heus, het helpt!
sii li
AJAXMANCHESTER-City. Onbereikbaar voor de Engelse doelman Dowd scoort Cruijff met een prachtige kopbal het 3e doelpunt.
Misschien met enkele uitzonderingen, is men blijkbaar alom in
den lande van mening dat Ajax het aan zijn reputatie verplicht
is, dit jaar opnieuw kampioen van Nederland te worden, om
daarna wederom als Europa Cup-fighter te fungeren.
De wens is de vader van de gedachte, en waar deze wens wel
zeer sterk speelt, is in onze eigen kring van Ajacieden. Maar
hieraan zal dan het een en ander moeten worden gedaan, en dit
geldt niet alleen voor ons bestuur, trainer en spelers. Het aan
koopbeleid van de heren bestuurderen, zowel als het vakman
schap van trainer Michels en de begeleidingsequipe onzer spe
lers, laat ongetwijfeld weinig te wensen over. Dat zit wel goed!
Wat m.i. echter niet helemaal goed zit, is de lauwheid van ons
Ajax-publiek. Het is alsof men pas werkelijk gaat meeleven als
Ajax ,,de top" heeft te verdedigen; maar om deze top te be
reiken, daarbij kunnen wij, supporters, ook een rol spelen.
Voetballen behoeven wij onze jongens niet te leren, dat kunnen
ze! En wat er nog valt bij te schaven, is ook niet aan ons; hier
voor staan deskundige krachten achter hen.
Wat onze taak is, is ons totale medeleven en dat dient niet be
perkt te blijven tot het elkaar vertellen ,,hoe mooi Piet dit deed",
„hoe handig Johan weer was", „hoe fijn Ger weer ingreep", of
„hoe snel Wim weer was".
De spelers moeten horen dat we er zijn!
Wat het applaus voor een artist is, zijn onze voortdurende aan
moedigingen voor de sportman. Zelfs een bescheiden sportman
kan tot ongekende hoogte groeien door het duidelijke mede
leven en de toejuichingen van zijn publiek. Het feit dat hij zich
omringd weet door genegenheid; het feit dat hij steeds weer de
waardering van zijn aanhangers ervaart, zal hem tot steeds
hogere prestaties, als het ware, opzwepen. Dit luid kenbaar
gemaakte medeleven heeft hij nodig.
De heer Michels zal zonder twijfel uit zijn spelersarsenaal halen
wat er in zit, maar toch blijft het publiek een onmisbare factor,
die ervoor kan zorgen dat het net nog iets méér wordt!
Willen wij Ajax weer als kampioen zien, laten wij dan echt een
beetje van onze gereserveerdheid laten vallen. Laat men maar
2x3 kwartier horen, dat we er zijn! We moeten onze ploeg
daar naartoe „brullen", waar we haar graag willen zien. Slechts
als dit bereikt is, mogen wij zeggen, dat we er ook iets aan
hebben gedaan, 't Is altijd prettig te weten, dat je er bij hoort,
maar laat dat dan ook iedereen maar even weten.
Zullen we er dit seizoen eens een lekkere, maar beschaafde
„heksenketel" van maken?
Heus, het helpt!
G. J. WIERTZ
10