kroniek
DE SELECTIE in twee verschillende samenstellingen DIE ONS HET LANDSKAMPIOENSCHAP EN DE KNVB-BEKER BRACHT
Staande: Wim Suurbier, Ruud Krol, Gert Bals, Barry Hulshof, Gerrie Miihren en Nico Rijnders; hurkend: Sjaak Swart, Velibor Vasovic, Johan
Cruyff, Dick van Dyk en Piet Keizer
Aldus bleef Ajax, met nog 6 wedstrijden te spelen, vijf punten
op Feijenoord voor", schreven we in ons vorig clubnieuws. Zo
handhaafde zich deze situatie tot: met nog 3 wedstrijden te
spelen. Op dat moment hadden we nog maar twee punten nodig
om definitief het landskampioenschap 1969-1970 te kunnen
opstrijken. Was „Kras" al gewaarschuwd er voor te zorgen het
een en ander ,,in-huis" te hebben
MaarTelstar gooide roet in het kampioens-eten door een
gelijk spel af te dwingen 11) wat betekende dat we nog een
weekje moesten wachten. Zo was dat weer eens, waarmede we
maar zeggen willen dat eerder IJmuiden voor menigeen een
struikelblok is geweest. Dat herinneren we ons o.a. ook nog uit
de tijd van een Stormvogels met o.a. doelman Thijssen (later:
Kraak), Schoorl, „Witte Jan" e.a. alsook het vroegere VSV met
keeper v. d. Windt, een Sterk, Den Boer e.a. Of 'm dat nu in de
zeelucht zit
Maandag 18 mei (Tweede Pinksterdag) de laatste thuiswedstrijd
tegen het reeds gedegradeerde SVV uit Schiedam.
Vandaag kon het dus gebeuren. En nog wel van twee kanten:
Feijenoord door ons gelijke spel tegen Telstar nu 4 punten
achter was de gast van PSV, dat door van de Rotterdammers
te winnen, langs déze weg Ajax de kampioenstitel kon bezorgen
en zichzelf verzekeren van deelname aan Europa Cup II. De finale
om de KNVB-beker was immers intussen een AjaxPSV-aan-
gelegenheid geworden Nu, vanuit Eindhoven was dit voor
Ajax allemaal niet nodig; SVV werd met niet minder dan 80
geklopt (vijf goals van Dick van Dijk en drie van Johan, we
weten het allemaal nog) en de veertiende „gouden plak" was
dus een feit. De Philips-mensen brachtten niettemin de goede
prestatie op, Israels c.s. met 30 te verslaan en zodoende
Feijenoord de eerste nederlaag toe te brengen.
Ajax, ons dierbaar Rood en Wit, de club der dappere Meerse
Helden, dus andermaal kampioen van Nederland. Een heuglijk
feit, in verband waarmede spelers, trainer, bestuur, de me
dische begeleiding: dr. Rolink c.s., masseur Salo Muller, kortom
allen die hun deel hadden in dit prachtige succes, vele geluk
wensen bereikten.
Veertien keer heeft Ajax op haar thans 70-jarige „leeftijd" de
landstitel weten te veroveren, of wel, zo zou men kunnen conclu
deren: gemiddeld eens per 5 jaar.
Deze laatste redenering lijkt ons echter de prestatie als zodanig
niet juist weer te geven. Zonder daarover verder in details te
treden, zouden wij liever willen vaststellen dat de Gouden Tijd,
2