Onze lieverdjes op de staantribune Nog even onze Ajax-mars daar verdedigde men met wanhoopstrappen. Reeds dachten we aan een gelijkspel, toen Keizer wederom een corner mocht nemen. Weer kwam de bal, scherp genomen, in de buurt van Groot en hoe hij het precies leverde was niet te zien, maar we zagen Cees met bal en al in het net liggen. In 't zicht van de haven, beter gezegd, voor de deur van Spaander, was de „Volendam 1" vergaan. Zielig voor de oranje-hemden, doch de zege was terecht gekomen waar zij, gezien het spelbeeld, behoorde. De Volendammers zullen het dit seizoen heel moeilijk krijgen. Als we rekening houden met de geweldige tegenstand, die onze voorhoede ondervond, kunnen we gerust beweren, dat ons elftal behoorlijk heeft gespeeld. Uitblinkers: Tijm, Pronk, Visser en Schaaphok. Zondag a.s. ontvangen we P.S.V. We hebben zo'n idee, dat Piet Ouderland en zijn strijdmakkers zich geroepen voelen iets goed te maken. Dat kan dan voor een uitver kocht huis gebeuren. Zaterdag beleefden we de AjaxP.S.V.-proloog. K.N.V.B.-juniores. De P.S.V.-ers liepen hard van stapel, namen een 20 voorsprong, doch keken met halftime tegen een 42 achterstand aan. Na de rust is het een spel van Ze zijn wel eens stout, erg stout soms, want ze klimmen meer dan het Ajax-bestuur lief is, over de omrastering van de staantribune om het veld over te rennen. Vooral wanneer Ajax gewonnen heeft, is het hek helemaal van de dam, want dan zijn zij de eersten, die onze eerste elftal spelers, onder meevoering van Ajax-vlaggetjes en span doeken, voor de overdekte tribune een spontane ovatie brengen. Zondagochtends begint het lieve leven al. Dan scharrelen ze al vroeg rond ons stadion. En wanneer om twaalf uur de loketten aan de Diemerzijde opengesteld worden, drommen ze ongeduldig met hun glundere gezichten naar binnen want naar-Ajax-gaan is voor hen elke keer weer een uitbundig feest. Dat was al zo in de tijd van Jan de Natris en later, in de dertiger jaren, toen Piet van Reenen zijn voetbaltriomfen op ons oude veld aan de Middenweg vierde. Maar nu is het ook nog zo, want altijd zullen er kleine jongens blij ven, die hun „fans" op het voetbalveld zullen blijven beju belen. Van moeder hebben ze vier dubbeltjes meegekregen om een staanplaats te kopen en van vader een kwartje om een zakje patates-frites leeg te smullen. En wanneer Ajax een doelpunt heeft gemaakt, kent hun vreugde schier geen grenzen meer. Dan juichen ze, dansen en rollen van louter vreugde over de staantribune heen en uit hun monden klinkt één luide kreet: „Sjakie, Sjakie!" Ze zijn ook wel eens lastig. Zo lastig zelfs, dat het Ajax- bestuur zich tijdens het vorige seizoen genoodzaakt zag de jong ens-staantribune voor één wedstrijd te sluiten, want er moest en zou een einde komen aan de steeds terugke rende klimpartijen over de omrastering van de jongens- staantribune. Door de microfoon waren ze meer dan eens gewaar schuwd. Eerst in vriendelijke bewoordingen door onze on volprezen microfonist, de heer van Steenbergen, die blijk baar niet moede wordt de lieverdjes tot de orde te roepen. Dit kan alleen een kindervriend volhouden. Liep het echter helemaal de spuigaten uit, dan kwam de Ajax-voorzitter Melchers zelf voor de microfoon. Zijn woor den hadden een meer dreigend karakter. „Nog eenmaal, jongens, en de volgende keer worden er geen jongenskaar- ten meer verkocht". Dit is dan ook gebeurd. Een besluit kat en muis geworden. Lat en palen en wonderbaarlijk geluk beperkten de uitslag tot 52. Zondag ontving Ajax 2 de reserves van P.S.V. Uitslag 42 in het voordeel van onze clubmakkers. Siem Tijm speelde prima. Ook Ben Muller kwam ver boven het ge middelde. Een extra pluim voor Henny Schipper, die de geblesseerd geraakte Cees Smit verving, en één voor Tanis en natuurlijk Cees de Ruyter. Tussen twee haakjes, als u zaterdags of zondags bij de jeugd de naam Cruyf, een klein manneke, hoort, moet u eens goed op hem letten. Een jongen met de maarschalk staf voor voetballers in zijn ransel. Zaterdag tegen de jeugd van P.S.V., liep hij rond als verdwaalde dreumes in reuzen- land, maar gaf na keurige dribbles drie uitgekookte passes weg, waaruit drie doelpunten geboren werden. Weer een knaap, die bij ons als voetballer werd geboren en het heel ver kan schoppen. Vrienden, we hebben een half clubblad volgeschreven, gij vindt het vermoedelijk wel goed, dat we onze machine dichtklappen. So long! BROWN dat het Ajax-bestuur met een bloedend hart genomen heeft. Zwaarder had men de rakkers op de staantribune niet kunnen treffen. Huilend stonden ze de volgende keer voor de gesloten hekken. De kogel was door de kerk. Er moest en zou een voorbeeld gesteld worden. Een week later werden ze weer toegelaten. Ze namen beteuterd en een beetje timide bezit van „hun" domein: de jong ens-tribune. De schrik zat er nog in. Maar toen het bruine monster weer ging rollen en Piet Keizer met een aantal onnavolgbare bewegingen de vijandelijke verdedi ging overrompelde, was het leed weer gauw vergeten. Veel van deze jongens hebben keurig verzorgde plak boeken aangelegd, waarin op vrijwel elke bladzijde de foto's van onze spelers voorkomen. Het behoort dan ook tot de gebruikelijke taferelen, dat ze na de wedstrijd als een kluwen om hun favorieten hangen bij de spelers-uit gang. Eén handtekening van Sjakie of Pietje maakt hun dag helemaal goed. Dit zijn de lieverdjes op de staantribune van ons stadion. En zo is de jeugd op elk voetbalveld. Thuisgekomen zeggen ze blij tegen hun moeder: „Ajax heeft vanmiddag gewon nen!" Over de hekken mogen ze niet klimmen, want orde moet er tenslotte zijn. Ze zijn wel eens ondeugend, maar welke jongen is dat soms niet. Als men mij vraagt of ze bij de Ajax-familie horen, dan zeg ik: Ja! Want hun stem men klinken bij elke thuiswedstrijd over ons stadion. Zij zijn het, die onze spelers uit volle borst aanmoedigen. Ze kunnen geen dure entree-prijzen betalen, maar vormen later zeker wel een trouwe supporters-aanhang. J. H. H. Mocht mijn stukje in ons voorlaatste clubblad de indruk hebben gewekt, dat de tekst van onze Ajax-mars van mij afkomstig was, dan wil ik dit op deze bladzijde nog even herstellen. De tekst blijft van onze oude sportmakker D. Knegt „alias Vlokkie". Alhoewel onze vriend Knegt ietwat ontstemd was, dat wij zijn tekst een weinig hebben veranderd, is hij na onze Ajax-mars op de plaat, te hebben gehoord even enthousiast als u en ik. Dat ik hem van de wijziging niet vooraf op de hoogte kon brengen, kwam, doordat hij uitstedig was en de op name van de grammofoonplaat in een ijltempo moest ge schieden. JAAP VAN PRAAG 9

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1963 | | pagina 9