AJAX-INSIGNES binnenkomen van de afvaardiging van D.W.S. eveneens twee bestuursleden en de spelers Jongbloed, Schrijvers en Flinke- vleugel dachten wij niet anders dan dat op z'n minst de spelers, die enkele dagen tevoren nog met elkaar in het oranje-shirt naar het Wilhelmus hadden staan te luiste ren, elkaar zouden begroeten, maar daar was geen sprake van. Voor het D.W.S- gezelschap bestonden wij in de betrekke lijk kleine café-ruimte doodeenvoudig niet. Óver het onderzoek zelf zullen we vrij kort zijn. We kunnen hier ook niet veel over vertellen, omdat wij uiteraard niet aanwe zig zijn geweest bij de ondervragingen van de diverse D.W.S.-leden. Muller werd apart verhoord, evenals onze twee bestuursleden, die de gelegenheid geboden werd hun visie op de zaak te geven. Hoe deze visie was, heeft men hierboven precies kunnen lezen. Behalve veel pers was ook een A.V.R.O.- televisieploeg aanwezig. Deze had zich zeer strategisch opgesteld in een smalle gang, die naar de kamer leidde, waar de Com missie zitting hield, leder, die uit deze kamer kwam, werd in het beeld gevangen, terwijl een T.V.-commentator met de micro foon in de hand klaar stond om vragen te stellen. Niet zodra hadden wij dit tevoren vastgesteld, of er werd besloten niets te zeggen. Ook Bennie Muller werd doodeen voudig een spreekverbod opgelegd. Een normale gang van zaken trouwens, zolang een zaak nog „sub judice" is. Van Ajax, de partij n.b., die niets te verzwijgen had, is men dan ook niets wijzer geworden. De D.W.S.-ers echter, die in de T.V.-fuik lie pen, spuiden naar hartelust datgene, wat hen maar op de tong kwam. Aan het slot van de avond werden de drie Ajacieden gezamenlijk binnengeroepen. Na enkele zakelijke mededelingen stelde de uitermate correct optredende voorzitter van de commissie de vraag of Ajax tot een verzoening bereid bleek. Onze beide be stuursleden spraken hun verwondering uit over het feit, dat er een verzoening plaats moest vinden, omdat er volgens hen geen enkele reden tot ruzie geweest was. Als D.W.S. dat echter zo aanvoelde, aldus on ze bestuursleden, dan zouden zij volgaarne bereid zijn handdrukken met de D.W.S.-ers te wisselen. Daarop werd aan Bennie Mul ler dezelfde, voor hem veel belangrijker vraag gesteld, namelijk of hij bereid zou zijn de excuses van Jongbloed te aanvaar den. Daar ons tevoren was meegedeeld, dat niet bewezen kon worden, dat de door Muller gehoorde woorden waren uitgeschreeuwd, was dit voor Bennie een zeer moeilijke vraag. Zeer terecht aarzelde hij dan ook. In eerste instantie gaf hij ten antwoord: „Wat heb ik aan die excuses, als hij ont kent wat hij persé wel heeft gezegd? Laat hij een kerel zijn en laat hem onder vier ogen zonder getuigen dus tegen mij zeg gen, dat het hem spijt mij op deze wijze uitgescholden te hebben." Toen de com missie-leden echter op een verzoening zon der meer bleven aandringen, verklaarde Bennie zich uiteindelijk bereid. Hierop werd D.W.S., nadat wij de kamer hadden verlaten, weer binnen geroepen, doch slechts luttele seconden later konden wij weer binnenkomen, daar D.W.S. spon taan tot een verzoening bereid bleek. Be stuursleden gaven elkaar de hand en Mul ler en Jongbloed deden dit, nadat Jongbloed tot Muller letterlijk en woordelijk had ge zegd: „Bennie, m'n excuses, voor wat ik te gen je heb gezegd!!!" Dit laatste was een meesterlijke vondst: het hield alles in!!! We kunnen werkelijk niet anders doen dan hiervoor onze bewon dering te tonen! Zó ver ging zelfs de verzoening, dat bei de partijen (5 D.W.S.'ers dus en 3 Ajacie den) broederlijk gezamenlijk een borreltje zijn gaan drinken, eerst in hetzelfde eta blissement, na sluiting in een café er naast, dat een bekend trefpunt voor scheidsrech ters is. Er waren daar dan ook vele scheidsrechters aanwezig en zelfs werd het gezelschap kort nadien nog opgeluisterd door twee leden van de Strafcommissie van de K.N.V.B., die met voldoening ge constateerd zullen hebben hoe gezellig Ajax en D.W.S. weer met elkaar omgingen. Als vanouds tutoyeerden de bestuursleden elkaar weer. In die sfeer waagde Ajax het zich met de volgende woorden tot de D.W.S.-voorzit ter te wenden: „Zeg Henk, tot nog toe hebben we van jullie een aantal kaarten gehad voor de Europa Cup-wedstrijden. Kunnen we nu weer wat krijgen voor de wedstrijd tegen Vasas?" Waarop Henk (Solleveld) antwoordde: „Natuurlijk, dat spreekt vanzelf. Schrijf maar even een briefje aan onze administratie en dan komt dat wel voor elkaar". Nadat dat briefje dan geschreven en verstuurd werd, kwam het antwoord van D.W.S., dat er geen kaarten gegeven zouden worden, want mijnheer Solleveld kon zich niet herinneren, dat hij iets had beloofd. Maar ja, ondertussen was er dan al weer iets anders gebeurd, iets waar Ajax part noch deel aan had. Bij het onderzoek was namelijk vast komen te staan, dat Jongbloed tegen de heer Roomer gelogen had, dat Jongbloed tegen Muller wel degelijk het een en ander had gezegd, dat beslist niet door de beugel kon en voorts, dat hij ook nog getracht had deze Commissie om de tuin te leiden. Hoewel hem geen straf werd opgelegd voor de woorden, die hij Muller volgens de klacht had toegevoegd OMDAT DIT NIET BEWEZEN KON WORDEN, hetgeen iets geheel anders is dan vrijspraak, zoals een bepaald dagblad ons steeds heeft willen doen geloven werd een nieuwe zaak tegen Jongbloed geopend, hoofdzakelijk gegrond op onwaarheden van de zijde van Jongbloed. Het is zonder meer duidelijk, dat Ajax hier geheel buiten staat. Ajax heeft eigenlijk in het geheel niets met de zaak te maken, al is het dan wel zo voorgesteld, dat die onschuldige Jongbloed en dat arme D.W.S. de dupe zijn geworden van de machinaties van dat jaloerse Ajax. Daar is natuurlijk geen sprake van. Wij hebben het slechts als onze plicht gezien onze spelers te beschermen tegen uit wassen, die helaas niet alleen op het sport veld voorkomen, doch die déar zeker niet van pas komen. We hebben het D.W.S.- bestuur in de persoon van zijn voorzitter volop en meer dan onze plicht was de kans gegeven alles goed te regelen en voor zover daar sprake van was in der min ne te regelen. Toen deze daar echter geen oren naar had, moest volkomen begrijpe lijk het recht zijn loop hebben. Wij hebben daarbij, hoewel partij zijnde, toch 'n zo neu traal mogelijke houding aangenomen, maar de D.W.S.-leiding heeft o.i. de ene fout op de andere gestapeld. Het feit, dat Jongbloed daarna toch gestraft werd en o.a. de wedstrijden tegen Feijen- oord en Fortuna '54 (twee nederlagen) niet mee kon spelen, was o.i. geheel aan die houding en het optreden van die leiding te wijten. Dit heeft men aan vele kanten uit het oog verloren. Men heeft allerwege ach en wee geroepen, men heeft medelijden met Jong bloed en D.W.S. geuit, maar men heeft schromelijk uit het oog verloren, dat dit geheel aan eigen schuld van D.W.S. te wijten was. Dat een dagblad en we willen hier met name noemen: Het Vrije Volk de euvele moed had bij al zijn verdraaide berichtge ving over deze affaire o.a. te vermelden, dat de verzoening op maandag 1 februari plaats vond, nadat beide partijen elkaar excuses hadden aangeboden, is een schan daal, zoals gelukkig in de journalistieke wereld slechts zelden voorkomt. Dat deze krant later nog vermeldt, dat D.W.S. het slachtoffer is geworden, omdat D.W.S. de speelbal van enkele K.N.V.B.-commissies is geworden, bewijst slechts tot welk peil de ze krant zijn sportrubriek laat afglijden. Verder willen we na deze zeer uitgebreide lezing niets meer over de onverkwikkelijke affaire zeggen. We hebben op de meest objectieve wijze de zaak weergegeven en laten het aan onze lezers en in de eer ste plaats natuurlijk aan onze leden over hun eigen conclusies te trekken. BESTUUR AJAX Zij, die belangstelling hebben voor Ajax- insignes (óók, dames, in broche- en/of speldvorm verkrijgbaar) kunnen zich wen den tot de administratie of (in het Boven- restaurant) tot de heer Boudri. Prijs f 1,75 per stuk. 33

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1965 | | pagina 33