen met verslappen, kunnen niet
gaan rusten op de geoogste lauweren, want dat zou het begin
van het einde betekenen. Men weet hoe het publiek zou reageren
wanneer de prestatie-curve wat ging zakken. Het blijft weg! Hoe
triest dat ook is. En dat feit benauwt mij wel eens een beetje.
Spelers, trainer, bestuur en iedereen die er maar mee te maken
heeft, zullen met nog meer energie hun taken moeten volbrengen.
Ik zal de laatste zijn om daaraan te twijfelen.
Wat ik tenslotte in het algemeen voor het jeugdvoetbal graag
zou zien is een grote landelijke competitie, eventueel verdeeld
in drie of vier regio's voor de standaard-elftallen van de A-, B-
en C-juniores, waarbij de KNVB de kosten subsidieert welke
daaraan verbonden zijn.
Intern bij Ajax zijn er weinig zaken die ik graag spoedig ver
anderd zou willen zien. Of het moet die reeds gememoreerde
bredere sociale aanpak zijn. Maar dat is iets wat je niet van de
één op de andere dag kunt bewerkstelligen."
TIJN MIDDENDORP
23