de toto rivaal Feijenoord moest in Utrecht een punt worden achtergela ten (1 1), hetgeen de voorsprong der Rotterdammers tot drie punten deed stijgen. Zo naderde 14 januari 1968. Met het gesprek-van-de-dag: Ajax Feijenoord. Op straat, kantoor, krant, radio, TV enz. enz. Maarvorst en sneeuw en 's zaterdags dooi, ijzel, regen maakten dat alle velden, ook dat in het Stadion, tot onbespeel bare vlakten werden. Helaas En op die een en twintigste januari 1968 lag vooral het westen des lands in het „mistige". En behoorlijk! Doch de weerberichten en niet te vergeten „weerman" Ger- rit waren zeer optimistisch; laatstgenoemde verzekerde zelfs een AjaxFeijenoord in een heerlijk zonnetje Nu, u en wij weten het allemaal. Zo'n soort Liverpool-sfeer vóór het begin Gaat het wel door, of moeten we nog eens terugkomen? Er waren toeschouwers uit alle delen des lands; we spraken o.a. met Friezen en Gro ningers. Een hoera-tje om circa kwart voor twee deed begrijpen dat „ref" Dorpmans had besloten: spelen. Zo stapten de 25 lieden, die op z'n minst nodig zijn om binnen de krijtlijnen zo'n big match te kunnen „opvoeren" met recht: de mist in. Soms scheen het, dat de grijze massa ging optrekken, maar even later was het weer potdicht. Vaag zagen we Samardzic voor de Rotterdammers scoren, vaag zagen we enkele spelers later (het moeten Ajacieden geweest zijn) de armen ten hemel strekken; het bleek de gelijkmaker te zijn, door Sjaak Swart gemaakt. Na 31 minuten was het echter toch inrukken geblazen. De wed strijden was voor niemand meer te volgen. De heer Dorpmans nam zijn besluit op een moment dat Feijenoord met de rug tegen de muur stond en hun achterhoede slechts met kunst- en vliegwerk de verschillende panieksituaties in de buurt van P.G. wist te redden. Doch het afgelasten had in het algemeen aller instemming. Waar wij het echter beslist aiet mee eens zijn is het besluit de wedstrijd pas op een inhaaldag in maart a.s. te laten overspelen. Dat het bestuur van de Rotterdammers daarbij de wens van trainer Peeters volgt is begrijpelijk. Dat deze laatste uit psy chologisch oogpunt de drie punten voorsprong zo lang mogelijk wil behouden, is ook nog te volgen. Rinus Michels zou ver klaard hebben „het ook gedaan te hebben". We geloven dat hier: het geprobeerd te hebben" beter op zijn plaats is. Want neutraal bekeken is het natuurlijk nog maar de vraag of het zo lang uitstellen van déze wedstrijd juist is. Deze wed strijd, die waar in eerste instantie sprake van is geweest dinsdagavonds gespeeld had kunnen worden. Waarbij een TV- uitzending tevens mogelijk was geweest en enigermate als ver goeding had kunnen gelden voor hen die, elders uit het land komende, niet de gelegenheid meer hadden, wederom de reis naar Amsterdam te maken, resp. hun kaartje té vroegtijdig had den verscheurd in de vaste veronderstelling dat, nu de scheids rechter eenmaal begonnen was, het einde ook zou worden be reikt. Daarbij komt, dat de bezwaren van de heer Peeters zeker niet als steekhoudend beschouwd kunnen worden, nl. dat de tijd voor voorbereiding (tot dinsdag) té kort was. In de eerste plaats geldt zulks dan voor beide elftallen (Michels had geen bezwaar om twee dagen later te spelen) en bovendien vragen wij ons af of dit nu wel een houding of standpunt is t.a.v. een elftal als dat van Feijenoord, m.a.w. van internationale klasse, van profs, full-profs, zo niet geheel dan toch in ieder geval er vlak bij. Mogen we zo'n geval niet vergelijken met b.v. Enge land, waar zeker dinsdags of woensdags zou zijn overgespeeld? Maar goed, Feijenoord dacht er anders over. Dat echter de KNVB bij monde van de heer Coler meteen het Rotterdamse standpunt ondersteunde het spijt ons, doch het geeft andermaal weer hoe weinig begrip men in de top van onze nationale bond heeft met betrekking tot prof-voetbal. Van de daarvoor geldende maatstaven etc. Ook de belangen van het publiek bv., dat zijn dure geld betaald heeft. Want, zoals te recht het Algemeen Handelsblad, zij het misschien wat over dreven, maar toch met een kern van waarheid, opmerkte: mis schien is in maart óf Ajax óf Feijenoord al kampioen. In ieder geval is er nu wel al reeds de vraag: hoe is de stand van zaken (op de ranglijst) dan? Inderdaad: je kunt nooit weten. Houdt uw kaartje toch maar goed vast Wij gaan er intussen uittot de volgende keer maar weer. T. M. Dat het juist voorspellen van de uitslagen erg moeilijk is, be hoeft geen nader betoog. Men moet de toto niet zien uit een oogpunt van winstbejag, maar meer als een sportieve bezigheid. U begint met het invullen van het totoformulier. Op zichzelf al iets enerverends. Tot zondagmiddag half vijf heeft u de illusie een ton rijker te zijn, of in de tweede en/of derde prijs te delen. Spanningen zijn er dus te over. Voor zover u nog niet voor deelname bij ons bent geregistreerd kunt u dit alsnog doen. De tweede helft van de competitie is nauwelijks begonnen; daarom is het toch wel de moeite waard een kansje te wagen. Met het oog op een waarschijnlijk optrek ken van de hoofdprijs tot 500.000 gulden kunt u zich alvast vertrouwd maken met het totoformulier. Voor deelneming kunt u zich wenden tot de voorverkoopadressen van Ajax. Het inschrijfgeld bedraagt 1,50. Dat wij, grote vereniging zijnde, betrekkelijk weinig totodeel nemers hebben, is mede daaraan te wijten, dat er mensen zijn, die bij kleinere clubs „poolen", onder het motto: „Ajax heeft het toch niet nodig." (Hoort u dat, penningmeester?) Wat de algemene toestand bij de toto betreft, dit: Het aantal inschrijvingen is hoger dan verleden jaar; de inkom sten iets minder. Het eigenaardige is, dat bijna nooit meer dan ca. 56 procent wekelijks een totoformulier inlevert. Kom, 44 procent, laat eens iets van u horen! Tenslotte wordt u er op attent gemaakt, dat u, behalve bij onze voorverkopers, ook terecht kunt bij de toto-commissie, die elke vrijdagavond (clubavond) van zeven tot halftien in Hotel Suisse aanwezig is. KU 4

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1968 | | pagina 4