wij lazen voor u
dankbetuiging
Gekozen zijn derhalve de heren: A. Boerkoel, J. A. Bouwens,
F. Dukker Sr., G. Fischer, C. IH. Geudeker, M. J. W. Midden
dorp, H. A. Smit, A. de Wit Jr. en E. van Wijngaarden.
Voorzitter Van Praag zegt dat een herstemming nodig is tussen
de heren A. Boerkoel en E. van Wijngaarden om uit te maken,
Wie in aanmerking komt voor de vacature Van Reenen.
De heer Van Wijngaarden deelt mede dat hij, om een herstem
ming te voorkomen, 'bereid is om in 1970 af te treden.
De voorzitter bedankt de heer Van Wijngaarden voor deze geste.
Vervolgens richt hij woorden van dank tot de niet herkozen heer
G. Jurgens, voor zijn werk in het belang van Ajax verricht.
Hij feliciteert de herkozen leden met hun herbenoeming en de
twee nieuw gekozenen, de heren M. J. W. Middendorp en H. A.
Smit, <met hun entree en voegt aan zijn felicitatie nog toe, dat zij
in de eerstvolgende vergadering van de ledenraad zullen worden
geïnstalleerd. Hoopt verder op een prettige samenwerking in het
belang van Ajax.
5. Jaarverslag van de secretaris.
6. Jaarverslag van de penningmeester.
Beide jaarverslagen worden door de vergadering met veel ap
plaus beloond. De voorzitter dankt de heren Westrïk en Timman
voor hun vele werk.
7. Mededeling van de Financiële Commissie.
De voorzitter van de Financiële Commissie, de heer W. F. Vol
kers, leest het rapport voor dat de commissie aan de ledenraad
heeft uitgebracht in de vergadering van 28 augustus 1969. Hij
deelt mede dat in deze vergadering door de ledenraad aan de
penningmeester en de overige bestuursleden volledige décharge
is verleend t.a.v. het gevoerde financiële beheer en beleid in het
af g e I o p e n ve r e ni gi n g s j a a r
8. Rondvraag.
De leden M. J. Koolhaas, J. Bartelsman en W. Meester voeren
het woord, waarbij laatstgenoemde een beroep doet op alle
leden om loyale medewerking te verlenen aan de Controle Com
missie.
9. Sluiting.
Gezien de tot op heden behaalde resultaten ziet het bestuur het
lopende verenigingsjaar met optimisme tegemoet.
De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun komst, voor de
prettige sfeer waarin de vergadering werd gehouden en sluit
met iedereen „wel thuis" te wensen.
J. H. W.
Gaarne zou ik langs deze weg alle vrienden, bekenden en andere
belangstellenden, die er toe hebben bijgedragen mijn 70e ver
jaardag in dankbare herinnering te doen voortleven, daarvoor
recht hartelijk danken.
Onvergetelijk!
WIM VOLKERS
('in „Sport en Sportwereld")
KESSLER—CRUIJFF: 1—1
Heer Kessler,
Volgens persberichten hebt u dezer dagen het volgende gezegd:
„Johan Cruijff, die hoeft hier niet meer te komen. Ik stel hem
niet op. Een jongen met een dergelijke instelling past niet in het
Nederlands elftal!"
Het is natuurlijk van u als coach van het Nederlands elftal uw
goed recht, dit soort beslissingen te nemen, maar heeft het u
niets gedaan, dat „Cruijffie" gezegd heeft dat hij tot nog toe
voor 95% voor de heer Kessler heeft gespeeld en voor 5%
voor het Nederlands elftal?
Heeft u dat hélemaal niets gedaan? Beschouwt u zichzelf on
danks uw jeugd niet af en toe als een soort tweede vader van
Johan Cruijff? Die indruk heeft u mij, en anderen ook wel, en
kele jaren geleden foc'h wel gegeven, toen u in het begin van uw
carrière als coach van het Nederlands elftal stond en er u alles
aan gelegen was begrijpelijk overigens successen met dit
elftal te bereiken.
U had toen het was in het jaar 1965 de junior Johan
Cruijff heel hard nodig, maar u ontmoette daarbij op uw weg
twee „tegenstanders", die het met Johan Cruijff net zo goed
voor hadden als u zelf. Dat waren dokter Rolïnk en ondergete
kende, welke laatste op dat moment als voorzitter van het be
taalde voetbal bij Ajax dit zeldzame talent Johan Cruijff
'in handen hadden.
Want in dat jaar 1965, toen Johan nog slechts 18 jaar was en
volgens onze dokter (Rolink) en ondergetekende nog een
„miezertje" was en heel kwetsbaar, zowel fysiek als mentaal,
wilde u hem a'l in het Nederlands elftal halen, terwijl wij er van
overtuigd waren, dat dit kind want dat was hij op dat mo
ment en dat is hij waarschijnlijk op dit moment nog „ergens"
heel voorzichtig gebracht moest worden.
U hebt er zich op dat moment, mede na gesprekken tussen dok
ter Rolink en dokter Mosterd, bij neer moeten leggen, maar
u was het er niet mee eens, al moest u ons besluit respecteren:
„Jullie kennen Johan niet zoals ik," aldus ongeveer uw bewoor
dingen, „Ik heb hem als 16-jarige hullend in bed meegemaakt
tijdens een UEFA-jeugdtoernooi in Duitsland en toen heb ik hem
goed leren kennen," aldus uw mening over de toen 18-jarige.
En wat zegt en doet u nu? Waar is nu uw vaderlijke zorg voor
deze jongen, die natuurlijk zwaar over het paard is getild. Er
was één man, waar deze jongen, die veel te vroeg zijn vader
verloren heeft, tegen opkeek en dat was Georg Kessler („voor
95% speel ik voor hem"), die in zijn prilste jeugd een grote
indruk op hem had gemaakt, omdat deze hem ook menselijk
wist te benaderen.
En nu zegt Georg Kessler: „Deze jongen met zijn mentaliteit,
die niet deugt, hoeft hier niet meer te komen." Zoals gezegd is
het uw goed recht hem niet op te stellen in het Nederlands
elftal, kunt u misschien zelfs tegenover de andere spelers moei
lijk anders doen, maar was het nodig deze woorden aan de
publicatie prijs te geven?
Jdhan Cruijff heeft fout gehandeld, maar is de stand nu niet
11 geworden? Ik vraag het maar.
MARTIN BREMER
13