MELCHERS OLIFANT JENEVER Oi borrel voor Ajaoledenl geen profs, maar zuivere amateurs, die hun wedstrijden speelden uit pure liefhebberij en liefde voor hun club. Aan mijn lopen op de trap konden m'n huisgenoten al horen dat Ajax gewonnen had Als ik 's zondags na afloop van een wedstrijd de trap opkwam, wis ten mijn ouders, zusters, broers en zwagers al dat Ajax gewonnen had. En ik liep toch heel gewoon, net als anders. Tenminste, dat dacht ik. Maar mijn hele familie proefde er een overwinning voor Ajax uit. Mijn beide zwagers hielden niet van Ajax. Die waren voor Blauw- Wit. Op het laatst werden zij nijdig en zeiden dan: „ik begrijp niet dat Ajax altijd wint, dat kan nooit zuiver zijn, elke club verliest wel eens, maar Ajax niet. Ze worden zeker dik betaald." Maar Ajax bleef, op een uitzondering na, winnen, enkele jaren lang. Een zegetocht! Een klasse apart. Briljante techniek, met een gewel dige wil om te winnen. Er zat vaart, begeestering, er zat „ziel" in deze ploeg. En op de Middenweg, bij de tourniquets, moest de Watergraafsmeerse politie vaak, versterkt met marechaussees, hon- honderden en honderden mensen op een afstand houden, die met al le geweld 't Ajaxterrein wilden opstormen, want er waren geen kaar tjes meer. Zelfs „Had je me maar", een bekende Amsterdamse straatfiguur uit die tijd, met z'n onafscheidelijke sigarenkistje, waar op hij met z'n vingers trommelde om z'n liedjes te begeleiden, be vond zich op de open tribune en schreeuwde z'n keel schor. En overal waar dit Ajax kwam, waren de terreinen al een week tevoren uitverkocht en spanden de clubs zich tot het uiterste in, ja speelden als het ware de wedstrijd van hun leven, om dat ongenaakbare en trotse Ajax de nek te breken. Maar dat lukte niet. Ajax was schier niet te slaan en bleef oppermachtig, de club van Nederland. Deze ploeg („Gouden Ploeg" Red.) heeft Ajax door de jaren heen, in één klap op het hóógste voetstuk geplaatst, ooit door een andere ver eniging geëvenaard. En die wedstrijden tegen Blauw-Wit in het oude stadion met z'n gezellige vier torens. Er konden in dat stadion ruim 30.000 mensen, en bij zo'n wedstrijd was het geheel uitverkocht en heerste er een bijzondere sfeer van spanning. Geen wonder, want deze plaatselijke derby's waren immer uitermate spannend en enerverend. Zo er één club was die het Ajax nog lastig kon maken, dan was dat Blauw- Wit, met z'n v. d. Kluft, Van Diermen, Molenijzer, Lietzen, Schinde- ler, Van Dort en vele andere bekende spelers. Hier werd gestreden om de hegemonie van Amsterdam. En hoe! Geen toeschouwer was ooit bekocht. Beide ploegen streden met een heilige overgave voor de kleuren van hun club. Voor de eer. En uit liefde. Weken tevoren was half Amsterdam er vol van en werd over de kansen gesproken bij de kapper, in de café's en op de tram. Trom petters van de cavalerie kondigden vóór de aanvang in één der torens de strijd aan. Ook tijdens de wedstrijd lieten zij zich enkele malen gelden. Hun driestemmig trompetgeschal verhoogde de sfeer. Dit is zo'n 40, 45 jaar geleden. Thans is het aantal inwoners met zeker 250.000 gestegen. Maar een dikke 30.000 toeschouwers wordt bij AjaxBlauw-Wit niet meer gehaald. En ik zeg dan ook niet te veel met te beweren, heimwee te hebben naar die prettige, gezel lige tijd. Succesvolle tour in Skandinavië Deze ploeg heeft nog een bijzonder succesvolle tour door Skan dinavië gemaakt. De Ajacieden kregen daar bijkans het gehele Deense elftal tegenover zich. Eén wedstrijd werd met een punt ver schil verloren, de andere gewonnen. Zó groot was het enthousiasme van het duizendkoppige Amster damse publiek, dat het tot in de nacht wachten bleef aan het Cen traal Station, waar de spelers wel een paar treinen te laat aan kwamen. En toen ging het in Jan Pleziers, met muziek voorop dwars door de stad, omstuwd door een compacte en juichende mensen menigte naar American Hotel. Aan de jubel- en juichkreten kwam geen einde. Dat was een ongekend heerlijke tijd en verschafte niet alleen aan de spelers zelf veel blijdschap en voldoening voor hun mooie, no bele strijd voor hun geliefde club, maar bezorgde ook de duizenden en duizenden trouwe supporters(sters) uren van spelgenot. Ik zou nog een boek vol kunnen schrijven over Ajax, over verdere grote successen, over de tijd van wijlen Anderiessen, Pietje van Reenen, Volkers, Addicks, Van Kol, Hamel, Roeg, Jan de Boer, en alle andere groten meer, maar dat gaat natuurlijk niet. Voor mij echter was het elftal met De Natris, Gupfert en Brock- mann enz., het succesvolste, en de grondlegger voor alle verdere roem. Een bijzonder woord van grote lof en dank past op deze plaats aan wijlen trainer Reynolds, die door zijn kunde en enthousiasme Ajax mede zeer groot heeft gemaakt. Ajax, ik dank je bijzonder voor de vele vreugdevolle uren die ge mij in m'n leven bezorgd hebt, en wellicht nog bezorgen zal. Spelers van het huidige team, ik wens dat gij allen in de voet sporen zult treden van de ploeg die ik u hierboven beschreef. Het gaat nu om geld. De tijd is veranderd. Maar zorgt er tevens voor dat gij, naast de techniek, al die andere waarden uit de goede amateurtijd laat prevaleren, te weten: clubliefde, strijdlust en een onverzettelijke wil om te zegevieren, dan zal de roem uw deel zijn en Ajax de glorie, hetgeen deze onvergetelijke club zo in ruime mate toekomt. H. PEETERS N.V. DISTILLEERDERIJ VAN J. J. MELCHERS Wz. - SCHIEDAM 8

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1964 | | pagina 8