BOUWER AAN ZIJN CLUB seniores amateur-elflallen Van onze een woord ter herdenking gewijd aan JAN ELZENGA Het ouder worden betekent naast winst aan levens genieting ook verlies van veel wat waarde geeft aan het leven. Het is een schaduwzijde van het stijgen der jaren, dat ons goede vertrouwde figuren ontval len. Het schept hiaten in de kring van vrienden en bekenden om ons heen. Hoe kort is het nog geleden, dat onze oud-gardist Jack Reynolds uit ons midden is gerukt. En nu Jan Elzenga. Het leven gaat verder. Ook in clubverband. Het competitie-rad wentelt alweer in volle omvang en van week tot week vraagt het gebeuren in de voet balgemeenschap onze aandacht. Doch de leegte ont staan door het verlies van weer een onzer steunpilaren blijft ons sterk bezig houden. Vooral wij oudere club genoten hebben daarover onze gedachten. Jan Elzenga was in Ajax een figuur van uitzonder lijke grootte. Hoewel we persoonlijk niet in de directe maalstroom van de club-besognes gedurende Jan Elzenga's werkperiode zijn betrokken geweest en niet tot de intimi van de secretaris hebben behoord, is ons toch nimmer ontgaan dat Jan Elzenga een brok Ajax- leven betekende van onvoorstelbaar enthousiasme en toewijding. Jan Elzenga heeft het begrip clubliefde in alle schakeringen gedemonstreerd en waar gemaakt. Zo dikwijls men hem nodig had stond hij gereed. Dienst aan de club en aan zijn clubgenoten is het nimmer aflatend parool, dat hij tot het zijne maakte. Mijn persoonlijke ervaringen op het gebied van verenigingsbestuur (zij het op ander gebied dan dat van de sport) heeft me in staat gesteld te begrijpen, dat Jan Elzenga een van die weinige mensen was, die zich voluit in dienst stellen van het verenigings werk. Volhardend en recht door zee. Een secretaris werkt voornamelijk achter de scher men. Dat lag Jan Elzenga goed, want aan-de-weg- timmeren was niet zijn ambitie. Kort nadat bekend was, dat Jan definitief zou af treden hebben we hem nog gesproken. Op het voor pleintje in ons Stadion, waar hij bij wedstrijden placht te staan. We zegden hem toen een artikel toe in ons clubnieuws. Ten afscheid. Helaas! Niet in de zin als we heden dit opstel wij den aan hem. Hij heeft zijn bouwstenen aan Ajax in ruime mate bijgedragen. We zullen hem niet vergeten. In gedach ten zijn de vlaggen nog half-stok. D. KNEGT Allereerst moet mij bij het begin van het seizoen een op merking aan het adres van Tinus Middendorp van het hart. In zijn kroniek van het vorig clubnieuws schreef hij o.a.: „Onder de nieuwe contracten bevinden er zich ook": „van eigen kweek" om zo te zeggen: C. Ruiter, E. Tanis, van Haarlem, Pieter Paternotte en Peil zullen voortaan in de Ajax-boeken voorkomen als Semi-Profs. Jongens van harte enz. Dan gaat hij verder....: „Achter dit alles schuilt toch wel een compliment aan het adres van de Jeugd-Commissie, trainer Veen e.a Maar waarde clubgenoot Middendorp, als je er van op de hoogte was dat zowel Paternotte als Van Haarlem reeds enige jaren in de seniores uitkwamen en wel beiden in het derde elftal, ware het dan niet juist geweest om behalve de Jeugd-Commissie en trainer Veen (deze lieden verdienen overigens de pluim ten volle) de Elftallen-Commissie der amateurs ook eens een beetje waardering toe te kennen voor haar werk ten opzichte van onze vereniging, vooral nu, in het algemeen gesproken, de amateurspelers en officials door vele bestuursleden alsmede door vooraanstaande sport journalisten alleen maar beschouwd worden als een dikke onkosten-post voor de club. Daarom ter oriëntatie nog even dit: weet Middendorp ook, dat o.m. de huidige Semi-Profs als Eddy Pieters-Graaf- land, Jan Fransz, Johnny Schaap, Bennie Muller, Ad Visser, Donald Feldmann en Tony Pronk destijds allen, na hun juniores-tijd via het derde- of zelfs het vierde elftal tot onze twee hoogste elftallen zijn opgeklommen? Verder zou ik de technische commissie van de K.N.V.B., die belast is met de samenstelling van het Nederlandsche Amateurselftal eens willen uitnodigen te komen kijken naar ons Eerste amateursteam. Ik weet zeker dat spelers als o.a. Dick Boering, Frits van der Valk, Jan van Veen, Eggie Koghee, Henk Wiebes Loek Goudsmit e.a. momenteel een welkome versterking voor onze niet-tot-zulke-prachtige- resultaten-komende-nationale-amateurs zouden zijn. Hopen- lijk komt het nog eens zover Misschien zou Kick Geu- deker dit onderwerp eens willen aansnijden in zijn Sport krant en daarbij ook doen uitkomen dat het volkomen mis plaatst is dat een elftal dat practisch elk jaar kampioen van de res. le-klasse K.N.V.B. is en dat diverse eerste-klasse amateurelftallen in friendly-games of toernooien heeft ver slagen, nooit de kans krijgt om in de competitie zijn krach ten te meten met clubs als J.O.S., K.H.F.C., A.F.C., Water graafsmeer, Hollandia, De Spartaan e.a. Onze top-amateurs en die van Feijenoord, Sparta, Enschede enz. zullen daar zeker mee instemmen. Voorzitter Melchers brengt deze kwestie telkenmale in de Bondsvergadering van de K.N.V.B. ter sprake, maar dit stuit steeds af op bezwaren van de kant van vele amateur-clubs, die overigens „wél graag vriendschappelijk tegen Ajax 3 spelen Nicht argern, nur wundern zei Goethe meen ik Wat betreft de wedstrijden het volgende: Na het spelen van enige oefenpartijtjes (ons derde klopte o.m. Zandvoortmeeuwen met 10, door een fraai doelpunt van de op dat moment centervoor spelende Jan van Veen) begon op 8 september de competitie. Ajax 3 begon met een gelijkspel tegen D.O.S. 3 (11) na practisch de gehele tijd met 10 te hebben voor gestaan via een prachtig doelpunt uit een free-kick door Henk Wie bes. Onze jongens waren veel sterker dan de Domstad-be woners, de voorhoede kreeg legio kansen die helaas niet werden benut. Wel, wat onder deze omstandigheden zo vaak gebeurt, kon D.O.S. kort voor tijd nog gelijkmaken. Een week later tegen Stormvogels 2 in IJmuiden werd in een rommelige wedstrijd met 41 gewonnen. Joop de Vries, Engel v. d. Stock (2e) en Jan Visscher (ingevallen voor de 10

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1963 | | pagina 10