DE WAARHEID ROND „DE ZAAK JONGBLOED" Hoewel „de zaak-Jongbloed" thans hope lijk definitief tot het verleden behoort, ach ten wij het als onze plicht in ons clubblad hier toch nog uitgebreid op terug te komen, na aanvankelijk gemeend te hebben hier vrijwel geheel over te moeten zwijgen. Er is in kranten, radio en zelfs televisie zó veel verschillends over deze affaire gezegd, en er is in een enkel dagblad zelfs bewust zóveel bezijden de waarheid over geschre ven, dat wij wel gedwongen zijn voor onze goede naam op te komen. In bepaalde com mentaren leek het er veel op, dat een on schuldige Jongbloed en met hem een vol komen onschuldig D.W.S. de dupe zijn ge worden van dat slechte en gemene Ajax. Daar is natuurlijk geen sprake van en daarom willen wij hier in extenso de gehele affaire nog eens de revue laten passeren. Op 17 januari speelde Ajax in het Olym pisch Stadion tegen D.W.S. Hoewel beide partijen hun uiterste best deden, bleef de stemming in het veld tussen de 22 spelers opperbest. Totdat circa een kwartier voor tijd Bennie Muller, nadat hij bij een Ajax- aanval ver mee naar voren was gekomen, iets buitengewoon onaangenaams beleefde. Hij was dus ver mee naar voren getrok ken en doordat doelman Jongbloed de bal in zijn bezit had, was hij als kanthalf in een zeer ongunstige positie gekomen. Hij deed, wat hij wel meer doet in dergelijke om standigheden: hij hinderde Jongbloed met het uittrappen, opdat één der andere Ajax- spelers Muller's plaats als kanthalf in kon nemen. Mede doordat Muller hierbij Jong bloed in het geheel niet aanraakte er stond ook nog een scheidsrechter in het veld een volkomen geoorloofde tactiek. We benadrukken dit, omdat Jongbloed la ter zelfs verklaard heeft lees de kran ten dat Muller hem een stomp in z'n zwakke maag gegeven zou hebben!!! Nadat Jongbloed met enige vertraging de bal het veld in had geschoten, liep Muller aanvankelijk terug. Toen hij circa 10 meter had afgelegd, draaide hij zich terwijl de bal zich in de middencirkel bevond plot seling om, rende naar Jongbloed terug en maakte daardoor de indruk, dat hij deze te lijf wilde. De D.W.S.-aanvoerder Schrij vers in eerste instantie en later nog enkele andere spelers voorkwamen, dat er iets ernstigs gebeurde. De scheidsrechter, die uiteraard de bal volgde, had aanvankelijk niets van het in cident gezien, maar met het geharrewar van spelers werd hij er op attent gemaakt, dat er zich achter zijn rug iets afspeelde. Hij floot af, snelde naar het D.W.S.-doel, waar Muller hem vertelde, dat Jongbloed tegen hem geroepen had: „Pleuris-jood!" De heer Roomer vroeg Jongbloed of hij iets had gezegd, waar deze ontkennend op ant woordde. Voor de heer Roomer was er toen, begrijpelijk, niets meer te doen en hij hervatte het spel met een scheidsrech- tersbal op het middenveld. Van de kant af hadden wij alleen gecon stateerd, dat Muller om de een of andere reden eigen rechter had willen spelen en daar ons alles gelegen is aan de goede naam, die wij hebben, welk feit we niet gedwarsboomd willen zien door het eigen rechter spelen op het veld, wilden wij di rect na afloop in de kleedkamer Muller on der handen nemen. Deze zat ziedend en bijna huilend van woede op de bank en antwoordde op onze desbetreffende vraag: „U kunt me nog meer vertellen, 't Moet nu maar eens afgelopen zijn met dat gescheld. Als ik hem morgen op straat tegen kom, gaat hij er aan. Weet u, wat hij gezegd heeft? Pleuris-jood en dat neem ik niet lan ger!" Ons antwoord luidde toen: „Bennie, hou je rustig. Je doet niks, nu niet en morgen ook niet, want dit geval zullen we wel eens even voor je uitzoeken en in orde maken Beloof je me je rustig te houden, ook straks, als je Jongbloed misschien ziet?" Hetgeen Muller na nog wat gepraat deed. Wij waren zo optimistisch te denken dit wel „even" te kunnen regelen, omdat ons bestuur met het D.W.S.-bestuur bijzonder goede relaties onderhield. Wij gingen dus naar de bestuurskamer in het Olympisch Stadion, waar twee van onze bestuurs leden ongeveer het volgende tegen de D.W.S.-voorzitter, de heer Solleveld, zei den: „Luister eens, we hebben een ernsti ge klacht, die je moet onderzoeken. Jong bloed heeft Bennie Muller aldus uitgeschol den en we voelen ons verplicht in deze kwestie geheel achter onze speler te staan. Zorg dus, dat dit opgelost wordt, want an ders moeten we tot onze spijt een klacht bij de K.N.V.B. hierover indienen". De heer Solleveld keek ons even glim lachend aan, waarop hij vroeg: „Hebben jullie zelf gevoetbald? Nou dan, vind je dat zo erg?" Wij bleven er bij, dat er gren zen zijn, die „zelfs" door voetballers niet overschreden mogen worden, waarop de heer Solleveld tenslotte allesbehalve spon taan opmerkte, dan maar even naar de D.W.S.-kleedkamer te zullen gaan Wij zijn toen, toch nog niet helemaal ge rust, Bennie Muller weer gaan opzoeken, die ondertussen met zijn vrouw in het restaurant zat. Nogmaals hebben we daar bij beklemtoond, dat hij niets mocht doen, doch alles rustig aan ons kon overlaten. Kort nadien in de bestuurskamer terugge keerd, zat daar de heer Solleveld al, die ons als terloops even bij zich riep. „Kijk", zei hij, „hier is Flinkevleugel. ledereen liegt misschien, maar Frits beslist niet. Nou, Frits, vertel op", waarop Flinkevleugel twee vingers de lucht instak en zei: Hij heeft alleen maar gezegd „krijg de pleuris" en meer niet. We hebben hier nog in het kort op geant woord, maar ziende dat de heer Solleveld zich al weer half had afgewend ten teken, dat de zaak voor hem „goed opgelost" was, hebben we er verder het zwijgen toe gedaan. Daarop is maandag een schrijven van Ajax de deur uitgegaan aan de K.N.V.B., waarin wij vroegen onze klacht inzake Jongbloed over de gewraakte woorden te onderzoe ken. Deze brief is volkomen contre coeur verstuurd, omdat wij er duizend keer méér de voorkeur aan hadden gegeven, indien de D.W.S.-voorzitter Solleveld voor een goede oplossing had gezorgd. Dat was die zondag na afloop van de wedstrijd voor honderd procent mogelijk geweest, dat heeft echter dezelfde voorzitter Solleveld door zijn houding volstrekt onmogelijk ge maakt. Ondanks onze klacht, die wij op maandag 18 januari verstuurden, dachten wij niet aan een slechte verhouding met het D.W.S.- bestuur. Diverse van onze bestuursleden gaven dan ook op zaterdag 23 januari bij de wedstrijd D.W.S. 2Ajax 2 acte de pre sence, waarbij de D.W.S.-secretaris Luy- kinga zich een goed gastheer toonde. Hij was overigens het enige D.W.S.-bestuurs- lid, dat we daar ontmoetten. Doordat het Nederlands elftal met o.a. Bennie Muller en Schrijvers en Flinkevleu gel op maandg 25 januari naar Israël vertrok en op donderdag 28 januari terug keerde, kwam de Strafcommissie van de K.N.V.B. „pas" op maandag 1 februari te Utrecht bijeen. Gezien de reis van het Ne derlands elftal, zijn wij de mening toege daan, dat deze Strafcommissie zeer vee! haast achter het onderzoek heeft gezet. Dat er toch iets in de verhouding tussen beide besturen veranderd was, merkten wij ondertussen op donderdag 28 januari, toen bij een bepaalde gelegenheid de heer Sol leveld zeer duidelijk en openlijk een hand druk met één van onze bestuursleden wei gerde De verstandhouding tussen Mul ler enerzijds en de D.W.S.-spelers ander zijds op de reis naar Israël was prima, aldus vertelde Muller ons. Toen volgde het onderzoek op maandag 1 februari. De Ajax-delegatie, bestaande uit twee bestuurleden en Bennie Muller, was een half uur te vroeg aanwezig. Bij het 32

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1965 | | pagina 32