h. I. waiter:
"wat - ook - een voetballer niet kent, dat eet hij niet
Wanneer het eerste elftal van Ajax in het buitenland speelt
waarmee dan gewoonlijk bedoeld de Cup-wedstrijden is
het sinds enkele jaren gebruikelijk een eigen kok mee te nemen.
Ajax is tot heden praktisch de enige club, die hiertoe is over
gegaan.
Zo'n kok vervult een belangrijke taak binnen het raam van de
algehele verzorging der spelers. Gelijk de trainer, dokter, mas
seur e.a. blijft ook hij constant bij de spelers en draagt er toe
bij, dat zij in optimale vorm de grasmat kunnen betreden.
En toch wanneer dan in de kranten weer eens een Ajax-
succes buiten de grenzen te melden valt en daarbij verschillende
namen worden genoemd, zal men de naam H. F. Walter niet
gauw tegenkomen.
Sedert 1966 is hij de Ajax-kok op de diverse buitenlandse rei
zen. Met het oog op de wedstrijden aangaande de komende
kwartfinale voor de Europa Cup 1 staat Walter straks weer een
drukke tijd te wachten met betrekking tot de voorbereidingen.
In zijn woning in de Reinier Claeszenstraat vertelt hij het een
en ander over zijn ervaringen.
,,Het laat zich natuurlijk niet moeilijk raden, dat ik in het dage
lijks leven ook kok ben. In het Schiller-Hotel. Het is een prach
tig maar zwaar vak. Dat komt vooral door die onmogelijke uren.
Merendeels werk ik van 's middags twee uur tot 's nachts één
uur. Daarom zijn mijn vrije avonden maar schaars. Ook in het
week-einde is het meestal werken geblazen. Derhalve zie ik maar
weinig wedstrijden; eigenlijk alleen in het buitenland. Mijn vrouw
gaat wel eens naar Ajax toe.
Ajax is niet de eerste club die een kok meeneemt naar het bui
tenland. Dat deed DWS eerder toen het destijds tegen Fener-
bahce moest spelen. Ja, ja, dat DWS was zijn tijd ver vooruit!
Maar, het ging daarna immers niet zo best meer met de club en
van Europa Cup-voetbal was helemaal geen sprake meer.
Via verschillende mensen ontmoette ik een Rinus Michels. Ik
heb hem bij deze gelegenheid gezegd, dat, wanneer hij ooit eens
het plan mocht opvatten op de buitenlandse reizen een kok mee
te nemen, hij best bij mij kon aankloppen. En zo is het gekomen,
dat toen in 1966 Ajax voor de Europa Cup tegen Besiktas in
Turkije moest spelen, ik voor het eerst meeging. En dat is zo
gebleven tot op de dag van vandaag.
Voorbereiding
Tja, hoe ging je te werk. In het begin was het natuurlijk wel
pionieren. Ervaring had je bijna niet. Staat ineens tussen allerlei
vreemde mensen. Kent de spelers niet. Bovendien weet je van
te voren nooit, hoe men zal reageren op hetgeen je ze voorzet.
Dat was allemaal wel wat griezelig. Maar ik moet zeggen dat
het maar even duurde. Nu is alles natuurlijk anders; we kennen
elkaar en voelen ons, in die paar dagen dat we op reis zijn,
nauw met elkaar verbonden.
Zo langzamerhand ben ik ook te weten gekomen, wat ik wél en
wat ik niét moet inpakken. Je weet ook wat ze graag willen
eten waarbij je nu niet moet denken, dat ik voor iedere
speler afzonderlijk iets meeneem. Dan zou het einde zoek zijn.
Smaken verschillen weliswaar; de één lust dat niet, terwijl de
ander juist graag dat wil hebben waar negen anderen niet van
houden, maar er blijven genoeg gerechten over, die bij allen
geliefd zijn. Die gaan dus mee. Uiteraard gaat het bepalen over
wat er gegeten wordt, in nauw overleg met dokter en trainer.
Maar in het algemeen weet ik nu wel zo ongeveer, wat ze niét
en wat ze wél mogen hebben.
Veel zaken koop ik in Holland. Niet dat het buitenland slechter
is, maar hier weet ik in ieder geval wat ik krijg en elders is dat
vaak niet het geval. Ja, en dan kom ik eigenlijk aan het grootste
probleem waar een kok mee te maken kan krijgen: wat een voet
baller niet kent, dat eet hij niet. Dat is werkelijk waar. Ik kom
daar straks nog wel even verder op terug, doch om alvast een
voorbeeld te geven: voetballers zijn (ook) gek op patat frites,
maar dan wel met Hollandse mayonaise. Soms maak ik die wel
zelf, maar dat valt dan beslist niet in de smaak. Het eten wat
je ze voorzet moet bekend zijn; zij moeten niet eerst behoeven
te kijken: „Wat is dat nu weernee, ze moeten gelijk
kunnen zeggen: Ha, lekkereen biefstuk of een schnitzel of
wat er nog meer van lekkerheden zijn Ja, dat is één van de
taken van de kok!
Ervaringen
Wat ik meeneem is afhankelijk van waar we naar toe gaan. Door
ervaring heb ik wel geleerd dat in verschillende landen van een
bepaalde groente, die ik nodig heb, genoeg te koop is, dus neem
ik die niet mee. Het zijn echter vaak die typisch Hollandse
dingen, die daar niet te krijgen zijn, dus ben ik daarop attent.
Vlees altijd zeer belangrijk koop ik veelal in het buitenland
en zoek het ook zelf uit. Zoiets kun je niet aan anderen over
laten, omdat die gewoonlijk niet weten wat voor vlees je nu
precies bedoelt.
Spannend is ook altijd in wat voor keuken je terecht komt. Dat
20