Redactionele notities
SAW
Bowling for Everyone
In een paar weken kan er véél veranderen in de ranglijst
van de Ere-Afdeling van het Nederlandse voetbal! We
schrijven vandaag 16 maart 1964. Mogelijk dat bij het ver
schijnen van dit nummer van uw clubnieuws enige op
waartse beweging is te zien wat betreft Ajax 1. Doch voor
lopig zitten we in de middenmoot en dat is voor ons Ajacie-
den een beetje ongewoon! Het merkwaardige daarbij is,
dat we op het groene grastapijt niet zo gek inferieur doen
om onze plaats in het middenveld van de ranglijst te ver
klaren! Maar de bal is en blijft rond en rolt dan in het
verkeerde net. Zo gaat dat!
We twijfelen er niet aan, dat onze mede-redacteur Mr.
Brown een boekje zal opendoen over onze positie en wat
ons betreft laten we het dan maar bij een ietwat wrang
gevoel wanneer we naar de competitiestand in de Ere-Af
deling kijken. We houden het op Brero! U weet wel. Moge
lijk komt met een lentezonnetje ook een meer helder
schijnsel van het competitie-laddertje door de bewolkte
hemel van nu door-sijpelen?
Dezer dagen hebben we een visite gehad van onze Kro
niekschrijver en u kunt het geloven of niet, maar we heb
ben een duchtig woordje gesproken over ons clubblad.
Sinds we toegevoegd zijn aan de redactie-staf is het ons
oogmerk geweest te trachten enige nieuwe „fleur" te bren
gen in de berichtgeving en voorlichting van ons lijf-orgaan,
waarbij we natuurlijk in de eerste plaats hebben gedacht
aan uitbreiding van de veel te kleine „rij" van medewer
kers. En nu moet u vooral letten op dat „rij" tussen aan
halingstekens! In feite beschikken we momenteel over twee
vaste rubriekschrijvers, plus een trouwe man met de dich
terlijke „ader", u allen bekend door zijn onuitputtelijke
rijm-prestaties.
Zoals u ziet een hele rij!
Vrienden! Dat gaat zo niet langer!
Er wordt geklaagd over het clubnieuws. Maar de klagers
hebben een oplossing niet gebracht en daar zitten Brown
dtmm
Directie CAREL C. KAMLAG en TOM MANDERS
en ondergetekende mee te kijken. Van het Bestuur zouden
we om te beginnen een maandelijkse bijdrage ver
wachten over alle zaken die de leden interesseren.
Er moet op deze wijze een blijvend contact worden ge
legd dat uitgaat van het Bestuur. Wat weten de honderden
leden eigenlijk af van het doen en laten van de leiding van
de club? Vooral in deze tijd van nieuwe verhoudingen als
gevolg van het semi-professionalisme is een verwijdering
ontstaan tussen clubleiding en clubleden, die niet bevorder
lijk is aan de geest van saamhorigheid in de club. Voor
lopig wensen we toch niet het bestuur als een soort direc
torium te aanvaarden. Evenmin zijn de leden van de raad
in onze ogen een soort van uitverkorenen, die boven de
leden staan. We horen bij elkaar. En dat kan nergens zo
goed tot uiting komen dan in het club-orgaan. Dan moeten
de bestuurderen ook regelmatig in een vaste rubriek con
tacten onderhouden met de gehele vereniging.
Dat is dan punt één!
Het bestuur wordt in overweging gegeven aan onze sug
gestie aandacht te besteden. Het zal de dank van alle leden
hebben voor deze geste.
Tot ons verlanglijstje behoort voorts een vaste reporter
van de daden van Ajax II. We zijn van mening, dat véél te
weinig plaats ingeruimd wordt aan de reserve-ploeg en
haar activiteiten. Is dit iets voor de sector Betaald Voet
bal? Is er geen enkele man te vinden in de gelederen van
de reservisten, die in de pen kan en wil klimmen? Wie is
de gegadigde? Hij trede voor!
Dat was punt twee!
En nu komt het:
De toekomst is aan de jeugd. Die knapen zitten op de
banken van de middelbare scholen, tenminste voor een
deel. Nu kan geen mens mij wijsmaken, dat er géén enkele
„voetbal-teener" bij ons is, die mede kan werken aan een
rubriek: Jeugd.
We stellen dit voor:
De mannen die bij Ajax de jeugd-activiteiten onder toe
zicht houden (we zullen geen namen noemen, want ieder
weet aan wie we denken) slaan nu de handen eens uit de
„schrijvers"-mouwen en helpen de redactie van ons club
blad bij het zoeken naar een intelligente - knaap, die de
Ajax-jeugd-rubriek kan verzorgen.
En dat was punt drie!
En denk nu niet, dat we hiermede au bout de notre latin
zijn wat betreft onze wensen hoe voor de toekomst het
clubblad aantrekkelijk te maken voor de gehele vereniging.
Maar niet alles tegelijk!
EUROPA CUP
In Nederland zijn we over het magische hoogtepunt te
rug in de realiteit! We zijn uitgecupt. Voor een tweede
maal heeft het voetballend vaderland een paar maanden
in extase geleefd en de gloeilampen-stad in het Zuiden was
het middelpunt. Met een verbijsterende klap die hard
aankwam is het daar donker geworden!
De traditie wil, dat de Zwitsers ons Hollanders op het
voetbalveld een serie „hakken" hebben gezet en in de toe
komst vermoedelijk nog zullen blijven zetten. Waarom
juist de Zwitsers ons zo regelmatig de illusie van het win
nen ontnemen is niet duidelijk, doch men hoort wel spre
ken van het hoogteverschil. Welk hoogteverschil? Zouden
inderdaad die paar honderd meter (400 plus minus) zoveel
voor het physieke peil van onze spelers betekenen? In
Zuid-Amerika is er bij het internationale voetbal wél een
sterk geval van hoogte-verschil, dat een rol speelt. In
Bolivia, dat tweemaal zo groot is als Spanje, leeft drie
kwart van de bevolking op een hoogte van over de 3000 m
en La Paz de hoofdstad ligt op liefst 4000 m, in ronde
cijfers gesproken! Wanneer daar b.v. de Mexicanen op be
zoek komen uit de tierra fria (de koude zone) zo om en
10