De VELDSLAG h het Olympisch Stadion Van deze wedstrijdzondag ontving ik maar een beperkt aantal wed- strijdverslagjes. Allereerst de wedstrijd D.W.G. A-IAjaxA-l. Uit slag 04. Onze jeugdleider vertelt er het volgende van: „Onze tegenstanders, waarvan het eerste elftal in de A.V.B. speelt, beschikt niet alleen over een prachtige accommodatie, doch ook over een zeer behoorlijk A-I team. Aangezien ook in deze tweede wedstrijd er weer niet bij benadering uitkwam, wat onze ploeg eigenlijk moet kunnen presteren, stonden we met de rust slechts met 01 voor. Jammer was het dat door moeilijkheden aan D.W.G.- zijde er na de rust maar 10 spelers op het veld verschenen, waar door wij dus met 04 konden winnen. Het had zeker 010 moeten zijn en dat zegt genoeg". „Onze B-l-juniores waren op deze zondag te gast bij Volewijckers. De weersomstandigheden waren voor voetbal ideaal. Ajax is met een fikse 16 overwinning uit Noord teruggekomen, ofschoon de ruststand nu niet direct bemoedigend was, want deze sloot met een slechts 12 voorsprong af, hetgeen er nu niet bepaald op wees, dat het een grote overwinning zou worden. Dit was te wijten aan ons slordige spel. Na de rust begon Ajax even uit een ander vaatje te tappen en dit leverde 4 doelpunten op, doch daarna was het weer hetzelfde als voor de rust. Ik wil niet zeggen, dat ons elftal slecht gespeeld heeft, maar zij moeten van het begin tot het einde voetballen en niet klungelen. Zo zag ik dat rechtsbuiten Koning de bal af en toe te lang bij zich hield. Geef de bal af! Laat die het werk doen! Men geeft de tegenpartij maar gelegenheid zich weer op te stellen. Linksbuiten Speyer speelde de bal daaren tegen wel snel af (hetgeen ook wel eens anders geweest is). Zo waren er in deze ontmoeting nog wel meer tekortkomingen aan onze kant, maar dat komt ook wel weer voor elkaar. Over de wed strijd valt verder niets bijzonders te vertellen. De doelpuntenma kers waren Koning met een mooi schot vanaf de vleugel, Fleisman en Go. Wie de doelpunten maakt is echter niet zo belangrijk, als ze maar komen". Aldus de visie van de heer van Genderen, die namens de jeugdcommissie bij deze wedstrijd aanwezig was. De samensteller van deze jeugdrubriek was aanwezig bij de wed strijd Aristos B-I tegen onze B-ll-juniores, die door Ajax met 34 gewonnen werd. Deze overwinning is door het zwakke optreden van doelman de Wit haast nog in gevaar gekomen, omdat twee blunders van hem twee doelpunten betekenden. Daarom, de Wit, loop niet te ver uit, wees attent op gevaarlijke stuiterballen en ga bij een voorzet van links niet bij de eerste paal staan. Onze voor hoede was in deze wedstrijd goed op dreef. Vooral Heppener had er vanmiddag zin in en scoorde een aantal fraaie doelpunten. Huis man was vooral op het middenveld de bezielende figuur, terwijl de buitenspelers Aldewereld en Vredenbrecht prachtig voorbereidend werk deden bij alle doelpunten. Jullie hebben je zelf beloofd van het jaar kampioen te worden, jongens van de B-ll? J. H. H. U herinnert zich het artikel hierover in het Algemeen Handelsblad, door ons in het vo rig clubblad overgenomen. Mr. Dr. E. W. Catz had inmiddels de zaken- courant „Handelsbelangen" reeds hierop commentaar gegeven, welke beschouwing wij (met toestemming van H.B.) in onder staande regelen laten volgen: Tal van pennen zijn, uiteraard, in beweging gekomen naar aanleiding van de inderdaad onrustbarende gebeurtenissen, die daar op 16 september l.l. hebben plaats gevonden in Amsterdam, met name na afloop van de wedstrijd in het Olympisch Stadion om de Europa-cup tussen D.W.S. en een Turkse voetbalclub. Er is ook al minstens één, en dan zeer lezenswaardige, beschouwing van juridsche zijde verschenen, met name zater dag 19 september l.l. in het Algemeen Han delsblad. Bij dit alles kan worden voorop gesteld, dat de uiteenzettingen zich hebben geconcentreerd op tweeërlei: a) de schuld vraag en b) de middelen, toe te passen ten einde herhaling, en eventueel: erger te voorkomen. Nu wil ik, op tal van gronden, op die eer ste vraag schuld enerzijds, mogelijk schuld anderzijds, misschien zelfs aan twee kanten volstrekt niet ingaan. Er zijn nu eenmaal nationale en internationale in stanties, die daarvoor uitdrukkelijk zijn aan gewezen en volledig gequalificeerd. Dat on derwerp schijnt al niet zo eenvoudig, ge- lijkerwijs de maatregelen tot, wat juristen noemen, „repressie" het de kop indruk ken van gebleken misstanden diepe be zinning vereisen. Ter zake van die repressieve actie moet men nadrukkelijk onderscheiden tussen de genen, die hier aan bod kunnen komen. Te weten: 1. de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (K.N.V.B.); 2. de scheidsrechters; 3. de leiding van het Olympisch Stadion én alle vergelijkbare, en evenzeer tegen over de K.N.V.B. verantwoordelijke, be sturen van andere voorname sport- emplacementen: 4. het openbaar gezag, dat wil zeggen: de politie, in hoogste aanleg vertegenwoor digd door de burgemeester der onder- werpelijke gemeente, aan wie door de Gemeentewet verstrekkende bevoegd heden zijn toevertrouwd. Reeds ongeveer een viertal etmalen later in het buitengewoon vergevorde uur waarin ik deze regelen aan het geijkte tik- apparatuur toevertrouw valt te verwach ten, dat de K.N.V.B., naar aanleiding van de incidenten, spoedig van zich zal laten horen. Zijn bestuurslid, de heer Jos. Coler uit Rotterdam, tijdens de onsportieve schermutselingen in de hoofdstad aanwezig, heeft immers, heet van de naald, publieke lijk verklaard, dat hij omtrent één en ander aan zijn organisatie verslag zou uitbrengen. Hetgeen natuurlijk ook rechtstreeks tot zijn taak behoort. Hoewel niet kunnende kijken in de harten der desbetreffende „Heren in Den Haag", schijnt mij de veronderstelling niet gewaagd, dat men bepaalde voorzieningen zal aanbe velen om niet te zeggen: gelasten die, ter uitdrijving van wandaden, zullen moeten worden verwezenlijkt. Niet slechts voor het O.S. in Amsterdam, doch universeler gel dende voor overeenkomstige sportpaleizen in de open lucht alwaar het geweldig popu laire voetbalspel mits het dan ook maar voetbalspel zij wordt gespeeld. De K.N.V.B. heeft natuurlijkerwijze alle macht dienaangaande in handen en kan sancties van onnoemelijk verre strekking toepas sen, indien de bevelen van K.N.V.B. hoger onverhoopt niet stipt zouden worden opgevolgd. Daarnaast valt wel het één en ander te zeggen voor het standpunt van de scheids rechter, de heer Leo Horn, die in de dag bladpers al heeft laten verluiden, dat hij geen énkel risico meer wenst te nemen. Hij zal dèt is zijn visie een door hem te leiden wedstrijd onherroepelijk, en in eens, staken, zodra weer publiek tijdens de match, om welke reden dan ook, binnen de krijtlijnen zou verschijnen. Of de ver eniging van scheidsrechters zich over deze zaak al heeft beraden, weet ik niet, zodat evenmin is komen vast te staan of de opinie-Hom algemene instemming vindt dan 11

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1964 | | pagina 11