Losse flodders
MELCHERS OLIFANT JENEVER
Dè borrel voor Ajaoïedenl
Alleman
V17anneer men de sportpers geloven mag en dat doen
wij altijd onvoorwaardelijk dan gaat het op onze
vaderlandse voetbalvelden in de laatste tijd weer ouderwets
„gezellig" toe. Er wordt in steeds grotere mate, met of zon
der opzet, meer tegen de benen van tegenstanders getrapt
dan tegen de bal, die er uiteindelijk toch beter tegen kan.
Men leest verslagen van wedstrijden, die de vergelijking
met veredeld rugby glansrijk kunnen doorstaan. Dit euvel
noemt men dan ook terecht: SPELVERRUWING en het is
niet van vandaag of gisteren.
Ook de arbiters komen meer en meer in het gedrang.
Het is zelfs onlangs voorgekomen, nota bene nog wel bij
een ere-divisiewedstrijd, dat de scheidsrechter luttele mi
nuten voor het beëindigen van de speeltijd, hals over kop
„de wijk" moest nemen naar de kleedkamer, omdat hij zich
de woede op de hals had gehaald van een dolzinnig voet
balpubliek, dat blijkbaar „bloed-aan-de-paal" wilde zien.
Wellicht verdient het aanbeveling na te gaan of de
scheidsrechters in de toekomst niet voor betaling van een
risico-premie in aanmerking komen, want menig huisvrouw
ziet haar arbitrerende echtgenoot op zondagsochtend met
gemengde gevoelens naar het toneel van de strijd vertrek
ken. En wanneer hij tegen de avond weer ongeschonden
thuiskomt, slaakt ze een zucht van verlichting, daarbij de
opmerking plaatsend: „Gelukkig dat je weer heelhuids
thuis bent!"
Dan is er voorts ook nóg het publiek, dat zich niet onbe
tuigd laat. Het werpen van zitkussentjes behoort langza
merhand tot de normale activiteiten op de tribune. En wat
te zeggen van mannen, die zich gedurende de gehele week
als rustige en correcte burgers gedragen, maar die, wan
neer ze eenmaal op een tribune plaats genomen hebben,
hun voorbeeldig maatschappelijk gedrag totaal verlooche
nen door hun mouwen op te gaan stropen en een ouderwets
robbertje te gaan vechten, met het resultaat, dat ze, eenmaal
bij moeder de vrouw thuis gekomen, een opgezwollen oog
vertonen, hetgeen vrouwlief in de verleiding brengt op te
merken: „Je bent zeker weer naar het voetballen geweest!"
Wanneer een belangrijke wedstrijd tegenwoordig op een
sportieve wijze verloopt en de scheidsrechter deswege een
rustige middag heeft gehad, zijn er om de een of andere on
verklaarbare reden altijd wel psychisch gestoorde lieden
te vinden, die dit een onbevredigende gang van zaken vin
den, want zij zijn voor alles belust op sensatie. Des te meer
excessen zich voordoen, des te lekkerder zij zich gevoelen.
Zij zitten op welhaast elke voetbaltribune in ons goede
land, óók op de onze helaas. Elke vereniging, die zich ech
ter respecteert, is deze categorie supporters liever kwijt dan
rijk.
Nu weet ik wel, dat er in het betaalde voetbal gelukkig
ook nog een groot aantal clubs hun best doen een goede
partij voetbal op de mat te leggen, maar dit neemt toch
niet weg, dat wij, met de krantenverslagen voor ogen, van
het „beter-voetbal-ideaal" nog even ver verwijderd zijn als
van het hooggestemde „Alle Menschen werden Brüder".
Wij blijven respect koesteren voor mensen in ons voetbal
wereldje, die betogen, dat beter voetbal bij de jeugd be
ginnen moet, maar wie dan de jeugdige semi-profjes aan
het werk ziet en dat doen wij schier elke zaterdagmid
dag is geneigd ook hier een vraagteken achter te zetten,
want ook in deze sector geldt maar al te vaak zoals de
ouden zongen, piepen de jongen.
Wij hebben de naam een nuchter volkje te zijn. Nuchtere
Nederlanders. Het is een uitspraak, die wij allemaal gaarne
in de mond nemen. De vraag moet echter gesteld worden of
wij op en rondom het voetbalveld wel zo nuchter zijn? Ons
geloof in deze spreekwoordelijke nuchterheid wordt door
ons wekelijks verblijf op een voetbaltribune wel in ernstige
mate ondermijnd.
De kreet om beter voetbal zal wel altijd blijven weer
klinken, maar soms vragen wij ons af of het niet té hoog
gegrepen is, want zolang de „er tegen aan"-mentaliteit op
onze sportvelden nog de boventoon blijft voeren, vrezen
wij, dat de broodnodige verbetering van ons spelpeil altijd
wel een zaak-met-een-vraagteken zal blijven.
J. H. H.
Het zal u allen inmiddels genoegzaam bekend zijn, dat
dit de titel is van het nieuwste cinematografische produkt
van Nederlandse makelij ALLEMAN „een film van
Bert Haanstra" zoals de affiches vermelden.
We behoorden tot diegenen, die op donderdag 19 decem
ber j.l. in het Alhambratheater de persvoorstelling bij
woonden.
Nu is het natuurlijk allerminst de bedoeling hier voor
„ALLEMAN" reclame te maken of ons oordeel uit te spre
ken; u hebt trouwens in de dagbladpers en andere vakkun
dige beoordelingen reeds het een en ander kunnen verne
men, om te weten van welke inhoud het nieuwste werk
van Bert Haanstra (voor zover u nog niet bekend: donateur
van onze club) is.
Waarom dan deze regelen
Alleen maar om u te vertellen dat in deze film een
„stuk" SPORT voorkomt, dat werkelijk enorm is.
Zó prachtig van actiezó dynamischen vaak zó
geestig, dat een ieder die enige belangstelling voor de sport
in het algemeen heeft, daarom alleen al beslist deze film
moet gaan zien.
Bovendien AJAX speelt er ook een rol in
T. M.
N.V. DISTILLEERDERIJ VAN J. J. MELCHERS Wz. - SCHIEDAM