m Rembrandtsplein 44 Amsterdam-Holland telefoon (020)- ■■■■■I is nogal eens verschillend. Voor alles moet ik zeggen, dat ik praktisch nimmer moeilijkheden heb om in dat heiligdom te mogen werken. Integendeel. Altijd is men mij behulpzaam om alles zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen. Want kijk, ieder land kent niet alleen zijn eigen eetgewoonten, ook het bereiden van het eten wordt overal weer anders gedaan. En bedenk daar bij wat ik al eerder gezegd heb, dat je voetballers niets vreemds of aparts moet voorzetten, want dat het dan niet smaakt Ik had eens ergens soep gemaakt (het was, geloof ik, op mijn eerste reis met Ajax naar Turkije) en de balletjes gehakt (in de soep) had ik zelf gemaakt van vlees, dat ik aldaar had gekocht. Het was prima gehakt. Ik had de soep opgediend, kwam even later de eetzaal weer binnen, toen ik tot mijn grote verbazing zag dat ze bijna allemaal demonstratief de gehaktballetjes op de rand van hun bord hadden gelegd Nou ja, het was mijn eerste reis, dus ik dacht dat gaat goed! Maar dat weet je dan weer voor een volgende keer. Voetballers zijn overigens gek op soep. Altijd, wanneer we na een vliegreis ergens aan komen, zeggen ze: „Zeg, Walter, straks een lekker tomaten- soeppie, hoor!" Het is altijd tomatensoep. Bijna nooit iets anders. Een van de moeilijkheden is dikwijls de taal. Voor je hier-en-daar de mensen aan het verstand heb gebracht wat je nu precies bedoelt, man, daar gaat heel wat aan vooraf. In Albanië bijvoorbeeld had je koks die als zij met hun hoofd „ja" schudden „nee" bedoelden en omgekeerd. Albanië was trouwens het enige land waar ik slechts met de grootste moeite in de keuken mocht komen. Die hoteleigenaar wist ineens niet meer waar de keuken was, er was geen plaats meer, enz. Op het laatst werd het meer een prestige-kwestie. Maar uiteindelijk mocht ik er dan toch in. In Oost-Duitsland heb ik eigenlijk de leukste ervaringen gehad. Die mensen daar waren vreselijk be hulpzaam en deden alles voor je om het je naar je zin te maken. Ook in Spanje is het fijn werken. Ik was daar eens bezig een soep te maken. Op een gegeven moment moest ik even weg en wat zag ik bij terugkeer tot mijn grote verbazing: tijdens mijn afwezigheid hadden die Spaanse koks twee enorme Spaanse pepers in die soep gedaan. Gelukkig dreven die nog boven, dus kon ik ze gemakkelijk verwijderen. Maar daar zie je weer dat ieder land zijn eigen gewoonten heeft. In Spanje is het een normale gang van zaken dat dergelijke specerijen in de soep gaan. Waarschijnlijk hebben ze gedacht dat ik die kruiden ver geten was en deden zij die er vast maar in. Of ergens anders, als ik om een bepaald soort vlees vraag, en ze komen met een compleet varken aanzetten, wat dan nog helemaal gezaagd moet worden. Ja, ja. Niet overdreven Het eten in het buitenland is natuurlijk niet slecht, het is zoals gezegd anders bereid en vooral, het smaakt anders. Topatleten moet je niet vlak vóórdat men een topprestatie moet verrichten, aparte gerechten voorzetten. Ten eerste waardeert men het niet maar bovendien heeft men er geen trek in. Ik maak ook veel liever bijvoorbeeld een lekkere saus met kip en rijst klaar dan patat met biefstuk, maar Michels zei vaak tegen me, dat ik aan zoiets niet hoefde te beginnen, want men eet het gewoon niet. Trouwens in het algemeen is de Hollander in het buitenland een moeilijke eter. Sportlieden maken daarop geen uitzondering. Neem de broodmaaltijd. Daar moet altijd kaas bij. Géén vreemde kaas, nee, Hollandse. En altijd wit brood. Nooit bruin. En ook pindakaas, ontbijtkoek of zo iets. Nou ja, als je zoiets weet, dan neem je dat mee. De laatste tijd ga ik ook nogal eens met het Nederlands Elftal mee. Moet Coen Moulijn altijd muisjes op zijn brood hebben. Gewoon gestampte muisjes. Vindt hij heerlijk. Ik bedoel maar Je moet het de heren zo veel mogelijk naar de zin maken. Na een maaltijd moeten ze kunnen zeggen dat ze lekker hebben gegeten. Daarom vaak gewoon aardappelen, vlees en groente. 22

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1972 | | pagina 22