van de voorzitter
Bouwmeester Gerrand
Regeren is vooruitzien!
U kent ongetwijfeld deze uitdrukking: dat
ze ook bij Ajax wordt toegepast, behoeft
zeker geen nader betoog. Het is immers
niet meer dan een gebiedende noodzake
lijkheid en zéker in de sector van het be
taalde voetbal.
Je móét verder zien. Meer dan één jaar.
meer dan twee jaren en ten aanzien van
bepaalde facetten zelfs nog verder
Dat het goed is daarbij, in verband met de
vele vraagstukken en problemen, die min
of meer alle clubs raken, van gedachten te
wisselen, oplossingen voor te stellen, af
spraken te maken etc., welke ziel van goe
den wille zal daar niet vóór zijn?
Als echter achteraf blijkt, dat op een
dergelijke bijeenkomst genomen besluiten,
gemaakte afspraken enz. in de praktijk
slechts als holle frasen kunnen worden
beschouwd, wordt de zaak bedenkelijker.
Op een in Utrecht gehouden vergadering
Juweliers
Heiligeweg 12, Amsterdam-C., Tel. 23 65 41
van Eredivisie-clubs werd o.m. het
volgende besloten:
1. Geen speler zal door een andere club
worden benaderd, alvorens eerst met
het bestuur (van de huidige club dus)
overleg is gepleegd.
Iets wat men een „gentlemen-egreement"
pleegt te noemen.
Nu, hiervan is op z'n rond-Hollands ge
zegd: geen donder terecht gekomen.
Ik wil hier geen naam of namen noemen.
Slechts werd geconstateerd, dat de daden
de (gegeven) woorden logenstraften
2. De clubs kwamen overeen dat, ver
deeld over een tijdsbestek van drie
jaren, de prijzen aldus zouden worden
verhoogd: overdekte zitplaatsen tot
f 10,staanplaatsen tot 3,50.
Voor de goede orde: het voorstel was niet
van Ajax afkomstig. Wel stemden wij ook
vóór, omdat een verhoging van de entree
prijzen voor de verenigingen in het alge
meen een gebiedende noodzakelijkheid is.
Minstens 85 procent van de (ook Eredi
visie-) clubs zit in financiële zorgen, ziet
de vaste lasten van jaar tot jaar stijgen,
terwijl de inkomsten daarbij verhoudings
gewijze achterblijven.
Goed, daarover waren wij het dus eens.
Maar wat staat enkele dagen later in de
kranten? O.a. Sparta en Feijenoord en
nu noem ik u toch twee namen doen
toch maar niet mee. Vrezen populariteit
te verliezen?
Ik vraag mij af, welk nut (gezien het bo
venstaande) zulke vergaderingen dan nog
wel hebben. Laat ik u zeggen: ik vroeg
het mij af. Want, mede gezien nog enkele
punten, hebben wij reeds besloten (ik
verklaarde dat ook in een radio-interview)
niet meer aan dergelijke spelletjes mee te
doen. Dat is alleen maar verloren tijd. We
zullen zelf onze boontjes wel doppen.
De loting voor de a.s. Europa Cup te Ge-
nève hebt u, dank zij de radio-uitzending,
als een spannende aangelegenheid kunnen
meebeleven. Ik wil niet zeggen dat Rinus
Michels en ondergetekende niet even goed
onze oren moesten geloven, toen Real
Madrid als onze tegenstander uit de bus
kwam.
Zeker, als we het, om zo te zeggen, zelf
voor het uitzoeken hadden gehad, waren
we liever wat kalmer-aan begonnen.
Je leunt nu meteen al zo niet tegen een
finale, dan toch wel in de buurt van demi
finale aan. Real Madrid is immers ieder
jaar goed voor een eindstrijd. Ze bezitten
een grotere internationale routine dan wij.
Hebben, gelet op hun prestaties in Europa
Cup-verband, een grote naam.
Aan de andere kant zij opgemerkt, dat zij
vorig jaar niet zo ver zijn gekomen
Een reden voor hen te meer, deze keer
weer een rol van betekenis te willen ver
vullen?
Wat ons betreft: het lot heeft nu eenmaal
zo beslist. Enkele pessimisten spraken
zelfs al van: noodlot! Nu, zo somber zie ik
het beslist niet. Integendeel. Op grond
van de prestaties in de achter ons liggen
de twee jaren, acht ik ons elftal zeker
niet kansloos.
Er is verder nogal wat te doen geweest
over de prijzen, die wij voor de wedstrijd
in het Olympisch Stadion hebben vastge
steld. Hierover sprak ik reeds op een
persconferentie, alsmede ook in het eer
der genoemde radio-vraaggesprek.
Ten behoeve van ons clubblad wil ik daar
omtrent onze mening in grote lijnen nog
eens herhalen: ook al omdat ik vind dat
u dergelijke Ajax-berichten niet altijd via
de grote pers behoeft te vernemen. Er is
ook nog een Ajax-Nieuws
We kunnen het er allen over eens zijn, dat
we een prachtige vereniging hebben, met
momenteel een schitterend eerste elftal en
dat zulks allemaal het resultaat is van de
gezamenlijke inspanning van zoniet allen,
dan toch velen onzer. Het gaat er nu in
de eerste plaats om, de huidige situatie
te consolideren en waar mogelijk nog te
verbeteren.
Dat betekent b.v. dat we ons moeten wa
penen tegen vooral de buitenlandse „zuig
kracht" ten aanzien van topspelers. Van
uit landen als Spanje, Italië e.d. komen de
meest fantastische aanbiedingen en wil je
niet door het vertrek van één of meer van
dergelijke spelers achterop geraken, dan
is het zaak dienovereenkomstige contrac
ten te bieden (in verhouding tot en met in
achtname van geldende normen o.a. le
vensstandaard e.d.), zodat de heren, die
willen toeslaan, het heft uit de hand wordt
genomen.
Verder is het noodzakelijk de grootst mo
gelijke aandacht te besteden aan het „re
serve-materiaal", dat van een dusdanig
gehalte en zo aangepast dient te zijn dat,
indien een speler door blessures, ziekte
e.d. korte of langere tijd is uitgeschakeld,
deze op behoorlijke wijze kan worden ver
vangen, zodanig dat niet direct van een
aanzienlijke verzwakking gesproken moet
worden.
4