JUWELIERS Bouwmeester Gerrand "T^e klap is gevallen. Geheel onverwacht. Het bestuur, U onder leiding van de heer Melchers, heeft de stukken voor gezien verklaard en is naar huis gegaan. Dat is niet „gewoon-maar-jammer", doch dat is héél triest. Wat de laatste zes jaren, door Ajax-bestuurderen. onder leiding van de heer Melchers is gepresteerd, grenst aan het onge looflijke. Om het zelfs voor zeer eenvoudige zielen duide lijk te stellen: Onder de bezielende leiding van Jan Mel chers werd van een broos lucifersdoosje een zeewaardige pakkist gemaakt. Dit onweerlegbare feit schijnt moeilijk te verwerken voor lieden, die de grote lijn niet kunnen onderscheiden. Ook niet, als zelfs de cijfers, die er echt niet om liegen, of beter gezegd, om logen, glashelder op tafel liggen. Hoe die cijfers luidden, hebt u uit en te na in de dagbladen kunnen lezen. Gelukkig is de grote pers met betrekking tot het Ajax' welzijn immer en altijd paraat, zodat in- en outsider beslist aan haar of zijn trek komen. Alleen, en dat is spijtig, öf die voorlichting voor honderd procent op waarheid berust, mag de roddel niet in de weg staan. Mensen, die rustig nadenken, doorzien de roddel. Er zijn helaas vele lieden, die niet of nooit rustig nadenken Als Jan het nog niet wist, weet hij het nu! De dynamische figuur Melchers, die door zeer heldere (en uitgevoerde) ideëen, met zijn medebestuurderen, Ajax tot de financieel sterkste vereniging van ons land maakte, is van zijn stoel achter de groene tafel opgestaan en heen gegaan. Waarom? Door de bril van Jan gezien: Omdat er Heiligeweg 1 2, Amsterdam-C Telefoon 36541 voor hem geen enkele reden was de hamer neer te leggen en hij dus zeer logisch verwachtte, gezien het enorme succes, de gehele ledenraad achter zich te vinden. Dat bleek niet het geval. Niet iedereen was het met Jan's leiding eens. Waarom men het niet met hem eens was, is ons nog steeds niet duidelijk en zal ons wel nooit duidelijk worden. De oppositie sprak van een „Ik-man", naar buiten geen goed gedaan of we het in deze harde-zakelijk-ingestelde- voet bal wereld van buiten moeten hebben en Ajax geen vriendenclub meer. Stellen we deze twee punten tegenover elkaar, dan vragen we ons heel nuchter af: „wie wint de pot?" Voor ons is deze vraag geen vraag meer. Het heeft ons dan ook sterk gefrappeerd, dat op de Algemene Ver gadering, na het voorlezen door de heer Van Praag, van het door het bestuur samengestelde resumé der gebeurte nissen, geen sterveling om opheldering vroeg. Het resumé drong niet door tot de kern, vertelde alleen dat, wat ieder een al uit mond of dagblad wist. In feite vertelde het resumé, noem het van ons part communiqué, geen snars. En toch: de A.V. accepteerde en liet de man. die minstens het Lidmaatschap van Verdienste toekwam (toekomt), zon der slag of stoot vertrekken. Een heel zwarte bladzijde in de Ajaxgeschiedenis was hiermede afgesloten. Van Jan dus geen heldere ideëen ten behoeve van de Ajaxzaak meer. Ook niet van de heer G. Jurgens, die in de paar jaar, dat hij de penningen van onze club beheerde, zich heeft ontpopt als een zeer bekwaam schatbewaarder. Zelfs een cent werd niet onnodig uitgegeven en dag en nacht stond Gé, zijn maatschappelijke positie liet het toe, zijn gezondheid misschien niet, voor Ajax klaar. De heer Jurgens trok uit het heengaan van de heer Melchers zijn conclusies, sloot de Ajax-brandkast (wel gevuld) en klapte de deur van zijn kantoor dicht. Ook de heren Knijn, Van Dijk, Kraan en Van der Pol stonden van hun stoelen op (de heren Muller en Van Deyck hadden reeds bedankt), zodat alleen de heer Westrik bleef zitten. Ajax was in één klap zonder bestuur, uitgezonderd dan de heer Westrik. Acht mannen, die naar eer en geweten Ajax voortreffelijk hadden gediend, waren uitgesproken. Daar mag u rustig over nadenken. We staan aan de vooravond van een splitsing. Ajax- semi-prof en Ajax-amateur. Een heel moeilijke beslissing zal er moeten vallen. Twee mannen met een zee van tijd zullen in deze zeer moeilijke affaire weinig of geen stem hebben. Melchers en Jurgens, volledig ingewerkt, hadden in zake deze prachtige werk kunnen verrichten, in ieder geval uitstekend van advies kunnen dienen. We hebben niets in het nadeel van hun opvolgers te zeggen. Intègere kerels, zonder enig beding, maar een „full-time- job" in Ajax-verband lijkt ons voor hen onwaarschijnlijk. Hopelijk zullen de heren Melchers en Jurgens, indien ge vraagd, de lust op kunnen brengen steun te verlenen. Onze club kan er slechts wel bij varen. Het heeft weinig zin om nog veel aandacht te schenken aan de diverse vergaderingen, die we in de maanden juni en juli moesten meemaken. Ledenraadvergadering nummer één stond in het teken van om het plastisch uit te druk ken „de gebalde vuist". Nummer twee leverde een „Commissie van Goede Diensten" op. Deze Commissie, be staande uit de heren G. de Jongh, C. H. Geudeker en A. de Wit jr., heeft inderdaad goede diensten bewezen. Zij stond voor een zeer moeilijke taak. O.a. beide partijen tot elkaar brengen (hetgeen mislukte) en een nieuw bestuur weten te vinden. Met heel veel moeite, doch in zeer korte tijd, boekte zij succes. In vergadering nummer drie kwam de Commissie met 12 candidaten. Als voorzitter werd genoemd de heer Van Praag, als penningmeester de heer Jurgens (trok zich later terug) of de heer H. G. A. Timman. Voor het betaalde voetbal de heren M. Bremer, A. A. M. Knijn en W. J. van der Meyden. Voor de amateurs de heren A. Kraan, H. v. d. Pol, H. Smit, J. Martens, G. Jurriaans, A. de Wit sr en W. F. C. Bruynesteyn. Verder stelde zij voor een commissie van drie personen te benoemen, gemachtigd in de meest urgente zaken, t.w. transfer, spelerscontracten en de trainerskwestie, beslissin gen op korte termijn te nemen. De vergadering ging hier mede accoord en koos de heren Van Praag, Bremer en Knijn. 2

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1964 | | pagina 2