honkbal
kentelijk voor hetgeen zij voor Ajax hebben gedaan tijdens hun
zittingsperiode in de ledenraad.
Hij wijdt hierna ook nog woorden van dank aan de heren G. de
Jongh en A. de Wit Sr. voor hun werk als lid van de ledenraad
met waardering voor het feit dat zij plaats hebben willen maken
voor de jongeren.
„Nu u de verslagen van de secretaris en de penningmeester
alsmede de woorden van de heer Koolhaas hebt gehoord, be
grijpt u dat veel gras voor mijn voeten is weggemaaid. Toch wil
ik wat deze omgeving betreft vanaf deze plaats de heren J. F.
v. d. Meijden en G. J. Camphuijzen nogmaals recht hartelijk
dankzeggen voor hetgeen zij hebben gepresteerd.
De heer J. Ferron, als pachter hier, wens ik veel succes.
Wij beleven een periode van grote bloei; we zijn de berg op ge
gaan, hebben de top gehaald en zitten nu al enige jaren óp die
top. We zullen daar misschien ook we! weer eens af moeten
gaan. Maar wij en ik bedoel daarmee het bestuur, de commis
sieleden, de trainers, de medische staf e.a. zullen er alles
aan doen om toch zo lang mogelijk op die top of zo dicht mo
gelijk daarbij te blijven.
Verleden jaar heb ik aan 't eind van de vergadering gezegd, dat
wij niet geheel kansloos waren tegen Real Madrid. Nu zou ik
willen zeggen dat onze kansen tegen Nürnberg groter zijn. Ik zeg
u dank voor deze prettige vergadering, voor uw aandacht en
wens u voor straks: wel thuis."
Met deze woorden sluit voorzitter Van Praag om ruim elf uur
deze jaarlijkse Algemene Ledenvergadering.
J. H. W.
Tussen de twee Europa Cup-wedstrijden
van Ajax in kwam de naam van onze ver
eniging nog vele malen in de kranten. Dit
betrof dan eens niet de prestaties van
onze Nederlandse voetbalkampioen, maar
het ging hier om de honkbalafdeling van
Ajax. Honkbalafdeling van Ajax wordt op
geheven, zo luidde het ene bericht, de Le
denraad van Ajax wenst geen stuiver
meer bij te dragen aan de Ajax-honkbal-
lers, zo wilde een ander bericht. Nog vele
andere variaties kan men hierop beden
ken, maar in feite kwamen alle publicaties
op hetzelfde neer: de naam van Ajax zal
uit de honkbalwereld verdwijnen.
Het begon eigenlijk allemaal op zondag
22 oktober met een volkomen uit de duim
gezogen bericht van de sportradiorubriek
„Langs de lijn". Op dat bericht vlogen
talrijke honkbal-persmedewerkers af en
zonder bij ons informaties te trekken, wer
den tal van positief luidende berichten
gelanceerd.
Was er nu helemaal niets van waar van al
deze berichten? Wel, we zouden willen
zeggen: „Waar rook is, is vuur." Waar
mede we beslist niet verder willen gaan
dan te zeggen, dat er inderdaad bepaalde
moeilijkheden met de honkbalafdeling wa
ren, moeilijkheden echter, die niet van
vandaag of gisteren waren, maar door ons
zelf reeds veel eerder gesignaleerd. In
vorige clubbladen hebben we hier eerder
al over verteld.
Het grootste probleem werd en wordt he
laas nog steeds gevormd door de terrein-
nood, waarin onze honkballers verkeren.
We zullen dit hier nog eens ter verduide
lijking herhalen, want zoals in de praktijk
gebleken is, is het voor sommigen beslist
heel moeilijk om goed te lezen.
Welnu, we hebben niemand ooit eerder
een verwijt gemaakt over dit levensgrote
probleem, omdat we altijd de mening zijn
toegedaan en er nog steeds precies zo
over denken dat een vereniging in de
eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor
de velden, die ter beschikking moeten
zijn. Daarnaast hebben we gesteld,
dat de vereniging Ajax en daar bedoe
len we onze gehele vereniging mee, en
niet alleen de honkbalafdeling beslist
niet in staat is voor speelgelegenheid voor
de honkballers te zorgen. Dit in inderdaad
schrille tegenstelling tot wat bijvoorbeeld
clubs als Feijenoord en Sparta voor hun
honkballers doen, kunnen doen, wel te
verstaan.
Hier vanuit gaande, is het duidelijk dat
de Ajax-honkballers op de steun en mede
werking van derden zijn aangewezen. Die
medewerking was er altijd en is er nog
steeds, daar zij we van overtuigd. We
hebben dikwijls genoeg geschreven, dat
de mede- en samenwerking met vereni
gingen als OVVO en HCTIW, die ons de
helpende hand boden, van goed tot zeer
goed was, terwijl wij ook vrijwel steeds
op de hulp van het rayonbestuur Amster
dam van de KNHB konden rekenen.
Het moet echter een ieder duidelijk zijn,
dat wanneer je met het ene negental hier
speelt en traint, met een ander negental
weer daar en met éné of meer andere
teams wéér ergens anders, dat dit dan
een noodsituatie schept, die op den duur
funest moet zijn. ledereen, die direct iets
met de sport in het algemeen te maken
heeft en met het verenigingsleven in het
bijzonder, zal dit met ons eens zijn.
Slechts buitenstaanders zullen dit moeilijk
kunnen begrijpen.
Waarom we hier op deze kwestie zo in
gaan? Omdat men ons deze constatering
van nuchtere feiten van bepaalde zijde
kwalijk heeft genomen. We komen hier
straks nog wel even op terug, maar willen
nog eerst even over de „problemen uit de
septembermaand" praten.
Er waren dus moeilijkheden met onze
honkbalafdeling. Mede omdat wij over en
kele sportcomplexen verdeeld, moesten
trainen en wedstrijden spelen, verwater
den de geest en de goede verstandhou
ding bij de spelers wel iets. De spelers
voelden zich geen lid meer van Ajax,
maar als het ware lid van Ajax 1 of lid
van Ajax 2. Daar waren weliswaar uitslui
tend de omstandigheden de schuld van,
maar het was nu eenmaal een funest ver
schijnsel, dat we tijdens het seizoen reeds
in alle nuchterheid konden constateren.
Toen daarenboven én door eigen schuld,
maar ook door domme pech blessures
bijvoorbeeld de resultaten vooral van
ons eerste negental niet volgens de ver
wachtingen waren, hebben enkele leden
van onze honkbalcommissie wel eens te
gen elkaar (en helaas misschien ook wel
tegen anderen) gezegd: „Als het zo door
moet gaan, houd ik er mee op. Dan neem
ik geen herbenoeming meer aan en dan
moet het bestuur der AFC Ajax maar zien
of er voor voortbestaan van de honkbal
afdeling nog reden is."
En dat is nu precies alles. Niets, en dan
ook helemaal niets anders is er gebeurd,
zelfs door vakantie e.d. geen enkel ge
sprek over dit onderwerp in de voltallige
honkbalcommissie.
Ja, we zouden ook nog fuseren met ABC.
Ook dat bericht hebben we als vrijwel de
finitief in een dagblad gelezen. Wat daar
nu van waar was? Ook helemaal niets.
Ook ABC had niets vernomen, had ook
kennis genomen van de vele geruchten en
daarop heeft ABC inderdaad zijn voel
horens uitgestoken, maar verder dan een
volkomen informatief gesprekje is het
nooit gekomen.
Houden we in het algemeen niet van ge
ruchten, en zeker niet van dit soort ge
ruchten, toch heeft deze hele kwestie iets
goeds opgeleverd. Ook onze spelers lezen
nu eenmaal kranten en ook zij werden ge
alarmeerd. Hun reactie? In grote sponta
niteit werd een „protest-bijeenkomst" uit
geschreven, waarop ook de leden der
honkbalcommissie aanwezig waren. Daar
14