\\[e doen weer mee! Vele maanden moesten we verstek laten gaan, omdat onze machine, samengesteld uit bot ten, vezels en spieren, een „lay-down" staking was begon nen. Vriend Middendorp en voorzitter Jan hebben u er in ons vorig clubblad kond van gedaan onze dank voor hun vriendelijke woorden zodat we zouden kunnen volstaan, met ons alleen maar te „meiden-bij-de-wacht". Doen we natuurlijk niet; daarvoor was de belangstelling thuis en in het ziekenhuis te groot. Vrienden, het was enorm en het heeft ons, toen we uitgeteld tussen de lakens lagen, ge weldig goed gedaan. Dank, hartelijk dank! We zullen het niet vergeten. Verder onze dank aan bestuur en leden voor de grote eer, die ons tijdens de Algemene Vergadering helaas, waren we niet in staat acte de présence te geven werd bewezen. We hadden er geen flauw idee van, dat er plannen waren ons met de gouden knoop te vereren. De benoeming tot Erelid van onze vereniging was dan ook een geweldige ver rassing. Waaraan we deze grote eer te danken hebben We hebben onze staat van dienst eens nagegaan Tja, we gaven in de meer dan veertig jaren, dat we het rood witte shirt dragen, de Ajax-bal in alle standen een stevige trap, maar ErelidGoed, het zij dan zo! Met de hand op het hart; we zullen trachten het Ere metaal met ere te dragen. Uiteraard kent u de originele uitdrukking, die vertelt van het „leven, dat verder gaat". Ook het voetballeven gaat verder. We hebben het bemerkt toen we knock-out onder de dekens lagen en onze clubmakkers Intertoto pleegden. Wat ging het lekker! Schwechater S.K., S.C. Tasmania en de jongens uit het hoge Noorden werden onder de voet ge lopen. De Noorderlingen, die op eigen terrein in geen tijden een nederlaag hadden geboekt, kregen met 14 een Ajax- jasje aangemeten. Wat kon ons nog gebeuren? Zes punten uit drie matches en onze tegenstanders in feite nergens meer. Toen kwam Norköping naar Amsterdam en wat geschiedde? We verloren door een slemielig doelpunt in de eerste mi nuut gescoord. In plaats van kampioen waren we in de sukkelstraat aangeland. Bij Tasmania haalden we nog een punt weg, maar de op revanche belust zijnde Schwechaters, zorgden ervoor, dat de volgende ronde voor Intertoto 1963/ 1964 zonder onze club gaat. Met een 52 nederlaag konden we de trofee afschrijven. Jammer, want we hebben de eerste plaats voor het grijpen gehad. Gegrepen hebben we wel, maar helaas, net iets te laag. De Jaarl. Algemene Vergadering hebben we voor het eerst in ons lange voetballeven gemist. Wat er alzo op tafel kwam vernamen we uit de tweede hand. Eén van de hoofd punten; de ledenraad werd geboren. De Koninklijke goed keuring, wat betreft wijziging Statuten en Huishoudelijk Reglement, mochten we enige weken geleden ontvangen, zodat binnenkort, om precies te zijn op 17 oktober a.s., 24 wijze mannen in vergadering bijeen zullen zijn om uit te maken, wie het Ajax-schip verder gaan besturen. Dat zij de „right men" mogen vinden. Naar onze bescheiden me ning een moeilijk karwei. Succes, mannen! Zoals bekend, is de administratie van het Ajax-bedrijf overgegaan in andere handen. De heer G. v. Zegveld is aangetrokken als administrateur en heeft per 1 september j.l. zijn functie aanvaard. Hopelijk hebben we in hem de juiste man gevonden. Wensen hem in ieder geval een lange loopbaan bij onze club, hetgeen impliceert, tevredenheid aan beide kanten. De tijd zal het leren. Good luck, Sr.! iyir. Rowley, onze nieuwe trainer, zagen we enige avonden -L*-*-aan het werk. Nou, eerlijk vrienden, bij die patroon moet je écht niet aankomen, met aflopen van de kantjes. Uitgesproken het type van: „als er niet gewerkt wordt, zal er niet gegeten worden". U, als kenner van het edele voetbalspel, zal vermoedelijk al tot de conclusie zijn ge komen, dat er met vaste hand wordt geregeerd. De resul taten van de laatste wedstrijden zijn een duidelijke aan wijzing. Wie had gedacht, dat we zonder Co Prins, Henk Groot en Ben Muller zulke daverende successen zouden boeken? Wie had gedacht, dat ons team zulk een prima spelletje op de grasmat zou leggen? Natuurlijk, teleurstel lingen zullen niet uitblijven, maar dat we weer een elftal hebben, dat iets in zijn mars heeft, staat als een paal boven de waterspiegel. Bovendien bezitten we nog een paar troe ven, u weet wel, zo lekker in het achterhandje, die, goed opgepoetst, in tijden van nood op tafel geworpen kunnen worden. Al bij al: het zit weer goed! En voor vandaag, én voor morgen. Voor de nieuwe leiders, die straks op de hoge stoelen gaan zitten, een prettig idee, vooral als we bedenken, dat het financiële gedeelte bij ons, wat men noemt, in kannen en kruiken, of beter, in spaarpot en brandkast is. Tussen twee haakjes; we gaan weer repareren. Bestuur, Financiële-Commissie en Terrein-Commissie heb ben na rijp beraad besloten de verwarming te laten ver nieuwen. Ook zullen er in de benedengang van ons stadion een droogkamer, een bergplaats voor het archief, etc. wor den gemaakt. Kortom, er gaat weer een berg zuur verdiende dubbeltjes rollen. Zegt u nu niet: „mot-dat-nou", want het moet. U loopt toch ook niet graag midden in de winter met een nat hemd en u gooit thuis toch ook niet uw boekhouding in een hoek. Nou dan? De honkballers deden het dit jaar prima. Hoe dat komt? Wel, de leiders van deze afdeling, onder captaincy van de heer Bremer, waren vast besloten er dit seizoen iets goeds van te maken. Iedere week ging er een uitgebreide keurig verzorgde Honkbalmededeling de deur uit. Een praatje met een plaatje. We kunnen er een beetje over oor delen en daarom zeggen we volmondig, zonder volle mond, „vakwerk". Dat praatje, wie de auteur was weten we niet, moet de players iets hebben gedaan. Noem het voor ons part een mentale injectie, maar mentaal moeten die knapen keihard zijn geweest. Vele matches met één schamele run winnen, is iets om de zenuwen van te krijgen. De jongens van de heer Bremer kregen die zenuwen niet, maar tim merden liever een winning hit tussen de kussens. „Mijn idee", zou een rasechte Amsterdammer zeggen. Of onze mannen met de knuppel kampioen worden en dan promoveren naar de hoogste afdeling weten we op dit moment nog niet, maar we zullen voor ze duimen. Play up, broeders! Kent u de heer H. Grootenboer? Zegt u nu niet neen, want dat zou een gebrek aan uw "Ajax-opvoeding zijn. Ge noemde heer is de man, die iedere zondag op onze terreinen te vinden is. Daar loopt of staat hij voor zijn lol en voor uw gezondheid, d.w.z. als u nog actief voetballer is. Hij re pareert trap- gooi- en smijtwonden, spalkt gebroken lede maten en houdt u vast beleefde twee bevallingen in ons stadion. Nou, geen flauwekul! Deze heer Grootenboer doet dat al 25 jaar, dat repareren bedoelen we, en we ge loven dan ook wel op het goede pad te zijn, als wij in hem een uitstekend en zeer trouw E.H.B.O.-lid zien. Voorzitter Jan heeft hem op een bestuursvergadering hulde gebracht en liet zijn woorden vergezeld gaan van een zilveren siga renkist. De E.H.B.O.-er had geen Hofmanndruppels nodig maar was toch een pietsie onder de indruk en beloofde dit aandenken aan 25 jaren trouwe hulp in de voetbalhuis houding, thuis een in het ooglopend plaatsje te geven. Daar twijfelen we geen ogenblik aan en ook niet aan het feit, dat deze kleine hulde dik verdiend is. Heer Grootenboer, nog vele jaren bij Ajax, met jodium en watten, in volle ge zondheid. Nu we toch aan het huldigen zijn; Tjerk de Munnik vierde een dezer dagen zijn 80ste verjaardag. U weet het mis schien niet, maar Tjerk is oud-bestuurslid en medeoprichter 2

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1963 | | pagina 2