GEELKERKEN wil van beveren „ik heb ze nog altijd, de ajax-manchetknopen Ik heb ze nog altijd: de Ajax-manchetknopen, een geschenk voor het behalen van het kampioenschap door het zevende elftal. Ik was doelman en voor mij stond als een onneembare vesting de toen al flink uit de kluiten geschoten Daan Schalm. Het heeft weinig gescheeld of zoon Jan zou de voet(bal)sporen van zijn vader hebben gevolgd, met dit verschil alleen dat hij voor het eerste team in aanmerking kwam Toen in 1965 Martin Bremer vroeg of de beide jongens voor Ajax wilden tekenen, stond ik er als „provinciaal" uit Emmen wat huiverig tegenover. Ik zag het toen niet. De sprong van een amateurclub naar het grote Ajax leek mij te groot. Ik besprak het voorstel met de jongens, maar het was meteen van de baan. „Als wij naar Ajax gaan, komen wij nooit in het eerste elftal," was hun commentaar. Zou het wel zijn doorgegaan, dan had Ajax slechts drieduizend gulden voor Jan behoeven neer te tellen. Het vorige jaar kon hij weer bij Ajax komen. Daar zat ik toen wat mee omhoog; ik kon mij er namelijk niet mee bemoeien, want het contract dat Jan nog voor een jaar aan Sparta bond, had ikzelf ondertekend. Er werd toen een bedrag van achthonderdduizend gulden als transfersom genoemd. Niet zo pietepeuterig dus. Sparta bleef echter onbuigzaam. Jan werd er tureluurs van, maar kon tenslotte alleen nog maar treuren om verbeurd voetbalgeluk. Dit jaar heeft Sparta het bedrag zelfs, zoals bekend, tot een miljoen opgevoerd! Sic transit gloria mundi Jaap van Praag heeft gelukkig geen rare kronkel in zijn hersens en terecht er op gewezen dat Ajax er niet aan denkt een miljoen neer te tellen. Geen speler in ons land is een miljoen waard! Jaap van Praag herinner ik mij nog als de man die zo'n dertig jaar geleden bij de wedstrijden van Ajax plaatjes draaide. Het was de tijd dat ik veel contact had met Ajacieden, o.a. op zon dagavond in de Vinicole in de Leidsestraat, waar ik als atleet alleen maar imitatie-pils dronk Dat contact heeft er o.a. toe geleid dat ik bij Ajax als conditie trainer werd aangesteld en mee kon helpen aan het oprichten van een atletiek-afdeling met o.a. Marius Koolhaas, Arie Knijn en Tinus Middendorp. We wonnen meteen de APGSbeker voor voetballers met talentvolle atleten als Tinus Middendorp, Karei Kraamwinkel, Piet Jansen en Eggie Stroomberg. De oorlog was echter de oorzaak dat onze verdere atletiekplan- nen volkomen werden omvergeworpen. Het was de tijd, waarin Ajax ook al gedreven werd door een krachtig bestuur met Marius Koolhaas, Jan Elzenga en Wim Volkers, die de knepen kenden. Bij Wim Volkers kwam ik in de oorlogsjaren veel thuis. Vaak sloop ik 's avonds langs de huizen naar de Rijnstraat. We ver gaten dan wat de oorlogsellende door te praten over sport en natuurlijk Ajax. Wim Volkers was een penningmeester die o.a. de reis- en on kostenvergoedingen van de spelers zorgvuldig controleerde. Als een speler het had gewaagd er een slaatje uit te slaan, kreeg hij dat meteen flink op zijn boterham. Wat het betaalde voetbal voor Ajax de laatste jaren heeft be tekend, behoef ik niet te zeggen. Het zijn successen en dat wil ik nog wel even kwijt die ook zijn gekomen, omdat de vereniging voorbeeldig en zakelijk wordt geleid. En dan is er een trainer die zijn weetje weet: Rinus Michels. Ik heb hem meegemaakt toen hij nog in de „korte broek" liep. In de atletiek-afdeling was hij bij de jeugd de beste werper. Ook kon hij aardig sprinten. Ik vond de kleine Rinus een apart, leuk kereltje, dat toen al wist wat hij wilde en vaak voor de komische noot zorgde. Hij heeft een verre van gemakkelijke taak. Het trainersvak is uitermate moeilijk. Daarom, Rinus, sterkte. Ook in de Europa Cup. VOOR AL UW MEUBELWERKEN ROZENGRACHT 49 - TELEFOON 248969 OOK VOOR LUXAFLEX 25

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1970 | | pagina 45