futselt was, zal alles nog wel duidelijk in het geheugen
liggen; hij heeft tenminste nog lang moeten hooren, dat,
wat hij aan Brockmann toevoegde: „Als U mij de sleutel
niet geeft, dan sla ik U".
Nr. 3 van de seriewedstrijden, n.l. die te Zaandam, uit
geschreven door den N.H.V.B. en waaraan voor ons zulke
treurige herinneringen verbonden, zullen mij niet lang op
houden.
Zoals U zeker allen bekend, brak onze beste vriend Wil
lem Lamp het rechter been. Ik geloof wel, dat ik mag
zeggen, dat het voorval geheel Ajax droevig stemde en
ieder der leden pijnlijk aandeed, wanneer zij het ongeluk
vernamen, wat hunnen sympathieke vriend overkomen
was.
Gelukkig is alles door het uitstekende optreden en de
goede hulp van den dikken doelverdediger Schutte goed
afgeloopen. Het is vooral aan hem te danken, dat Lamp
voor ernstiger onheil bewaard is gebleven.
Velen bezochten Willem in zijn woonplaats en ik ben
zeer gelukkig, dat ik reeds melding kan maken, dat vriend
Lamp weer loopt. Wel nog gebrekkig, maar het gaat voor
uit.
Wat de wedstrijden betreft: Ajax II werd door A.V.V. I
geslagen met 20; Ajax I won van V.V.A. met 20 en
moest het tegen Z.V.V. in de 2e ronde afleggen, hetgeen wel
te begrijpen was, daar in dien wedstrijd het ongeluk ge
beurde.
Buiten competitie- en serie wedstrijden speelde Ajax nog
3 friendly games, n.l. tegen U.V.V. te Utrecht, O.V.V. te
Overveen en de Sportman te Leiden.
In deze drie ontmoetingen was er steeds een combinatie
in het veld van le, 2e en 3e, zelfs ook 4e elftal spelers.
Soms deden er ook oud-spelers mede. Geen van deze spelen
leverde eene overwinning op, want met 40, 50 en 30
werd de combinatie verslagen.
Wat de financiën betreft, kan ik U namens de waarne
mend penningmeester het volgende verstrekken:
(Daar het in het jaarverslag gegeven overzicht niet ge
heel juist was samengesteld, werd de vergadering later een
nieuw overzicht voorgelegd. Red.)
Gedurende het afgeloopen jaar werd het bestuur gevormd
door de H.H.:
F. Stempel, voorzitter.
J. C. v. d. Net, vice-voorzitter.
H. D. Dade H.N.zn., secretaris-penningmeester.
J. Moolhuyzen, 2e secretaris.
H. Schutte, captain.
F. Stallmann Jr. en Chr. Holst, commissarissen.
De Elftallencommissie bestond aanvankelijk uit de H.H.:
H. D. Dade H.N.zn., voorzitter.
Joh. D. C. Dade, C. A. Tol en M. Kok Mzn.,
aanvoerders elftallen.
C. Zander.
Brockmann.
Ro Dijkstra.
Later bedankten de H.H. Dade Jr. en Zander wegens
drukte en werd aan den Heer Dijkstra, wegens een kleine
onaangenaamheid, die ik liever maar in den doofpot laat,
verzocht zich terug te trekken.
De commissie bestond toen uit de heeren:
F. Stempel, voorzitter.
C. A. Tol
J. D. C. Dade
M. Kok Mzn.
resp. aanvoerders Ajax I, Ajax II en Ajax III.
J. H. J. Ph. Brockmann.
H. Schutte.
Houtman.
De kascommissie werd gevormd door de H.H. Th. Andries,
J. H. Hageman, W. C. Langeraar.
Behalve deze gewone clubzaken gebeurden er dit jaar
vele bijzonderheden. Vierden wij niet dit jaar ons 5-jarig
bestaan. Was dit niet voor ons een dag, waarop wij een
oogenblik dienden stil te staan en met welgevallen mochten
terugzien op de 5 jaren, die achter onzen rug lagen? Had
den we niet in dit tijdperk ons opgewerkt van 2e kl.
A.V.B. tot 2e klasser in den N.V.B.? Het was dus waarlijk
een dag om feest te vieren dien 19den Maart 1905. Ja, ieder
wist, dat er feest gevierd moest worden, al waren sommige
16
Heeren Bestuursleden tegen een pretje, daar het afgeloo
pen seizoen niet zoo schitterend was geweest: er werd toch
algemeen geroepen: wij vieren feest, toen de president den
vraag aan de vergadering deed: „Moeten wij den dag her
denken?"
Wij hebben dan ook feestgevierd. Den 20sten Maart des
morgens werd aangevangen met onderlinge wedstrijden,
le Snelrijden.
Als le kwam voor den dag F. Machielse, die dit wer
kelijk verdiende, want ziet men hem in een wedstrijd,
dan mag men werkelijk zeggen „het is een reuzen-
drijver".
Nr. 2 was Kuroki, of te wel Tol.
Nr. 3 de 2e elftalspeler Houtman.
2e Doeltrappen.
Nr. 1 was J. A. Zander, een van onze jongste leden; hij
heeft de eer van de jongere generatie danig opgehouden.
Nr. 2 was Chr. Holst.
Nr. 3 de tegenwoordige donateur Langeraar.
3e Hardlopen.
le was Houtman
2e was Van Limpt en
3e Chr. Holst.
Hierna hadden wij de gezamenlijke lunch in het Tolhuis;
gedurende de koffietafel werd ons door de A.F.C. een krans
aangeboden. Toen volgde de gecostumeerde wedstrijd, voor
een voor ons ongekend groot publiek. Er was dan ook veel
werk van de costumes gemaakt. Er waren ondermeer een
baker, een Mexicaan, een stierenvechter (mijn persoontje
de secr.-penn.), dandies en niet te vergeten de clowns en
Mr. Duley.
Te zes uur zaten wij aan tafel om ons te goed te doen
aan het heerlijke maal. Tot middernacht bleef men gezellig
bij elkaar en toen was ook hieraan weder een einde.
De feestcommissie, die zich voor het feest bijzonder ge-
interesseerd had, bestond uit de H.H. F. Stempel, voor
zitter; M. van Breda, secretaris; Schutte, Brockmann en
Van der Net. Een woord van hulde mag hun niet onthou
den worden.
Behalve dit zijn er nog 2 gewichtige gebeurtenissen voor
gevallen. In het najaar trad onze vice-president in het
huwelijksbootje, wiens goede voorbeeld eenige maanden
later door den lsten secr.-penningmeester gevolgd werd.
Dat onze menschen het harde werken weten te waardeeren,
bewezen zij ook nu weer; ruim waren de bijdragen om onze
geachten vrienden een huwelijksgeschenk aan te bieden.
De Heer Van der Net werd een gaskroon aangeboden, ter
wijl de Heer Dade een schrijfbureau ontving.
Gelukkig gaat het bij ons niét, als men gaat trouwen,
dan legt men de boel er bij neer. Neen, beiden hebben hunne
respectievelijke functies van vice-president en secretaris
penningmeester wenschen te behouden.
Ik zeg gelukkig, ja, want laat ik het maar eerlijk beken
nen, en ieder zal het met mij doen, wij hadden ze leelijk
gemist, als zij weggegaan waren.
Maar zij hebben het niet gedaan, omdat zij met Ajax
steeds meegeleefd hebben en omdat zij nog met Ajax mee
leven. Zij gevoelen wat het zeggen wil voor het rood-witte
vaan te strijden en het eens te zien op de hoogste sport.
Waarde v. d. Net, waarde Dade, ik spreek hier namens
Ajax, blijf nog lang Uwe krachten geven aan Ajax, blijf
nog jarenlang Bestuursleden onzer Vereeniging en werk er
voor zoals U tot op heden gedaan hebt, dan zal Ajax nooit
ten onder gaan.
En thans, mijne Heeren, ben ik aan het einde van mijn
verslag. Ik hoop, dat het U niet verveeld heeft, maar dat
het Uwe goedkeuring moge wegdragen. Heb ik in het
laatste deel mijn eigen gevoelens wel wat te erg laten uit
komen, ik bied U er mijne verontschuldiging voor aan,
maar ik geloof zeker, dat ook gij met dit zult instemmen.
Mocht dit jaar voor ons niet zoo heel schitterend geweest
zijn, het doet er niet toe, laat ons toonen, dat wij beter
kunnen. Kom! bij den eersten wedstrijd en ook de vol
gende, met het hoofd opgeheven, de borst vooruit het veld
betreden en gestreden voor de overwinning, voor zege
praal van het rood-witte doek, de naam Ajax hooggehouden.
Hiermede heb ik gezegd.
w.g. J. MOOLHUYZEN
U mag onze mening hier gerust weten
Hulde!!
T. M.