ZWARTEPOORTE Het Olympisch Stadion op zondagavond 13 april 1969 In een van de dagbladen hadden we bij de voorbeschouwingen reeds iets gelezen over voorspellingen uit de Spartak-aanhang, die wel klopten met een waarschuwend woord van Rinus Michels aangaande de invloed van het publiek op de spelers. Nochtans meende men in het algemeen dat de 30 voorsprong geen gevaar voor Ajax meer kon inhouden, terwijl evenmin werd gedacht aan een „Hel", zoals b.v. destijds in Liverpool of wat men weet van Glasgow Rangers (vraag het Sparta: Cup 1959- 1960). Wel, om kort te gaan: dat is het toch wel geworden. Zo'n Hel. Enorm. Rinus verklaarde ons bij zijn terugkomst: „Daar heb je geen idee van. Veel erger als Liverpool." En het aldus opge zweepte Spartak, dat zich bovenal had voorgenomen, die 30 nederlaag in Amsterdam zó hardgrondig uit te wissen, dat óf AC Milan, óf Manchester United in Madrid een Slowaakse te genstander zou krijgen, dit Spartak dan, was, ten opzichte van zijn inzet, niet te herkennen van de ploeg in Amsterdam. Nu mogen we, bij alle hulde die we de mannen uit Trnava zul len blijven toezwaaien, niet vergeten dat mijnheer Majernik (wat een speler overigens) een op het punt van scoren staande Cruijff niet anders kon beletten zulks te doen dan door hem zo danig te „behandelen", dat Johan korte tijd later, vrij ernstig geblesseerd, het veld moest verlaten. Inge kwam hem ver vangen, doch, logisch, een en ander was een lelijke streep door de rekening die taktiek heet. En derhalve zijn invloed had op onze gehele aanval. Om de in Amsterdam verkregen voorsprong thans te behouden, bleef er maar één zaak over die als primair gold: verdedigen. En door de geweldig spelende ploeg uit Trnava én het feit, dat onze uitvallen te weinig stootkracht hadden, werd het praktisch een strijd tussen de Spartak-aanval en de Ajax-verdediging. Al was het dan een wat ongelukkige uittrap van Bals die de inlei ding vormde tot de eerste Spartak-goal, de wonderen die onze captain vooral in de laatste fase van de wedstrijd verrichtte, stempelden hem tot een waarlijke held. Evenals in Amsterdam was ook Barry Hulshof hèt grote struikelblok voor Adamec en zijn mede-aanvallers, maar de hulde, grote hulde, zouden wij toch aan de ploeg in zijn geheel willen brengen. Vooral ook daarom de waardering (zulks was ook de lof van de Slowaakse pers e.a.): in de moeilijkste ogenblikken bleef men bij Ajax ver van grofheden. Dat was aan de andere kant zeker niet altijd het geval; denken wij b.v. slechts aan die gevaarlijke alles voor uw woning MOLUKKENSTRAAT 74-76 - TELEFOON 53003 3

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1969 | | pagina 3