ACCOUNTANT
kan in
nieuwe vestiging
weer
opdrachten
aanvaarden
TELEFOON 020-171656
je natuurlijk op steeds terugkerende spelpatronen, ja en vooral
ook op de spelers, wat ze doen in bepaalde situaties, hoe de
vleugelverdedigers zich gedragen, of de vrije verdediger mee in
de aanval gaat, in welke hoek een strafschop verdwijnt enz. Ik
maak over die wedstrijd een rapport en bespreek dat met Kovacs
of Han Grijzenhout. Voor Kovacs is zoiets natuurlijk wel een
steun, want uiteraard weet hij nog niet zo gek veel van onze
andere eredivisieclubs.
Het is nooit te bewijzen of het werk wat ik doe ook werkelijk
zijn rendement oplevert. Je kan bijvoorbeeld een tegenstander
niet gaan bekijken er toch van winnen, en andersom. Maar
zolang de trainer vindt dat het zin heeft, ga ik door. Trouwens,
Ajax is heus niet de enige club die iets dergelijks doet. Anderen
doen even hard mee. En waarom niet. Het hoort nu eenmaal bij
het hedendaagse voetbal met al haar ingewikkelde en verschil
lende systemen. Want er zijn zoveel soorten en het is voor een
trainer toch wel belangrijk om te weten of een tegenstander
ruimte- of mandekking toepast, of de buitenspeler met de op
komende vleugelverdediger meegaat of niet, en ga zo maar door.
Zodoende zie ik Ajax niet zo gek veel keren spelen. De laatste
AjaxFeyenoord heb ik wel gezien, maar toen had ik een week
eerder al FC Utrecht bekeken. En als je dan zo week-in-week-uit
al die verschillende tegenstanders bekijkt, en je ziet dan weer
eens Ajax voetballen, dan is dat voor mij toch wel een ver
ademing. Wat Ajax speelt is werkelijk VOETBAL in de ruimste
zin van het woord. Het elftal speelt zo soepel en makkelijk dat
het een lust voor het oog moet zijn voor het publiek. Maar ja,
het Amsterdamse publiek is zeer kritisch, men is erg verwend.
Men denkt misschien nog wel aan die periode dat Ajax bijna
iedere week met grote cijfers kon winnen. Maar die tijd is voor
bij. Grote uitslagen worden zeldzaam. De tijd dat een voor
hoedespeler veertig of meer doelpunten in één competitie kon
scoren, bestaat niet langer. En Ajax zal ook niet meer zo gauw
méér dan honderd goals in één seizoen produceren. Daarvoor is
het voetbal te veel veranderd. Zelfs de periode van de vrije
verdediger is, althans bij Ajax, voorbij. Kijk naar Blankenburg.
Regelmatig mee in de aanval. Kijk naar Hulshoff, precies het
zelfde. Het voetbal van Ajax is net een schaakspel. De spelers
schuiven net zo lang tot de tegenstander het werkelijk niet meer
weet Zelfs bij een eventueel opgelopen achterstand gaat
men gewoon door, wetende dat er goals móéten vallen.
Het Amsterdamse publiek ziet dat geloof ik niet helemaal. Daar
om zou ik zo graag willen dat men begint te beseffen dat, wat
men qua spel bij Ajax ziet, altijd van bijzonder hoog niveau is,
zowel op tactisch als op technisch gebied.
Iedere speler, een uitzondering daargelaten, heeft zijn sterke en
zwakke punten. Het is dan de kunst die laatste zoveel moge
lijk te camoufleren. Mijn zwakke punt was het passeren van een
tegenstander. Dus deed ik dat niet zo vaak. Daarentegen was ik
weer sterk in het geven van een lange pass of het koppen van
de bal. Vooral dat koppen vond ik geweldig. Zonder veel moeite
kon ik honderden keren achter elkaar de bal op mijn hoofd
laten stuiteren. Op het laatst zag ik hem wel niet meer, omdat
ik zo'n lange tijd in de lucht moest kijken ja, sterke en
zwakke punten; het een heft vaak het andere op.
Een trainer kan van iedere voetballer wel iets „maken", mits
aanleg en talent aanwezig zijn. Zijn die er niet, dan houdt na
tuurlijk alles op. Maar blijkt iemand van nature over bepaalde
voetbalcapaciteiten te beschikken, dan kan een trainer een hele
boel aan zo'n jongen bijschaven.
Ik vind wel dat een trainer, zo niet zelf topvoetbalier geweest,
LID NED. ORDE VAN ACCOUNTANTS
daar toch wel dicht tegenaan heeft moeten zitten. Zo'n iemand
moet toch bepaalde oefeningen kunnen vóór doen. Hij moet de
spelers kunnen vertellen hoe het wel en hoe het niet moet. Zelf
heb ik tamelijk veel trainers gehad. Bij Ajax waren dat Bucking
ham, Spurgeon, Gruber en Michels; bij Feyenoord Hoffling en
Kment. Buckingham en Michels springen er in dit rijtje wel uit.
Buckingham omdat hij misschien mijn eerste trainer was en ik
enorm veel van hem geleerd heb, en Michels, ach dat is
bekend.
Zelf ben ik tegenwoordig bezig met het trainersdiploma-D. Maar
als je ziet hoeveel je moet weten voor het A-diploma, dan word
je wel een beetje moedeloos. Nederland heeft de zwaarste op
leiding voor A-trainers. Sjakie zegt altijd: „Wanneer wij ooit het
A-diploma behalen, weten we zóveel, dat we gelijk in de VU
kunnen gaan opereren".
Ja, ik mag wel zeggen dat ik mij na al die jaren erg met Ajax
vergroeid voel. Ajax heeft iets wat je bij geen enkele andere
vereniging vind. Bovendien ben ik er bijna zeker van dat, wan
neer ik supporter van een club zou zijn, het ook Ajax was. Het
elftal speelt immers schitterend voetbal. Inderdaad heeft Ajax
'n kleine echte supporterskern. Dat komt m.i. door verschillende
oorzaken. Ten eerste heeft Ajax een vrij klein stadion en denken
de mensen gauw dat het is uitverkocht en gaat men maar niet.
Daarnaast is er te weinig openbaar vervoer naar het stadion en
de parkeergelegenheid bijzonder slecht. Het publiek eist nu een
maal steeds meer service, nietwaar? Moet men er maar énige
moeite voor doen, om in het stadion te komen, dan komt men
niet. Ja, ja behalve als het AjaxFeyenoord is. Dan klaagt
men omdat men geen kaartje kan krijgen. Maar komen die men
sen dan ook naar wedstrijden als bijvoorbeeld AjaxTelstar of
AjaxVitesse? Dan zal misschien ooit nog eens het Ajax-
stadion worden uitgebreid en kan ook iedereen naar Ajax
Feyenoord. Maar dan zal er ook verandering moeten komen ten
aanzien van de eerder genoemde bezwaren aangaande openbaar
vervoer en parkeren. Ik ben er heilig van overtuigd dat dan de
vaste supporterskern van Ajax een stuk groter zal worden."
TIJN MIDDENDORP
Ajacieden treffen elkaar in de PAZ) C>L UB
Korte Leidse-
dwarsstraat 93
Amsterdam
ALLE DAGEN GEOPEND VAN 20 TOT 2 UUR
Telefoon 223398
(vrijdag en zaterdag tot 3 uur)
IZAKS-CRUIJFF
27