DE KUIL'
Restaurant
glad. Nu weten we nog uit de amateur-tijd, wanneer we de Alme-
loërs als „kampioen Oost" (en wij uiteraard „kampioen West I of
West II") in eigen home hadden te bestrijden, dat dat een vreselijk
harde noot was, die met een gelijk spel al als gekraakt kon worden
beschouwd. Maar toch, het was nü een tegenvaller. En daar kwam
als nog flinkere klap een week later de (eerste) nederlaag tegen
Sparta bij. In de Meer nog wel (01).
De Rotterdammers verdienden de zege alleen daarom al, omdat zij
behoudens de eerste 20 minuten, welke onbetwist voor Ajax waren,
een veel hoger tempo speelden; het was aan Amsterdamse zijde
maar een lauwe boel. Bovendien had Sparta zijn verdediging op
„keihard" afgesteld (misschien hier en daar wel eens té erg) en
last but not least was doelman Pim Doesburg in een ongenaak
bare vorm.
Na een tweede pauze in het competitie-verloop (de „beruchte"
wedstrijd NederlandZwitserland) volgde de derby: DWSAjax,
in een uitverkocht stadion. DWSdat „men" bij voorbaat reeds
als de a.s. kampioen 1965/1966 had aangemerkt, omdat het de
eerste club in de Ere-divisie was, die voor zijn gehele eerste elftal
het full-professionalisme had ingevoerd, doch waarvan de eerste
resultaten nu echt niet waren om te zeggen: ze hebben gelijk, dat
is het!
Zonder Klaas Nuninga, waarvoor Joh. Cruyff inviel, betraden we
de grasmat. Rust 00. Maar in de tweede helft kwam Ajax pas
goed los. Toen werd de 60.000 aanwezigen een spelletje voor
geschoteld, dat de grootste bewondering afdwong. Dat het bij
20 bleef was nog een wonder. Benjamin Cruyff was het, die het
genoegen smaakte beide doelpunten te scoren.
Een over alle linies dominerend Ajax maakte daarna korte metten
met Fortuna uit Geleen. Maar goed voor de Zuiderlingen, dat daar
in het doel zulk een bekwame doelman Vogels stond: het ware
anders niet bij 40 gebleven.
Even een „beker" er tussendoor, n.l. tegen ZFC in Zaandam. Een
strijd waarbij de mannen uit de Zaanstreek zich dapper weerden
en wij het „netjes" hielden, n.l. 30.
Er volgde weer zo'n ontmoeting, waarbij men, gelet op de ervaring,
pleegt te verklaren: een gelijk spel hier betekent een morele over
winning, of anders gezegd: wie daar binnentreedt, late alle hoop (op
de puntjes) varende reis naar het Zuiderpark te Den Haag:
ADO.
En dat niet voor niets. De Hagenaars waren reeds anderhalf jaar op
eigen terrein niet te kloppen geweest. (Vraag het ook Feijenoord.)
Voor een
belegd broodje
Salades
Rembrandtsplein 7 Croquetten
Tel. 62690 enz'
Wat men verwachtte: een pittig partijtje, werd op deze zondagmid
dag wederzijds inderdaad ten beste gegeven. Want was het vroeger
nog wel eens zo, dat Ajax fysiek niet tegen hard spel was opgewas
sen, ten opzichte van dat „damals" is er in onze ploeg wel wat
veranderd.
Een bliksemsnel door Bennie Muller genomen vrije schop, ge
plaatst naar Henk Groot, stelde deze laatste in staat ons de leiding
te geven. Doch na de rust maakten de Hagenaars niet alleen gelijk,
doch namen een kwartier voor het einde zelfs de leiding.
In onze Kroniek schreven we naar aanleiding daarvan: „dat zou ons
het vorig seizoen de genadeklap hebben gegeven. Nu echter kwam
er een bewonderenswaardig herstel. Nu bleek de goede mentaliteit
waarover de ploeg momenteel beschikt".
Want nadat Sjaak Swart de gelijkmaker ter wereld had gebracht,
werd 3 minuten vóórdat scheidsrechter Boogaerts affloot, een
schitterende combinatie tussen Joh. Cruyff en Piet Keizer door deze
laatste met een schot uit een onmogelijke hoek besloten en tussen
de benen van doelman Van Vianen verdween de bal in het net: 32
voor Ajax. Zo bleef het.
Afwezigheid van Cruyff (,,ref"-notitie) gaf Klaas Nuninga gelegen
heid bij de ontmoeting tegen GVAV in meer dan één opzicht
derhalve terug te keren tot zijn oude omgeving. En hoe! Dat
Klaas sinds die tijd is gaan spelen in een vorm, waarop hij zélf
misschien wel het meeste al zo lange tijd werd gehoopt, is na
derhand wel bewezen.
Uiteindelijk boekten we tegen deze Groningse vrienden een 51
overwinning.
Na in Tilburg met 41 over Willem II te hebben gezegevierd, was
het de beurt aan de FC Twente om naar de Meer te komen. Deze
wedstrijd had een voor Ajax minder prettig einde. Niet wat de
beide puntjes betreft (we wonnen met 31), doch nu was het
Tonny Pronk, die kort voor tijd de kleedkamer mocht opzoeken.
Helaas! Dat n.b. van de zijde der tegenpartij het voor Ton bij
scheidsrechter Bom werd opgenomen, bewijst wel dat er aan het
„vergrijp" van onze speler iéts moest zijn vooraf gegaan. Nu, dat
was ook inderdaad het geval, maar ja, eigen rechter spelen is nu
eenmaal verbodenEn terecht!
We kwamen weer aan „bekeren" toe. Ditmaal was Zaanstreek onze
gast. Door met 31 te winnen, kwamen we weer een ronde verder.
Toen naar de Rotterdamse kuip, of met andere woorden: Feijen
oordAjax. Er waren een paar moeilijkheden: géén Ton Pronk en
géén Henk Groot; deze laatste in verband met een tegen Zaan
streek opgelopen liesblessure. Was oorspronkelijk het plan Klaas
Nuninga naar „achteren" te halen, door de afwezigheid van Henk ging
Klaas toch naar voren, waardoor onze aanval werd gevormd door
Sjaak Swart, Klaas Nuninga, Joh. Cruyff en Piet Keizer. De plaats
van Pronk werd nu door Barry Hulshof ingenomen.
Nu moeten wij er u nog even aan herinneren, dat we op dat moment
met één wedstrijd méér gespeeld 6 punten voor stonden,
omdat de Rotterdammers al eerder o.a. thuis tegen GVAV, ADO (in
het Zuiderpark, weet u wel!) en DWS in Amsterdam, de punten
aan de tegenpartij hadden moeten laten!
Het werd een enerverende strijd, daar in de Maasstad, waarbij de
gastheren de leiding namen, na een 00 rust. Doch een meester
lijke pass van Piet Keizer benutte Joh. Cruyff om de gelijkmaker
achter Eddy Pieters Graafland te plaatsen en met deze 11 kwam
ook het einde. Algeméén was men van oordeel dat „Ajax met 11
gewonnen had", algeméén, let wel, niét plaatselijk en zo
De laatste wedstrijd, als besluit van het eerste gedeelte der com
petitie, ging thuis tegen Elinkwijk, dat met 70 van het veld werd
geveegd. Als merkwaardigheid moet hier worden opgemerkt dat
de ruststand00 was.
4