b-praat
in memoriam jan camphuyzen
in memoriam a. h. a. nolte
De gang van zaken ten aanzien van onze reserves draagt dit
seizoen een nogal wisselvallig karakter. U hebt dat ook uit de
mededelingen daaromtrent in deze kolommen kunnen volgen.
Misschien is het juister, inplaats van: wisselvallig het woord:
onevenwichtig te gebruiken. Dat past wat beter bij dit jeugdige
en in het kader van het (semi-) prof-voetbal nog onervaren
elftal.
Komende als uitblinker uit de amateuristische omgeving en op
grond daarvan gepromoveerd naar de Sectie-Betaald, blijkt in
het algemeen, dat tussen die top-amateur en het .kunnen" van
de reserve (semi-) prof een enorm verschil ligt Dat is ge
woonlijk niet in één jaar te overbruggen. Kan zo'n jeugdig team
de steun krijgen van oudere, meer ervaring hebbende mede
spelers, lieden die door hun optreden het elftal rust, zelfver
zekerdheid, ja meer „ruggegraat" geven, wel dan kun je als
„newcomer" je daaraan optrekken en komt dit de groei naar
het klasse (prof-) werk, dat nu eenmaal in de „top" geëist
wordt, ten goede.
Er bevinden zich in het B-elftal zeker vele technische kwaliteiten,
zoals het ook aan spel-opbouw resp. inzicht niet ontbreekt; in
dit opzicht zijn zelfs uitstekende krachten aanwezig.
Maar spelend tegen teams waarvan, zoals opgemerkt, bijna
alle regelmatig uitkomen met meerdere spelers die óf nog
regelmatig in het eerste elftal uitkomen, óf daarin langere tijd
gespeeld hébben (Go Ahead kwam zelfs als oefening met
het gehele eerste elftal) is het 't professioneel optreden van
deze lieden, hun hardheid, hun raffinement vooral, dat de (onze)
jeugd imponeert en fysiek in een negatieve toestand brengt,
missend naast hen de „ouderen", die je daaruit kunnen halen,
die door hun optreden aangeven hoe dergelijke tegenstanders
op de juiste wijze moeten worden „aangepakt", je leren hóé
hard je moet worden, hóé taktisch gespeeld moet worden
kortom de weg naar professioneel handelen en denken aangeven.
Vooral dit seizoen, nu het eerste elftal zovéél belangrijke
wedstrijden moet spelen, waardoor al het beschikbare „mate
riaal" (van de selectie) nodig is, is versterking uit deze richting
vaak moeilijk dan wel niet mogelijk. De keren dat zulks wel
geschiedde, was dit ook direct aan het resultaat merkbaar.
Enige tijd geleden al, vertelde trainer Grijzenhout dat hij in de
tweede helft van de competitie verbetering verwachtte, op grond
van wat ervaring rijker."
Verder wees hij er op, dat „we ook niet erg fortuinlijk spelen."
„Maar," aldus Grijzenhout, „we hebben met nog een aantal
wedstrijden voor de boeg, kortgeleden met elkaar een afspraak
gemaakt met betrekking tot het totale aantal punten, dat wij in
ieder geval willen en moeten halen. Nu, ik kan zeggen dat we
momenteel ten aanzien van „het schema" tevreden zijn."
Wat ons betreft: Veel succes, boys!
Nog wat laatste uitslagen:
Den Bosch BAjax B 12
FC Twente BAjax B 10
Ajax B—SVV B 2—1
Helmond Sport BAjax B 15
Sparta BAjax B 21
Ajax BPSV B 2—2
SECCO
Met de velen uit zijn naaste omgeving, zijn ook wij, zijn Ajax-
vrienden, bijzonder getroffen door het vrij plotseling overlijden
van de heer
Jan Camphuyzen
Het zij mij vergund hier enkele woorden te wijden ter nagedach
tenis aan iemand, die nog niet zo heel lang met onze club ver
bonden was, doch door zijn innemendheid en belangstelling voor
zijn omgeving zich een plaats in onze gelederen had weten te
verwerven, die de gedachte gaf alsof Ome Jan al jaren in ons
midden vertoefde.
Reeds in de dagen, dat hij nog ondersteunend lid was, ver
richtte hij voor Ajax waardevolle daden, reden hem verder in de
rijen der werkende leden op te nemen. Uit dien hoofde werd hij
lid van de Terreincommissie, in welke hoedanigheid zijn kennis
van zaken nog meer tot uitdrukking kwam. Ik denk daarbij aan
het feit, dat onder zijn bekwame leiding destijds de onover
dekte tribune door een overkapping in nog geen zes weken werd
omgebouwd tot de nu zo bekende Reynoldstribune; ook de ver
bouwing van het Ajax-Restaurant geschiedde op voortreffelijke
wijze en oogstte algemene bewondering.
Ome Jan is niet meer.
Behalve voor de Firma F. J. v. d. Meyden, waar hij zovele jaren
een stuwende kracht was, zullen ook wij bij Ajax hem missen.
En zeker nog vaak over hem spreken.
Mogen zijn naasten de kracht vinden dit grote verlies te dragen.
Hij ruste in vrede.
J. VAN PRAAG
Hoewel het vele leden bekend was, dat Arend Nolte ernstig ziek
was, kwam het bericht van zijn overlijden op 17 maart 1971
toch nog onverwachts.
Op 22 maart 1971, de dag waarop bestuur, spelers en suppor
ters de reis naar Glasgow aanvaardden voor de wedstrijd
CelticAjax heeft een aantal werkende en ondersteunende
leden hem de laatste eer bewezen.
Naast zijn drukke zakenleven zocht hij ontspanning en die vond
hij bij Ajax. Hij en zijn vrouw Jo waren gedurende vele jaren
trouwe supporters. Waar Ajax in Nederland of in Europa ook
kwam, zij waren erbij om hun club te zien spelen en aan te
moedigen.
Hij was sedert 29 juli 1953 een heel goed ondersteunend lid,
niets was hem voor zijn Ajax te veel. Toen indertijd een beroep
op hem werd gedaan om lid te worden van de controle-commis
sie, was zijn antwoord danook: „Natuurlijk kan je op mij re
kenen."
Wanneer de jaarlijkse visdag in aantocht was, werd ook door
de clubavondcommissie nimmer tevergeefs bij hem aangeklopt.
Namens de controle-commissie sprak de heer W. Meester woor
den van dank voor het vele en goede werk, dat Nolte voor Ajax
heeft verricht. Hij sprak de wens uit, dat zijn echtgenote de
kracht zou mogen vinden om dit grote verlies te kunnen dragen.
Namens alle Ajax-vrienden: rust in vrede.
C. VAN DEKKEN
9