reactie op reactie! een „veertig"-jarige: dank u, ajax Saint Germain des Prés Het deed mij prettig aan te constateren dat ons clubblad ook in andere kringen wordt gelezen en heel dankbaar ben ik de heer Reinders van de Amsterdamse Athletiek Club A.A.C. dat hij rea geerde op mijn artikel over de jeugd(op)leiding. Zoals hij óók reeds schreef zijn wij het in grote lijnen wel eens en speciaal uit mijn hart gegrepen is zijn opmerking: „want de algemene sportontwikkeling op de Nederlandse scholen is heel slecht". Sterker zou ik willen stellen, de gehele lichamelijke op voeding op de Nederlandse scholen is bedroevend. Nog steeds zijn er legio scholen, waar gymnastiek geheel en al ontbreekt!! Voorts zijn het merendeel der roosters slechts voor zien van 2 x 50 minuten per week gymnastiek!! We mogen toch wel stellen dat de overheid in deze, wel een taak heeft te verrich ten. Maar niet alleen de overheid, m.i. is deze taak er ook voor de gehele Nederlandse sportpers. Zowel kranten, televisie en radio besteden kapitalen en vele uren per jaar aan topevenementen in de sport. Nog kortelings mochten wij ons vergapen aan de weelde en de zorgen waarmede 22 topvoetballers uit Italië en Portugal wer den omgeven. Maar waarom niet eens, desnoods 1 x per maand, een rondgang door Nederland te maken en een ieder met de neus op de feiten te drukken t.a.v. lichamelijke „opvoeding" op lagere en middelbare scholen!! Niet eens, geachte heer Reinders, ben ik het met u, over het uit- de-band-springen; ik moet haast aannemen, dat u mij verkeerd begrepen hebt. Ik schreef n.l. dat de jeugd, die vanaf zijn 10e jaar met intense wedstrijdsport te maken heeft, voor het merendeel op 18-jarige leeftijd er uit springt. Hierbij doelde ik op de top prestaties van zeer jeugdige zwemmers en zwemsters en trachtte hiermede mijn verwondering te verklaren, waarom in deze sport slechts de zeer jeugdigen in het nieuws komen. Voorts is het vanzelfsprekend de slappeling, ook al loopt hij over van talent, die nooit de bovenste trede van de sportladder zal be reiken, maar tevens geldt hier hetzelfde, dat de individuele sport man, practisch dadelijk door dalende prestaties met zijn neus op een slechte levenswijze wordt gedrukt. Een teamsporter, wordt dit vaak gewaar als het te laat is. Te laat, als zijn lichamelijke conditie dermate is afgebroken dat het maan den en sommigen jaren duurt, voor de vorm weer terug is. Ve len weten kennelijk nog niet, dat vorm alleen maar een samen vatting is van: 1. Talent 2. Conditie 3. Mentale instelling. Het ontbreken van een dezer punten maakt hen ongeschikt om top sport te bedrijven. Wij hadden het echter over de jeugd, die wil trachten die top te bereiken. Voor hen is het dus belangrijk deskundige leiders te hebben, die bovendien het overwicht kunnen produceren om die deskundigheid over te brengen. Want óók in de sport kunnen wij niet meer buiten de academici, hoewel het mijn overtuiging is, dat wij én in de normale maat schappij én in de sport niet buiten de practijkmensen kunnen; uit deze laatste groep komen voor het merendeel de z.g. hobby trainers voort!! Hoewel we toen zeker in een andere tijd leefden, mogen wij toch wel zeggen, dat Ajax groot is gemaakt door een „hobbytrainer" Jack Reynolds. In de ogen van afgestudeerden wellicht een simpele man, maar iemand, die kennelijk van zijn vak een hobby had ge maakt en die door zijn persoonlijkheid en zijn practische kennis van het voetbal én de spelers, jarenlang erin slaagde voetballers op te kweken. Ongetwijfeld waren er vele dingen in zijn training, die volgens de „geleerden" volkomen onjuist moesten zijn, maar de resultaten gaven hem toch steeds gelijk. Begrijpt u mij nu s.v.p. niet verkeerd, ik houd hier geen pleidooi voor de ongediplomeerde oefenmeesters enz., doch wil alleen maar stellen, dat in een moderne sportvereniging zowel voor de één als voor de andere plaats moet zijn. Als laatste, geachte heer Reinders, vind ik het als voetballeider net zo vreemd dat een voetballer rookt. In de „rust", zoals u schrijft, komt dit uiteraard bij ons niet voor, ook vlak voor de wed strijd constateren wij nooit dat er gerookt wordt. Maar het blijft een merkwaardige zaak dat vooral oudere spelers de mening heb ben, dat zij hun omgeving heerlijk foppen, als zij roken, daar waar hun leiders of trainer hen niet kunnen zien!! Meerdere malen hebben wij reeds gezegd, dat er in dit spelletje steeds maar één verliezer is Voorts wil ik gaarne de laatste regels van uw artikel volledig on derschrijven en u nogmaals hartelijk danken voor uw prettige reactie. HENK SMIT Er hangt in mijn kamer een schone trofee, Waarnaar ik met trots pleeg te kijken. Men had mij niets mooiers cadeau kunnen doen! Hij zal mij het leven verrijken. Mijn Rood-Witte hart klopte sneller beslist, Toen ik dit geschenk mocht ontvangen. Het is een versiering, die Ajax betaamt, Ik kon heus niets beters verlangen! Het vraagt de bewondering van iedereen, Die werk'lijk iets moois kan waarderen. Ik voel mij gelukkig bezitter te zijn, Van dit pronkstuk, zo wil ik het eren! Decennia lang klopt voor Ajax mijn hart, Van jongsaf volg ik de Rood-Witten. Reeds meer dan een halve eeuw ben ik „er bij", Gelukkig, die geest te bezitten! Nu prijkt in mijn kamer een tastbaar bewijs, Waarop is mijn status te lezen. De Bordjesclub schonk mij dit wandbord als dank Voor trouw, aan mijn Ajax bewezen. W. H. DRONKERS BOWLING FOR EVERYONE Rembrandtsplein 10 - telefoon 239963 Directie: Carel C. Kamlag en Tom Manders 12

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1965 | | pagina 12