massage II De massage is een zeer moeilijk onderdeel van de verzorging en de behandeling van sportmensen. Het zou hier dan ook te ver voeren om precies aan te geven van wie de handgrepen zijn en hoe deze precies moe ten worden uitgevoerd. Ook is de verkla ring ervan zeer beknopt gehouden. Eén van mijn leermeesters, de chirurg dr. Tetzner, heeft altijd gezegd: „Het geeft niet zozeer wélke massagehandgrepen je ge bruikt, maar het gaat om de wijze waaróp je ze uitvoert." Er zijn n.l. zeer veel verschil lende handgrepen, doch in de sportmassage worden ze lang niet allemaal gebruikt. Wel echter de effleurages, dat zijn de strijkin gen. Ze worden toegepast op bijna alle li chaamsdelen, als inleidingsmassage, als zelfstandige therapie bij pijnlijke spieren, of aan het einde van de massagebehande ling. Wrijvingen, dat is een wat intensievere vorm van de effleurage. Deze handgrepen dienen voornamelijk ter ontspanning, voor het leeg- strijken van het weefsel bij en na zware in spanningen, na een langdurig verband e.d. Men moet hier echter denken aan de haar groei van de sportman/vrouw, want juist door deze handgrepen komen de meeste puistjes voor. Knedingen (pétrissages). Ter ontspanning bij spierpijn en na kramp geeft men lang durige en zeer rustige knedingen. Wil men echter een stimulerend effekt, dan moet er kort en flink gekneed worden. Massage hoeft (men denkt het maar al te vaak!) be slist geen pijn te doen. Dit geeft maar on nodige spanning en bij het masseren wil men juist ontspanning. Dat een massage wel eens pijnlijk is bij een blessure, dat is natuurlijk normaal. Kneden kan met één hand, met wee handen of met de vingers worden gedaan. Dit laatste bij de achillespees en bij de nekschouderspieren. Bij knedingen met de handen moet het weefsel goed wor den omvat en het mogen geen .knijpingen',' worden. Een zeer belangrijke handgreep is de frictie. Men gebruikt het voor locale spierverhar- dingen, hetgeen dan een betere doorbloe ding van het weefsel ten gevolge heeft. Frictie past men toe met de vingertoppen, d.m.v. cirkelvormige bewegingen op de huid te maken. De Engelsman Cyriax heeft een methode beschreven waarbij men, ondanks de pijn en de „verse" blessure, diepe frictie moet toepassen op de pijnlijke plaats. In de prak tijk wordt dit in Nederland gelukkig weinig toegepast. Tapotement. Deze handgreep past men toe d.m.v. kloppen, hakken en slaan. Bij een korte therapie geeft het een stimulatie. Bij een langdurig tapotement (5 minuten is al lang!) ziet men vaak een pijnvermindering, een soort afstomping. Het effekt van de tapotement is een flinke doorbloeding van het weefsel. Intermitterende drukken. Dit doet men door beide handen met de duimen vlak bij elkaar, op of om het weefsel te leggen, om dan een korte stevige druk te geven op het onder liggende weefsel. De handen moet zo goed mogelijk om het te behandelen lichaamsdeel aansluiten. Het doel van de intermitterende drukkingen is: ontwatering van het weefsel, pijnvermindering en ontspanning. Men past deze therapie toe bij zwellingen van b.v. dijbeen en knie, enkel en onder been. Vaak ook als inleiding van een mas sage. Het moet dan een ontspanning ge ven. De sportman/vrouw kan dan aan de hand van de masseur wennen om zodoende spanningen te voorkomen. Men denkt vaak dat men door te masseren vocht uit een gewricht kan halen, doch dit is niet waar! Als men het gewricht gaat mas seren, dan prikkelt men dit en als reactie hierop ziet men vaak de zweling erger wor den. Schudden, vooral bij gespannen spieren, met name de arm en de beenspieren. Dit kan direkt en indirekt gedaan worden. Direkt, door met de handen de spieren te omvaten en zo dan het ontspannen neer gelegde been te schudden. Is het niet mo gelijk omdat b.v. de spieren te hard of te pijnlijk zijn, dan legt men de sportman/ vrouw op de buik en buigt het onderbeen. Door dan de voet te schudden krijgt men een indirekt schudden van de kuit en de andere beenspieren. Bij een gestrekt been kan men ook de bovenbeenspieren schudden. Door middel van het been en huidverschui- ven kan men geblesseerde voeten en han den behandelen. Met beide handen pakt men de voet resp. de hand vast en be weegt dan de middenvoet- of handbeentjes heen en weer. Bij zeer stugge spieren maakt men wel eens gebruik van de z.g. zuig- massage. Men zet dan een glazen „eier dopje" op de spieren die niet te gevoelig zijn. B.v. bovenbeen, lendenen, enz. Door middel van zuigende bewegingen, die vaak zeer pijnlijk zijn en soms bloeduitstortingen achterlaten, maakt men het weefsel los. Ook wordt wel gebruik gemaakt van de methode van Helfrich, de z.g. borstelmas sage. Door middel van een borstel of ruige handschoen wrijft men flink over de huid. Het resultaat is evenals bij de zuigmassage een flinke hyperaemie (doorbloeding). De reactie van de massage wordt door velen op zeer verschillende wijzen verklaard. Men kan resumerend alle theorieën onder brengen in 3 groepen, t.w.: mechanische verklaring, zoals bevordering van de bloed circulatie, het opwekken van warmte (kan ook door de reflexbewerking verklaard wor den), het ontwateren van de spieren. Vaak moeten mensen die gemasseerd worden naar het toilet. Reflectoire werking. Na een pijnloze rustige massage krijgt men een ontspanning van de spieren. Door het opengaan van de bloed vaten krijgt men een betere doorbloeding van het weefsel. Chemische werking. Er kunnen tijdens het masseren allerlei stoffen vrij komen, zoals Histamine en Acetylcholine e.d. Door deze stoffen krijgt men in het lichaam allerlei reacties, zoals vaatverwijding en vernau wing. Ook de psychische kant van de massage is uiterst belangrijk, vooral voor sportmensen die voor een wedstrijd erg nerveus en ge spannen zijn. Dit was dan in kort bestek iets over Massa gehandgrepen, uitvoering en reactie, doch het echte masseren le.ert men pas in de praktijk. SALO MULLER Ajacieden treffen elkaar in de PL ZV J3 Korte Leidse- dwarsstraat 93 Amsterdam ALLE DAGEN GEOPEND VAN 20 TOT 2 UUR Telefoon 223398 (vrijdag en zaterdag tot 3 uur) IZAKS-CRUIJFF 19

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1971 | | pagina 19