de spelregels vragen uw aandacht.... In een der vorige afleveringen van deze rubriek zinspeelde ik reeds op het onstuimige, ingewikkelde karakter van (de m.i. belangrijke) regel 12. Welnu, thans is het moment gekomen waarop wij alle overtredingen die men op een voetbalveld kan maken, de revue zullen laten pas seren (buitenspel uitgezonderd). Zoals u weet, wordt er in het voetbalspel onderscheid gemaakt tussen een directe en een indirecte vrije schop. Uit een directe vrije schop mag ineens gedoelpunt worden, terwijl dat bij een in directe vrije schop niet het geval is. Aardig om te weten is mis schien, dat de scheidsrechter bij een indirecte vrije schop zijn hand omhoog steekt zodat een ieder direct kan zien, welke vrije schop genomen moet worden. Er zijn mensen die denken, dat de scheids rechter zelf mag uitmaken: een directe dan wel een indirecte vrije trap. Welnu, deze veronderstelling is verkeerd. Regel 12 geeft een indeling van overtredingen, die bestraft dienen te worden met een directe- en die met een indirecte vrije schop. De scheidsrechter heeft zich wel degelijk aan deze indeling te houden. Ik ontkom er niet aan, u die indeling te geven, hetgeen voor het begrip van regel 12 beslist noodzakelijk is: Een speler moet worden gestraft met het toekennen van een directe vrije schop, te nemen door de tegenpartij op de plaats, waar de overtreding geschiedde, indien hij opzettelijk: a. een tegenstander trapt of poogt hem te trappen; b. een tegenstander doet vallen, waaronder is te verstaan het laten vallen of pogen te laten vallen met behulp van de benen, of door voor of achter hem te bukken; c. springt op een tegenstander; d. een tegenstander op een ruwe of gevaarlijke wijze aanvalt; e. een tegenstander van achteren aanvalt, terwijl deze hem met opzet hindert; f. een tegenstander slaat of poogt te slaan; g. een tegenstander vasthoudt met zijn hand of met enig deel van zijn arm; h. een tegenstander duwt met zijn hand of met enig deel van zijn arm; i. de bal met de hand speelt, d.i. de bal met de hand of arm draagt, slaat of voortduwt (dit slaat niet op de doelverdediger, wanneer deze zich in zijn strafschopgebied bevindt). Indien een speler van de verdedigende partij opzettelijk één der hierboven genoemde 9 overtredingen begaat, in zijn strafschop gebied, dan moet hij worden bestraft met een strafschop. Een strafschop kan worden toegekend, onafhankelijk van de plaats, waar de bal zich bevindt, mits hij in het spel is op het ogenblik, dat de overtreding binnen het strafschopgebied geschiedde. N.B. Gebeurt een der bovenstaande overtredingen op de lijn van het strafschopgebied, dan volgt toch een strafschop daar de grens lijnen ook tot het strafschopgebied behoren. Alvorens verder te gaan nog iets meer over de strafschop. Neemt u nu bijvoorbeeld de „penalty" uit de wedstrijd AjaxHeracles. De betreffende Heraclied beging een overtreding ,,b" (tegen Johan Cruyff) in zijn eigen straf schopgebied. De scheidsrechter floot en wees naar de stip. Kritiek! Nu vraag ik u: wat had hij anders moeten doen? Er zijn nog kranten die durven te schrijven „dat het wel een wat zware straf was". Wel Ajacieden, er bestaat geen groter onzin. Alsof de scheids rechter zelf zou mogen uitmaken of hij een penalty geeft of een vrije schop. Een der bovengenoemde overtredingen in het straf schopgebied betekent penalty! Punt, uit. Een speler moet worden gestraft met het toekennen van een directe vrije schop, te nemen door de tegenpartij op de plaats, waar de overtreding geschiedde, indien hij een van de volgende vijf overtredingen begaat: 1. speelt op een wijze, die door de scheidsrechter gevaarlijk wordt geacht, b.v. poogt de bal te trappen, indien deze door de doel verdediger wordt vastgehouden; 2. eerlijk aanvalt, dat is met de schouder, indien de bal zich niet binnen het bereik bevindt van de betrokken spelers en zij be paaldelijk niet de bedoeling hebben deze te spelen; 3. opzettelijk een tegenstander hindert, terwijl hij zelf de bal niet speelt, d.w.z. tussen een tegenstander en de bal gaat lopen of, met de bedoeling daarmede zijn tegenstander te hinderen, zijn lichaam plaatst tussen de bal en de tegenstander; 4. de doelverdediger aanvalt, behalve wanneer deze: a. de bal vasthoudt; b. een tegenstander opzettelijk hindert; c. zich buiten zijn doelgebied bevindt; 5. als doelverdediger de bal draagt, dat is meer dan 4 passen doet, terwijl de bal, zonder deze op de grond te laten stuiten, vasthoudt. Een speler moet een waarschuwing ontvangen indien hij: j. het speelveld betreedt, nadat de wedstrijd is begonnen, om zich bij zijn partij te voegen of opnieuw aan het spel deel te ne men, zonder een teken te hebben ontvangen van de scheids rechter dat deze daarmede instemt. (Wil een speler terugkomen nadat hij zijn schoeisel in orde heeft gemaakt (zie regel 4) dan dient hij te wachten tot het spel „dood" is.) Indien het spel is onderbroken (om de waarschuwing te geven), wordt het spel hervat met een hoogtebal op de plaats van de overtreding; be gaat de desbetreffende speler echter een overtreding waarop een zwaardere straf is gesteld, dan dient hij overeenkomstig de voorschriften op dit punt te worden bestraft; k. herhaaldelijk de spelregel overtreedt; I. door woord of gebaar toont het niet eens te zijn met een be slissing van de scheidsrechter; m. zich schuldig maakt aan onbehoorlijk gedrag. In aansluiting op de waarschuwing na een der laatste drie overtre dingen dient een indirecte vrije schop te worden toegekend aan de tegenpartij op de plaats van overtreding. Een speler moet van het veld worden gezonden indien hij: n. zich schuldig maakt aan een gewelddadige handeling, waar onder is begrepen het gebruik van onbehoorlijke of beledigende taal of indien hij, naar het oordeel van de scheidsrechter, zich schuldig maakt aan ernstig gemeen spel. o. zich wederom misdraagt, nadat hij een waarschuwing heeft ont vangen. Indien het spel is onderbroken omdat een speler is weggezonden wegens een vergrijp zonder een bepaalde overtreding van een regel te hebben begaan, wordt het spel hervat met een indirecte vrije trap door de tegenpartij op de plaats van overtreding. Wel, dit is dan schematisch de zo moeilijke regel 12. Een en ander behoeft hier en daar nog wel een toelichting. Aangezien ons betoog anders wel wat té lang wordt, zal de tijd die ligt tussen nu en het volgend clubblad u waarschijnlijk wel welkom zijn. M. VAN PRAAG 26

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1966 | | pagina 26