f /AM STElX ^ittr DIT IS DE MAN DIT IS Z'N BIER mmw v. „achter" je die, als jij het niet goed doet, jou direct kan ver vangen, speel je met de nodige inzet. En dat is een „moet" om met het elftal tot resultaten van niveau te komen. Bij Ajax heb ik, uitgaande van de linksbuitenplaats, iemand vóór me: Piet Keizer. En om dié te verdringen valt niet mee Kortom, het- een-met-het-anderMaar, hoewel men aan de buitenkant mis schien dat niet zo kan waarnemen, ik blijf volhouden en ik heb goede hoop, dat ik binnenkort weer „de oude" ben. Ik speel wel vaak mee in het tweede elftal. Dat is in meerdere opzichten een groot verschil met het A-team. In onze reserves zitten vele jonge krachten, die er óók nog niet „in" zijn, voor wie, net als bij mij, dat wennen, aanpassen of hoe je het noemen wilt, nog moet groeien. Pers Keizer is voor mij een speler van bijzondere klasse. Samen met Cruijff kunnen zij als de gevaarlijkste aanvallers van Europa worden beschouwd. Om met deze twee spelers een goed lopen de aanval op te bouwen, valt niet mee. Een „nieuwkomer" heeft dan ook enige tijd nodig om te acclimatiseren. Piet Keizer heeft mij hierbij veel gesteund. Op dit ogenblik ben ik conditioneel wel weer op peil. Ook de vorm begint weer te groeien. Ik dacht bijvoorbeeld dat ik tegen NAC een goede wedstrijd heb ge speeld, hoewel de Pers er anders over dacht. Ik begrijp dat niet goed. Van alle kanten hoorde ik dat ik goed had voldaan. Ook trainer Michels was tevreden, al haalde hij mij onverwachts hal verwege de tweede helft uit de ploeg. Ongetwijfeld geschiedde dit uit taktische overwegingen. De heren sportjournalisten kunnen een speler mentaal helemaal kapot maken. Persoonlijk ben ik nogal gevoelig voor kritiek. In het algemeen vind ik, dat de Pers niet genoeg van de speler afweet. Men schrijft en oordeelt over wat men ziet maar men vraagt niet naar het waarom. Dat vind ik zo jammer. In Neder land is het zo dat een speler, die een doelpunt maakt, per defi nitie goed heeft gespeeld. Let maar eens op. Als Johan géén doelpunt heeft gemaakt, speelde hij een slechte wedstrijd. Nog een voorbeeld: in de uitwedstrijd tegen AZ '67 was de hele Ajax-ploeg matig. Ik ook. Maar de pers ging mij vergelijken met Piet Keizer, wat natuurlijk niet opgaat. Ik kwam er derhalve helemaal niet goed af. Kijk, je moet iedere speler naar zijn eigen waarde bepalen. Men moet beginnen de positieve punten bij hem te zoeken, want die zijn er ook. Zelf ben ik sportcorrespondent van een Deens blad: Aktuelt Zeitung. Iedere week schrijf ik een artikeltje over voornamelijk het Nederlandse en Duitse voetbal. Straks moet ik mijn verhaal even doorbellen. Vind je niet erg, hè? Leraar Overigens bevalt het mij bij Ajax goed. De manier van trainen is uniek, de financiële afhandeling is, in vergelijking met Rapid, uitstekend geregeld. Zoals iedere profvoetballer beschik ik over veel vrije tijd. Woensdag is onze vrije dag en verdeeld over de andere dagen trainen we acht keer per week. En dan zondags natuurlijk de wedstrijd. Naast mijn journalistieke bezigheden lees ik graag detective-romans. En ga ik veel naar de bioscoop. Er zijn weinig films in Amsterdam, die ik niet heb gezien. Ook kijk ik graag naar de televisie. Ik leer daardoor goed Ne derlands Gelukkig is de tijd, dat ik met voetballen zou moe ten stoppen, normaal gesproken, nog ver verwijderd. Mocht het onverwachts zover komen, dan ben ik nog in het bezit van het onderwijzersdiploma. Ik gaf nl. les in aardrijkskunde. Wat dit laatste betreft, is Holland een interessant land; voor menigeen in Denemarken lijkt het een onmogelijke zaak enkele meters beneden de zeespiegel te wonen. Maar dat kan hier Mexico In Denemarken heb ik eens een keer tegen Holland gespeeld. In dat team stonden toen o.m. Cruijff, Suurbier, Nuninga en Henk Groot opgesteld. Wij wonnen met 32 en ik scoorde twee goals. Ik weet nog wel (het was in 1967) dat Ajax toen vlak voor de belangrijke wedstrijden tegen Real Madrid stond. Toen al vond ik het een vreemde zaak dat Ajax haar beste spe lers afstond voor een vrij onbelangrijke interlandwedstrijd. Nu ik er wat dichterbij zit, is het mij duidelijker, hoe de verhouding ligt. Affaires als die met Cruijff en Keizer zijn in het buitenland ondenkbaar. Ik geef Piet groot gelijk dat hij verder voor de eer bedankt in het Nederlands elftal uit te komen, na wat hem én zijn club is overkomen. Persoonlijk ben ik van mening, dat Ne derland wel terdege in staat zou zijn geweest Mexico te halen. Waarom West-Duitsland wel en Nederland niet, terwijl ons club voetbal zeker niet lager ligt. Bij de Duitsers speelt natuurlijk wel in tegenstelling tot Nederland het sterke nationaliteits gevoel een woordje mee, zoals dat bij meer landen het geval is. Maar ook zonder dat had m.i. Nederland Mexico kunnen halen, als men bedenkt dat, behalve figuren als Cruijff en Keizer, men over nog meer uitstekende spelers beschikt. M.i. meer dan althans momenteel in West-Duitsland." Tot zover voorlopig Tom Söndergaard. Het moment is nl. aangebroken dat hij eerst zijn artikel naar de krant in Denemar ken moet doorbellen. Voor ons een mooie gelegenheid even te praten met de familie Riksen. De heer des huizes zegt: „Vanaf 6 augustus is Tom bij ons. Hij heeft het nogal moeilijk. Ten eerste de taal, die hij (nog) niet voldoende beheerst. Zijn 'voetbalproblemen Heeft geen familie noch kennissen hier en is niet getrouwd, dus Dan blijven wij over, met wie hij, als hij dat wil, eens over zijn moeilijkheden kan praten. En dat doet hij ook. Vaak tot diep in de nacht zitten we over alles en nog wat te „bomen". Tom is een gevoelige jongen. Beslist geen keiharde, die, om zo te zeggen, zich maar even radicaal een weg door de moeilijk heden baant. Hij is voor anderen misschien ook wel wat moeilijk te benaderen. Eerder had hij een gesprek met drs. Grünwald, dat echter niet direct het gewenste resultaat had, waarmede ik zeker niet zeggen wil, dat een psycholoog niet thuis hoort in een moderne voetbalclub. Laten we hopen, dat de omstandigheden zich spoedig in gunsti ge zin zullen wijzigen, zowel voor Tom alsook voor Ajax. Want men zal hem, lijkt mij, toch niet voor de reservebank hebben gekocht Teruggekeerd van zijn telefoongesprek met Denemarken zegt Tom tenslotte: „Inge Danielsson had het in het eerste begin moeilijk, maar kwam er uit, Gerrie Mühren had een jaar nodig om een vaste plaats te veroveren. Waarom ik niet? Ik moet de kans krijgen en geluk hebben. En niet in één wedstrijd, maar meerdere keren achter elkaar. Nogmaals, daar wacht ik op Ik móét terugkomen." M. MIDDENDORP Jr. 15

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1969 | | pagina 15