van Piet Paternotte, onze reserve-doelman, namens „de jongens van het tweede elftal". Nadat de instuif voor geëindigd was verklaard, doken bestuur, spelers e.a. nog even in een rustig gedeelte van Kras teneinde wat bij te komen van al die drukte en spanningen van nauwelijks enkele uren Zou, nu Ajax dus reeds kampioen was, de „topper" Ajax Feijenoord (lichtwedstrijd) op 18 mei niet meer aantrekkelijk zijn? Alle spanning was er immers uit De met zoveel moeite veroverde toegangsbewijzen werden hier en daar zelfs al voor lagere prijzen aangeboden (vooral in Rotterdam) en de vraag naar kaarten in het algemeen was plotseling verdwe nen Maar er was toch voor beide clubs nog zoiets overgebleven als „prestige"? Wel, u hebt het „real" of via uw beeldscherm kunnen aanschou wen, dat een vooral in de eerste helft superieur Ajax er beslist geen „dooie boel" van maakte, integendeel, haar tegenstanders, min stens een klasse overtreffend, duidelijk maakte, dat, ware dit duel nog als „beslissing" te beschouwen, er geen twijfel meer over bestond, wie van de twee de werkelijke kampioen was. Er waren weergaloze combinaties, felle schoten, waarbij Eddy Pieters Graafland de gelegenheid kreeg zich te onderscheiden, en last but not least de ijver, de wil om deze ontmoeting te winnen, die onze ploeg, luide toegejuicht door 'n bijna uitverkocht Olympisch Stadion, bij de rust een 20 voorsprong verschafte, ontstaan uit prachtige doelpunten van Klaas Nuninga en Joh. Cruyff. In de tweede helft hebben Frits Soetekouw c.s. het wat kalmer aan 15 mei: De instuif in Krasnapolsky 9

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1966 | | pagina 9