met de honkballers gaat het goed,
maar het kan beter
identiteitskaarten
Zoals een ieder nog wel zal weten, hebben de Ajax-honkballers
enkele prachtige jaren achter de rug. Na een dieptepunt werd twee
jaar geleden eindelijk promotie naar de hoogste afdeling verworven
en vorig seizoen deed Ajax iets, dat daarvóór nog niet vertoond
was: zich in die hoogste afdeling handhaven namelijk. Want nog
geen enkele debutant in de hoofdklasse was er in geslaagd zich
in het eerste jaar te handhaven, maar Ajax deed dat in 1964 wèl.
Voeg daarbij, dat het tweede en derde negental kampioen werden
en het derde team hier nog promotie aan toevoegde, en we weten
allen weer, dat ook 1964 een zeer goed honkbaljaar voor ons was.
In dit licht bezien, zullen er ongetwijfeld Ajacieden zijn, die de
prestaties tot nu toe ietwat teleurstellend vinden, omdat het eerste
negental zich op het moment, dat wij dit schrijven, in de onderste
helft van de ranglijst bevindt. Dat men gehóópt heeft, dat Ajax een
leidende rol zou vervullen, is logisch, maar dat men hier op réken-
de is totaal verkeerd. Want we missen nu eenmaal juist die spe
lers, die hiervoor zouden kunnen zorgen, en daarnaast misten onze
spelers helaas nog iets, waarover zij in vorige seizoenen wèl de
beschikking hadden.
Met vreugde heb ik er enkele jaren achtereen van kunnen ge
wagen hoe een enorme geest er in de honkbalafdeling heerste,
een geest die het mogelijk maakte onverwachte, sensationele over
winningen zelfs op veel sterker geachte tegenstanders te behalen.
In groot enthousiasme, in een eendracht, die een voorbeeld voor
velen was en die ons negental tot een werkelijk team aaneen
smeedde, werden talrijke successen behaald.
Het doet wel zeer teleurstellend aan, dat hier dit jaar bij ons
eerste negental helaas geen sprake van is. Bijzonder spijtig is het,
dat enkele spelers door hun weinig sportieve houding in een korte
spanne tijds trachten af te breken, wat door stug werken in een
jaar of zes is opgebouwd.
Wat er dan aan de hand is? Het is voor een ieder duidelijk, dat
Ajax zich vorig jaar nimmer in de hoofdklasse gehandhaafd zou
hebben, indien we niet wat versterking hadden gekregen. Drie
spelers uit Aruba kwamen onze gelederen versterken en hoewel
er ook toen al enkele spelers waren, die zich bedreigd voelden
wat hun vaste plaats in het eerste negental betrof, viel het alles
bijeen toch nog wel mee. De stemming bleef goed, óók toen Ajax
zich ondanks de versterkingen in degradatiegevaar bevond.
Teneinde te voorkomen, dat we dit seizoen weer in degradatie
gevaar zouden komen te verkeren, werden er opnieuw enkele
Arubanen in onze gelederen opgenomen, maar nu was het hek van
de dam! In plaats van in te zien, dat dit gebeurde in het belang
van Ajax en van het eerste negental zelf, kreeg het gemopper nu
toch de overhand.
Men zal begrijpen, dat dit gemopper juist van die spelers kwam,
die hun eigen tekortkomingen in speltechnisch opzicht goed aan
voelden en die zich daardoor dus wederom bedreigd voelden. In
plaats van vertrouwen te hebben in de leiding, in plaats van nu
eens nog wat harder te gaan trainen teneinde hun prestaties op
te voeren, werd alleen maar de mond geroerd, zelfs tijdens wed
strijden. En het spreekt vanzelf, dat dit zijn weerslag in de presta
ties ondervond en nóg ondervindt.
Was hier nu niets tegen te doen? Waarom lukte dit vorig jaar wèl
en nu niet? We zouden hier lang over kunnen uitwijden, maar
zullen dit niet doen. We volstaan er dus mee het teleurstellende
feit te constateren. Met het vermelden van onze teleurstelling over
de mentaliteit van enkele spelers, sluiten we dit hoofdstuk nu
maar af.
Men moet echter nu ook weer niet denken, dat het in de honkbal
afdeling aan alle kanten rommelt. Daar is gelukkig geen sprake
van en zelfs is het zo, dat die nièt-zo-beste-stemming niet naar
buiten-uit blijkt. Wat dat betreft, kan Ajax gerust zijn.
Hoewel een eervolle plaats op de ranglijst nog steeds mogelijk
blijkt, gooit het eerste negental dit seizoen dus geen hoge ogen.
We zullen al dubbel en dwars tevreden zijn, als het eerste team
in de middenmoot eindigt en we hebben nog wel zóveel ver
trouwen in het gezonde verstand van onze spelers en in hun capa
citeiten, dat we ons beslist niet bezorgd maken voor degradatie.
In feite valt er over de andere negentallen prettiger te berichten.
Weliswaar heeft het tweede negental op dit moment één teleur
stellende nederlaag geleden, maar dat dit team toch weer een
beste kans maakt om kampioen te worden, staat vast. Twee jaar
achtereen werd het tweede negental kampioen, maar ook twee
keer moest het in de promotie-wedstrijden een nederlaag incasse
ren. Drie maal is scheepsrecht, zodat we er maar op blijven hopen,
dat dit seizoen promotie wordt bevochten. Het tweede speelt in de
reserve tweede klasse en kan dus nog één klasse hoger komen.
Dat wordt langzamerhand wel tijd, want in de reserve eerste klasse
wordt natuurlijk sterker gespeeld en dat is voor onze reserves
nodig om de aansluiting met het eerste negental niet te ver
liezen.
Ook met het derde negental gaat het voortreffelijk, want hier is
het nu al welhaast een zekerheid, dat evenals vorig jaar een kam
pioenschap behaald zal worden. Vorig jaar in de derde klasse van
het Rayon Amsterdam gestart, speelt het derde negental nu in
de tweede klasse, zodat aangenomen mag worden, dat dit team
volgend seizoen in de eerste klasse zal uitkomen. Dan bestaat ook
de mogelijkheid, dat promotie naar de landelijke competitie ver
overd wordt.
Verheugend is voorts, dat onze beide jeugd-negentallen voor het
eerst sinds enkele jaren weer meetallen. Weliswaar zijn er nog te
Willen de seniores, in het bezit van een idéntiteitskaart, deze zo
spoedig mogelijk doen toekomen, ter verlenging, aan mijn adres.
Hetzelfde geldt voor de juniores, die komend seizoen senior-lid
zijn. Deze dienen hun juniores-identiteitskaart benevens een pas
foto aan mij te doen toekomen, dan komen zij in het bezit van een
seniores-identiteitskaart.
W. F. SCHOEVAART
Reguliersgracht 112, Amsterdam-C.
Tel. 239974
3