beknopt verslag vergadering ledenraad
Bouwmeester Gerrand
Voorzitter Van Praag opent om kwart over acht de vergadering
met een woord van welkom. Hij deelt mede dat het bestuur bij
de behandeling van punt 5 van de agenda uitvoerige medede
lingen zal doen betreffende de zaak-Keizer.
De secretaris zegt dat de leden J. A. Bouwens, P. van Deijck,
G. Jurgens, M. de Groot, J. H. Potharst, W. F. Volkers en E.
van Wijngaarden bericht van verhindering hebben gezonden, zo
dat 20 leden van de raad aanwezig zijn.
Het bestuurslid J. Hordijk is om privé-redenen niet ter vergade
ring aanwezig. Wel geven de ere-leden J. Roodenburgh en R. P.
J. Vunderink acte de presence.
Voorzitter Van Praag wijdt woorden van dank aan de heren
G. J. Beumer, J. L. Melchers en P. J. Paternotte, die geen deel
meer uitmaken van de ledenraad, voor hun steun en raadge
vingen tijdens hun zittingsperiode. Hij heet de nieuwe leden W.
F. C. Bruijnesteijn, C. C. Kamlag en P. van Reenen van harte
welkom en feliciteert hen nogmaals met hun benoeming. Hij
spreekt de hoop uit, dat het een prettige samenwerking zal
worden.
Vervolgens worden de heren W. F. Volkers en mr. dr. E. W. Catz
met algemene stemmen herkozen als 1e en 2e plaatsvervangend
voorzitter.
Voorzitter Van Praag deelt mede, dat de donateur J. J. C. L.
Siep, overleden 24 oktober 1967, bij testament van 20 oktober
1967, aan Ajax een bedrag van 500,heeft gelegateerd.
Hij geeft vervolgens een zeer uitvoerig exposé van de zaak-
Keizer, waarna de secretaris de pleitnotities van mr. Warners
voorleest. (Elders in dit nummer vindt u deze afgedrukt.)
Verschillende leden voeren hierna het woord, onder meer de
heren De Boer, De Wit Jr., Geudeker, De Wit Sr., Dukker, Kool
haas en mr. dr. Catz.
De voorzitter leest hierna een artikel voor uit De Zaanlander,
waarin staat dat verschillende leden het niet eens zijn met het
beleid van het bestuur inzake de affaire Keizer.
De vergadering nam met algemene stemmen onderstaande
motie aan, welke was ingediend door de heer N. Th. Timman.
,,De vergadering van de ledenraad van 23 november 1967.
Gehoord hebbende de beschouwing, voorkomende in een
aantal Noordhollandse dagbladen over de zaak-Keizer en de
daarin vermelde mening, dat een aantal met name genoemde
leden van Ajax de wijze waarop voorzitter Van Praag deze
zaak heeft behandeld, onjuist en niet in overeenstemming
acht met de grote naam, die Ajax op te houden heeft.
Verklaart dat het bovengenoemde volkomen uit de lucht is
gegrepen en dat zij zich in alle opzichten achter het door de
voorzitter gevoerde beleid stelt."
President Van Praag zegt dat hij het prettig vindt dat deze
motie met algemene stemmen is aangenomen, maar dat hij
slechts de woordvoerder was van het door het bestuur gevoerde
beleid.
Bij de rondvraag voerden onder meer de leden A. Boerkoel, W.
F. Schoevaart en P. van Reenen nog het woord. Eerstgenoemde
lanceerde de gedachte om met ingang van het seizoen 1968-
1969 de thuiswedstrijden van Ajax om half drie te laten aan
vangen.
De voorzitter sloot om ruim half twaalf de vergadering, na
bedankt te hebben voor de prettige sfeer tijdens de vergadering
en iedereen wel thuis gewenst te hebben.
Hieronder vermelden wij nog het communiqué dat aan de pers
werd verstrekt.
In de donderdagavond 23 november gehouden vergadering van
de ledenraad is de kwestie-Keizer uitvoerig besproken en is het
door het bestuur in deze gevoerde beleid aan het oordeel van
de ledenraad onderworpen. Met algemene stemmen heeft de
ledenraad zich volledig achter dit beleid en in het bijzonder
achter dat van zijn voorzitter gesteld. Daarbij werd de hoop uit
gesproken, dat ten aanzien van het spelen van Ajax-spelers in
het Nederlands elftal de komende maanden als een afkoelings
periode zullen werken en dat in deze periode de thans nog
levende emotionele gevoelens zullen zijn verdwenen. Voorts werd
de hoop uitgesproken, dat ten spoedigste de reglementen en
de rechtspraak in de KNVB aan de ontwikkelingen van het be
taalde voetbal zullen worden aangepast."
J. H. W.
Juweliers
Heiligeweg 12, Amsterdam-C., Tel. 23 65 41
11