verslag jaarvergadering ledenraad gehouden op 30 augustus 1968 in de bestuurskamer van het ajax-stadion 1. Opening Voorzitter Van Praag opent om kwart over acht de vergadering met een woord van welkom tot alle aanwezigen, in 't bijzonder tot ere-voorzitter Koolhaas. Hij merkt op, dat dit de eerste ver gadering is, die in de nieuwe bestuurskamer wordt gehouden en hoopt dat de entourage bij de leden in de smaak valt. Hij be tuigt dank aan de heren F. J. v. d. Meijden, G. J. Camphuijsen. J. Roodenburgh en N. Klok voor de wijze waarop alles in zo'n korte tijd is gereed gekomen. Onze vereniging beleeft een tijd van zeer grote bloei en de nieuwe bestuurskamer is mede een afspiegeling daarvan, met attentie voor het feit, dat het uiteinde lijk toch van het groene veld moet blijven komen. Verder brengt hij in herinnering dat de heren M. Caransa, J. W. v. d. Meijden en J. F. H. Asbeek Brusse voor de inrichting van de bestuurs kamer respectievelijk 10.000,f 5.000,en 500,heb ben geschonken, dat nog werden aangeboden door: de heer Bonewit een wandklok, de heer B. Jansen de barometer, de heer C. Deegen de voorzittersstoel, de heer A. J. Boijenk een voor zittershamer, de KNVB een rookverdrijver, de heer A. Blankert een sigarettenstandaard in balvorm, terwijl de heer W. Meester de betegeling van de toiletten voor zijn rekening heeft genomen. Vanaf deze plaats wil hij alle milde gevers nog eens recht har telijk dankzeggen. Overigens kan het openingswoord vrij kort zijn, gezien de uit voerige verslagen van secretaris en penningmeester, waaraan dezen een enorm werk gehad moeten hebben. Hij wil er nog wel even aan herinneren dat het afgelopen seizoen toch niet zo geruisloos is verlopen: hij denkt bijvoorbeeld aan het geval Haan, de zaak Keizer alsmede de moeilijkheden be treffende het opnieuw vaststellen van de wedstrijd Ajax Feijenoord. Het bestuur zal er onverminderd naar streven, die maatregelen te treffen, waardoor wij goed voetbal kunnen blijven brengen en de publieke belangstelling voor Ajax levendig hou den. Uiteraard is het moeilijk, als je drie maal achtereen kam pioen bent geworden, wederom het kampioenschap te behalen, maar het bestuur heeft alle vertrouwen in het eerste elftal, hoofd trainer Michels, de medische staf en masseur Salo Muller. Laten wij ook hopen op successen in de strijd om de Europa Cup voor landskampioenen. Hij memoreert tevens dat de heer J. de Boer Sr. gisteren 70 jaar is geworden en feliciteert hem namens de aanwezigen daarbij nog veie gezonde en gelukkige jaren met zijn gezin en Ajax toe wensende. In het afgelopen verenigingsjaar ontvielen ons de leden: K. Bakker, J. de Boer, Th. J. Bos, F. P. H. Broekhuis, J. M. Exmann, J. G. v. d. Eijnden, A. J. J. van Hemert, J. H. Heinhuis, D. Knegt en J. J. C. L. Siep. Hij verzoekt de aanwezigen deze leden staande met 1 minuut stilte te gedenken. Daarna wordt de vergadering voor geopend verklaard. 2. Ingekomen stukken De secretaris deelt mede, dat bericht van verhindering is ont vangen van de leden A. Boerkoel, J. H. Potharst en W. F. Vol kers. De heren C. C. Kamlag en G. P. Keizer zijn nog niet aan wezig. De heer Potharst heeft in een brief kenbaar gemaakt, bezwaar te hebben tegen de benoeming tot werkend lid van de heer G. J. Camphuijsen, onder meer omdat deze nog té kort lid is van de Terrein- en Onderhoudscommissie. Bovendien vindt hij de samenstelling van deze commissie niet juist. De secretaris verklaart vervolgens dat reglementair een vergade ring van de ledenraad geldigheid heeft, indien tenminste 18 leden aanwezig zijn. Aangezien reeds 22 leden de presentielijst hebben getekend, kunnen derhalve in deze vergadering rechts geldige besluiten genomen worden. 3. Notulen van de vergadering van 11 april 1968 De voorzitter vraagt of iemand nog op- of aanmerkingen heeft op de reeds toegezonden notulen van de vergadering van 11 april 1968. Niemand verlangt het woord, zodat hij de notulen met zijn hand tekening ongewijzigd arresteert onder dankzegging aan de secre taris voor de samenstelling. 4. Jaarverslag van de secretaris De voorzitter vraagt of iemand nog op- of aanmerkingen heeft op het jaarverslag. De heer Fischer zegt niets dan lof te hebben, maar dat hij een vraag zou willen stellen betreffende de pachtovereenkomst van het restaurant. De voorzitter zegt dat deze vraag geen betrekking heeft op de inhoud van het jaarverslag en vraagt of de heer Fischer daarom de vraag wil stellen tijdens de rondvraag. De heer A. de Wit Jr. zegt dat hij het jaarverslag met veel interesse heeft gelezen, maar dat hij vorige verslagen beter vond. Naar zijn mening heeft de secretaris de activiteiten van het bestuur teveel uitgesponnen. Hij heeft daar beslist groot respect voor, maar hij zou b.v. liever een antwoord hebben wil len lezen op de vraag of de vereniging niet te veel verouderd. Hetgeen de secretaris verder op bldz. 14 vermeldt omtrent de heer Camphuijsen lijkt wel een kandidaatsbespreking. Wat vermeld is omtrent het eventueel bedanken van zijn vader als kandidaat voor de ledenraad acht hij prematuur. Hij is wars van afbrekende kritiek maar had graag op de gebeurtenis sen in de vereniging een meer realistische kijk gehad willen hebben. De heer Van Praag zegt dat hij overigens volkomen het recht heeft om kritiek te uiten. De heer Jurgens zegt, dat hij de eerste keer dat hij het woord voert in deze vergadering het bestuur hartelijk dank wil zeggen voor het door hen gevoerde beleid, dat ons voor de derde keer in successie het kampioenschap heeft opgeleverd. Hij dankt te vens de heer Westrik voor zijn jaarverslag, maar heeft wel enige opmerkingen. Hij vindt dat te weinig de achtergronden zijn belicht betreffende de behaalde resultaten. Hij had meer willen lezen over de nieuwe weg die het bestuur bijvoorbeeld heeft ingeslagen betreffende de medische begeleiding. De secre taris heeft bijvoorbeeld ook vergeten de redactiecommissie te bedanken. De secretaris zegt dat het nu eenmaal ondoenlijk is om een jaarverslag te maken, waarop door niemand iets zou zijn aan te merken. De heer De Wit Jr. vindt over het algemeen dat hij het bestuur te veel in het zonnetje heeft gezet. De heer Jurgens had graag gezien dat hij nog verder had uitgeweid over de door het bestuur genomen besluiten, die tot het succes hebben geleid. Het blijft zijns inziens onmogelijk om een jaarverslag zo te maken, dat iedereen het precies juist vindt, maar hij kan wel zeggen dat niettemin geprobeerd te hebben. Hij kon verder moeilijk de redactiecommissie in zijn geheel bedanken, daar hij er zelf deel van uitmaakt. De heer Geudeker vindt de door twee sprekers gemaakte op merkingen futiliteiten. Naar zijn mening is het een „verrekt" goed jaarverslag. 10

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1968 | | pagina 10