65 JAREN MET AJAX
Hoe het gekomen is weet ik niet precies meer. Ik woonde in Ham
burg en toefde ook maandenlang in Nederland, waar ik in Amster
dam een tijdelijk pied a terre had. 's Zondags ging ik natuurlijk
naar voetbal en maakte bij wedstrijden over het IJ kennis met
Ajax. Daar moet een onzichtbare band zijn ontstaan want toen ik
daarop in Amsterdam kwam te wónen en volledig in de journalis
tiek belandde, werd Ajax de club van mijn hart.
Ik ben nooit lid van een voetbalclub geweest; behalve in mijn
jeugd van Z.A.C. Dat wilde ik principieel niet. Dus ook géén lid
van Ajax. Maar ik maakte toch wél van heel dicht bij de onverge
telijke opmars van Ajax mee, die in enkele jaren van een middel
matig ploegje leidde tot de hoogste top, Kampioen van Nederland.
De populairste, meest geprezen, meest benijde club, die heftige
tegenstanden te verwerken kreeg, doch dank zij „de Gouden
Ploeg" daartoe in staat was. Die ploeg van De Pelsers, Guppfert,
De Natris, Hordijk, Brockmann, De Lucassen („Kippies"), later
Frans de Haan, Delsen enz. enz. heeft de basis gelegd voor een
halve eeuw met een record aantal kampioenschappen. Op die zege
tocht van „de Gouden Ploeg" heb ik Ajax mogen begeleiden in de
Pers. In de eerste plaats in „Het (groene) Sportblad", doch óók
in dagbladen en periodieken. Ik heb er mijn journalistiek aan op
getrokken en er heel veel vreugde van beleefd.
Dat was dan een halve eeuw geleden, jaren achtereen. En nadien
heb ik van nog honderden wedstrijden van Ajax verslagen gemaakt,
generaties overleefd, groten van het groene veld of uit de be-
stuurssector zien komen en gaan
Thans staat Ajax voor zijn 65ste jaardag; ik heb mijn 80ste al
gevierd!
Wat is er niet ontzettend veel veranderd sinds Ajax van Over-
het-IJ naar de Meer trok, waar in enkele jaren de glorie volledig
werd bereikt.
En thans in de branding van een nieuwe tijd strijdt Ajax in de prof
sector (waarin het intussen al weer tweemaal Kampioen werd)
enigszins overvleugeld in Amsterdam door de dappere D.W.S.-ers,
doch toch vol hoop en vertrouwen. En dat met de 65ste verjaardag
voor de boeg, het 13e lustrum. Wij zullen de bijgelovigen niet bang
maken, maar een klein beetje zitten we toch in onze „rikketik" en
vele duizenden Amsterdammers mét ons.
Velen begrijpen het niet goed. Het is toch heus geen gek team!
Maar het komt er niet uit (tot nu toe) zoals allen hoopten en
dachten. Het is of de ploeg onder een ondefinieerbare druk speelt.
Er zijn zwakkeren, die sterker, wilskrachtiger spelen en net zóveel
meer vechtlust en „gevechtswaarde" opbrengen om Ajax punten
te ontnemen. Er zijn op het nippertje punten verspeeld, wat-zo-
echt-niet-nodig-was, zoals men dat pleegt aan te duiden.
Maar we vertrouwen op de goede eindspurt. En intussen hopen we
op een consolidering van de bestuursopzet, want dat houdt toch
ten nauwste verband met elkaar. Men moet elkaar vinden en door
harmonieuse samenwerking weer over de gehele linie het Ajax
worden, zoals men zich thans nog niet volledig kan voorstellen. De
moeilijke taak die Rinus Michels te vervullen krijgt, kan alléén
goed volbracht worden als deze bekwame discipel van de onver
getelijke Jack Reynolds de volle steun krijgt van zijn spelers, doch
óók van zijn Bestuur. En dat Bestuur zette luister bij aan de terecht
bescheiden herdenking die men zich van de 65-ste verjaardag heeft
gedacht.
Ik stel het op prijs, dat men mij om woorden voor een speciaal
nummertje van het cluborgaan heeft verzocht. Dat is weer enige
tijd geleden, dat ik in het Ajaxnieuws werd afgedrukt. Maar vroe
ger heb ik er veel in geschreven en in de jubileum-uitgaven ont
brak ik ook zelden. Nóg twee jaren en het Ajaxnieuws bestaat een
halve eeuw. Jan Grootmeijer en Knegt hielden het ten doop. Het
was een van de eerste clubbladen in grote stijl, een uitgave die tot
de beste clubedities van ons land gerekend werd en vele clubs tot
voorbeeld en navolging was. Sedert dien zijn er vele clubperiodie
ken verschenen, zeer goede en omvangrijke wier fout het is dat
ze te vaak aan „voetbalpolitiek" doen. Dat leidt dan tot „conflict-
jes", die onnodig bij zusterverenigingen, bij de Bond enbij de
Pers minder prettige verhoudingen veroorzaken. De huidige lei
ding is echter op de goede weg.
Het was vroeger een blad dat veel tot de ontwikkeling van Ajax
bijdroegen nu weer bijdraagt. Is het niet uniek dat Knegt er
zijn schouders onder zet en na bijna een halve eeuw zijn liefde
voor Ajax nog weer belijdt in zijn altijd correct proza?
Veel succes gewenst!
Een goed clubblad is een machtig wapen, een steunpilaar voor
allen die bouwen aan het welzijn van de club. Een schakel tussen
Bestuur en Leden en een visitekaartje voor de gehele club.
Ik heb gemeend geen „herinneringen" te moeten ophalen. We le
ven in een dynamische tijd, waarin het verleden bij de huidige
generatie niet meer telt zoals de ouderen wel geloven. De Jeugd is
belangrijker, het heden bepaalt wat de toekomst brengen kan! Het
ontbreekt Ajax niet aan Jeugd.
Gaarne wens ik heel Ajax een toekomst, waarop volgende genera
ties trots kunnen zijn. Er is volop werk aan de Ajax-winkel voor de
Jeugd. Ik wens die Jeugd dat zij vastberaden met een onblusbaar
enthousiasme zich inzet voor de bloei van AJAX!
J. HOVEN
mmaSÊÊa
Ajax' onvergetelijke vriend Jack Reijnoldsf
13