Café „Populair" Het is precies (bijna héél precies, op 14 dagen na) 50 jaar geleden, dat onze club voor de eerste keer landskampioen werd. Dat was de ouderen weten dat natuurlijk nog heel goed, doch wij releveren dit voor de jongere garde op 9 juni 1918. Door een 30 zege op Willem II in Tilburg. Ook in die tijd van immers louter-en-alleen liefhebberij-voetbal, werd net als nu nóg door de amateurs regionaal gespeeld. Toen (1918) waren er vijf gewesten en traden voor de na-competitie om de titel „kampioen van Nederland" behalve Ajax (West 1), ook aan: AFC (West 2), Go Ahead (Oost), Willem II (Zuid) en Be Quick (Noord). Grootste concurrent: Go Ahead. Vóór de laatste wedstrijd: Ajax aan de kop met 1 punt voor sprong Onze club werd tenslotte kampioen met drie punten méér dan de Deventenaren, want deze verloren hun laatste wedstrijd In de Ajax-,.encyclopedie" voor de jaren tussen 1900 en 1950, met name het Gouden Boek (buitenstaanders zullen misschien opmerken, dat wij de naam van het edele metaal wel veelvuldig in clubverband gebruiken, doch wij zijn er trots op te kunnen verklaren, dat al dit „goud" ook werkelijk blinkt lezen wij over die ontmoeting in Tilburg nog, dat besloten werd, reeds 's zaterdags naar het zuiden te gaan. In die dagen was nl. de reisgelegenheid beperkt en weinig comfortabel. Bedenk wel, het was 1918, derhalve nog in de eerste wereldoorlog en wat Ne derland betreft in de mobilisatie. Hoe dat in die dagen allemaal in clubverband geregeld was, is ons onbekend, maar in ieder geval was het zondagsmorgens zó, dat, na de laatste reismogelijkheid Jan de Natris, onze rechts buiten, niet aanwezig bleek te zijn. En waar linksbuiten Wim Gupffert wegens een knieblessure onmogelijk kon worden op gesteld, ging linksbinnen Frans de Haan naar de rechtsbuiten plaats en werd een geheel nieuwe linkervleugel gevormd door Maassen en Kooge. In de eerste helft kwam de Ajax-verdediging, met een boven allen uitblinkende Frans Couton onder zware druk te staan. Zó zelfs, dat onze luidruchtige supportersbende er stil van werd." Doch kort voor de rust, toen iedereen van hem een pass naar de vleugel verwachtte, draaide Theo Brockmann (midden voor) zich plotseling om zijn as en mikte precies in het uiterste bovenhoekje van het vijandelijke doel (01). Dit gaf Ajax uiteraard een morele steun en de Tilburgers een deuk in hun zelfvertrouwen. Na de thee zou Van Dort de zege een meer vaster karakter geven en hij kan danook zonder meer worden beschouwd als de maker van de kampioensgoal. Terwijl niemand meer dacht dat de bal nog bereikbaar was, (uit een voorzet van Kooge) kreeg hij door een razendsnelle sprint de knikker net nog bij de tweede Specialiteit Verse en Gebakken Mosselen Reguliersbreestraat 51, tel. 231996 AJAX—ADO Oefenmeester Rinus Michels met assistent Cor Brom, en Dr. Rolink Van de gezichten: 't kon beter Rechts nog net zichtbaar: de geblesseerde Klaas Nuninga paal te pakken en „hoogop vloog het net Het derde goaltje was slechts franje en diende om de tijd te korten, tot het laatste signaal spelers, bestuur, leden en supporters in staat zou stellen tot een gemeenschappelijke vreugdedans." De ontvangst in Amsterdam was natuurlijk daverend. Het feest vond plaats in Artis, dat met zijn Koningszaal destijds dé gelegenheid in de Amstelstad was voor grote bijeenkomsten. Wat in 1918 de eindconclusie was, alsook in 1919, toen Ajax zelfs ongeslagen de hoogste titel behaalde (ook uniek in de Nederlandse voetbalhistorie) kan thans in 1968 worden her haald, nleen sprekend doelsaldo toont aan dat Ajax in derdaad de kampioensclub is." Slechts Feijenoord zou, gelet op haar spelkwaliteiten, eveneens aanspraak op de gouden plak hebben kunnen maken; u her innert zich, dat dat er ook lange tijd naar uit heeft gezien. Gaarne willen wij de Rotterdammers vanaf deze plaats compli menteren met het feit, dat zij dit seizoen zoveel beter „draai den" als daarvoor. Ze hebben het prachtig volgehouden om, na de inzinking, waardoor wij 1 punt vóór kwamen te staan, tot het laatste toe ons op de hielen te blijven. Doch het grote verschil dat zelfs reeds no. 3 op de ranglijst Go Ahead met ons (16 punten) en Feijenoord (13 punten) had, bewijst dat hier op zichzelf misschien wel goede elftallen aan het werk waren, die het in „uitschieters" clubs als Ajax en Feijenoord zeer lastig konden maken, ja zelfs vooral in hun thuiswedstrijden een nederlaag bezorgden (neem b.v. ADO- uit, Sparta-uit) doch die gemiddeld het hoogste niveau niet konden halen. En daarbij spreken wij dan over de laatste drie seizoenen Vindt u in het schriftuur van onze voorzitter het een en ander vermeld over de recepties in Krasnapolsky en het Doelenhotel, 4

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1968 | | pagina 32