clubavond-nieuws old-timers party 't zetfoutenduiveltje Een bekende verschijning op de wekelijkse clubavonden begint zo langzamerhand de 84-jarige „ome" Jan v. Schaick te worden. Hij weigert gewoon ook maar één clubavond over te slaan. Drie jaar geleden getroffen door een gebroken heup, toen deze kras se Ajacied op de tram wilde springen wordt iedere week trouw van huis gehaald en gebracht door enkele meelevende Ajacieden, waarbij in het bijzonder de heer W. Meester ge noemd dient te worden. Dicht bij de billards gezeten, volgt de heer Van Schaick de wedstrijden met kennersblik en maakt af en toe een praatje met enkele belangstellenden. Nog vele jaren, „ome" Jan! Op vrijdag voor Pasen een overvol Ajax-restaurant. De vrouwen van de wekelijks kaartende en biljartende enthousiastelingen zouden nu proberen de prestaties van hun mannen tenminste te evenaren, zo ja niet te verbeteren. En ze zijn daar voortreffe lijk in geslaagd! Zij hanteerden de keu op een manier alsof ze weinig anders deden en toonden zich meesteressen in het sjoel bakken. Na een harde, verbeten, maar zeer sportieve strijd, waarbij de wedstrijdleiders zelden handelend behoefden op te treden, legde mevrouw Snijders met één punt verschil op de nr. 2, mevrouw Stroe, beslag op de eerste prijs. Bij de heren die (geïmponeerd?) nogal eens wisselvallig voor de dag kwamen .eindigde bij het klaverjassen J. Muller als triomfator, op de voet gevolgd door L. Swart. De biljarters moesten in drie poules verdeeld worden, waar ten slotte moeizaam, maar dik verdiend, de heren Nijhuis, Steen hoven en Tapperwijn als overwinnaars uit de bus kwamen. Zelfs de strijdlustige (én komiek onder de biljarters) Asbeek- Brusse had hiertegen in poule A geen verweer. In poule B kwam de veel tegen de ballen pratende Duyn net iets tekort, terwijl Ziegler maar niet kon vergeten, dat je bij dit spel je handen niet mag gebruiken. In poule C tenslotte waren de heren bepaald niet „lief" voor elkaar, want slechts Tapperwijn torende boven deze deelnemers uit. De clubavond-commissie verraste een ieder met een leuke prijs. Nog enkele clubavonden en dan zit het er weer op voor dit sei zoen. Ajacieden, schroomt niet de gezelligheid van een-avondje- uit te proeven, want de uitstekende sfeer in het Ajax-restaurant overtreft die van alle voorgaande gelegenheden. CAS BOLLEN Ze waren er ook dit jaar weer Onze old-timers ofwel: mannen van de Bordjesclub. Voor de vierentwintigste keer. En thans in eigen huis: het Ajax- restaurant! Alle voorgaande keren op één uitzondering na: het American Hotel, tijdens het Gouden Feest van Ajax in 1950 waren Jan en Jacob Sweering onze gastheren. In hun Huize Atlantic. Nu, met aan de Middenweg een nieuwe omgeving van een her bouwde Ajax-bovenzaal, meende de Bordjescommissie de bij eenkomst aldaar eens te moeten doen plaatsvinden. In de aanwezigheid van ook de gebroeders Sweering! Bravo! Of nu iedereen zo wild enthousiast was over de wijziging: West einde in Middenweg Ligt dit oude Ajax-feest zo diep ver ankerd in de sfeer van het stijlvolle „Atlantic". dat de nieuwe, moderne ruimte, ondanks de aanwezigheid van zóveel Ajax- glorie in de vorm van onze schitterende prijzenkast nog wat moet aanpassen Na het einde van de borreltafel konden we tijdens onze bezig heden: a la carte, constateren dat de muzikale omlijsting als van ouds prima was (leider: Van Praag Jr., de appel valt dus niet ver van de boom). Anneke Grönloh onder groot enthou siasme van „nur" mannen, op zeer charmante wijze het gebrui kelijk vrouwelijke tintje aan deze avond gaf en dat we beslist een goede kans op de „Beker" zouden maken, indien er een Europa Cup voor tafelpresidenten werd uitgeschreven en Wim Volkers Ajax daar zou vertegenwoordigen. Willem, ouwe reus, je was weer in kampioensvorm! Ere president Marius Koolhaas still going strong, zag er gelukkig patent uit en spreekt nog steeds de klare, krachtige Ajax-taal Vierentwintig jaar Bordjesclub. Dat wil dus zeggen: volgend jaar zilveren jubileum! Dat moet iets bijzonders worden. Alleen al door de aanwezigheid van alle (circa) 150 leden. Regelmatig komen op het „bordenfeest" zo in de buurt van 80 „knarren", waarvan merendeels „stamgasten". Maar volgend jaar maart en houdt u daar nü alvast rekening mee wordt zonder meer ook op uw aanwezigheid gerekend. Wim Meijer, Wim Volkers, Jan de Boer, Tjerk de Munnik c.s. zullen u vroeg tijdig van hun plannen in kennis stellen. We menen zelfs te weten, dat ze daaraan nü reeds bezig zijn! In ieder geval wordt het: anders dan anders! 70 jaar Ajax 25 jaar Bordjesclub! Zegt het voort! In mijn vorige artikeltjes wilde wilde o.a. 't zetfoutenduiveltje één mijner hoofdpersonen met alle geweld een etiket „opLAK- KEN", inplaats opplakken; op een andere plaats bedoelde ik „geluwd", maar werd het „gelukd". Die kleine duvel toch! Deze foutjes kunnen sóms tot humoristische gevolgen aanleiding geven, sóms helaas ook tot minder aangename. Hiervan zijn vele voorbeelden, doch ze zijn altijd van onopzettelijke aard. Het komt echter ook voor dat fouten in krantenberichten op zettelijk worden gemaakt, hetzij, om een reactie van bepaalde zijde uit te lokken, waardoor een polemiek als zeer gewaar deerde bladvulling kan ontstaan; hetzij, uit boosaardigheid. Uw ondergetekende heeft ook wel eens dergelijke opzettelijk heden gepleegd. Het was kort na 1945, toen de voetbal weer algemeen ging rollen en ik o.a. als sportverslaggever werkzaam was. Het vervoersprobleem was toen nog één van de grote moeilijk heden, waarmede men te maken had en waardoor b.v. de duur van een reisje naar Heerenveen, Eindhoven of Den Bosch, in clusief de uitwerking van het verslag, zo tussen 8 uur 's morgens en 's nachts 12 uur kwam te liggen. Om deze vervoersmoeilijkheden zoveel mogelijk te ondervangen, was het dan dikwijls zo, dat men als verslaggever voor een drietal kranten tegelijk werkte. Om dit te verbloemen was het dus zaak de verslagen zo min mogelijk gelijkluidend te maken, zonder natuurlijk in grote lijnen de werkelijkheid geweld aan te doen. Ik herinner mij dat ik op een maandagmorgen prompt werd opgebeld door een hevig verontwaardigde supporter, wiens club ik had beschreven als „een ineenstortend kaarten huis". Een verslaggever, die niet eens op de hoogte bleek te zijn van het feit dat hun vaste keeper niet aanwezig was, doch vervangen door die van het tweede elftal, was volgens hem niet capabel een goed verslag te schrijven. De goede man wist na tuurlijk niet, dat ik dit, toevallig in zijn lijfblad, opzettelijk had nagelaten te vermelden, om bovenvermelde redenen. De illusie van de eigen verslaggever moest toen, in die zeer moeilijke periode, gehandhaafd blijven, wat ik hem natuurlijk onmogelijk kon vertellen. Maar slecht waren ze, daar bleef ik bij! G. J. WIERTZ 23

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1969 | | pagina 23