Ajax Feijenoord 1 - 3
om de manier waarop hij het feest leidde. Voorzitter Jan
Melchers reikte op zijn zo langzamerhand bekende manier
aan vier noviten de borden uit, waardoor onze club weer
enige leden rijker geworden is. Moge het trouwe leden
worden! Verder had Jan tot taak drie leden naar de Afde
ling Oer-Ajacieden (40 jaar lid) over te hevelen en mocht
hij vriend Levendig (50 jaar lid) met de gouden speld
vereren. Altijd een plechtig moment, want veertig of vijf
tig jaar lid van een vereniging zijn is toch echt geen peule-
schil. Jan volbracht zijn taak in stijl en bekwaam. Waar
voor onze hulde en aan de nieuwe „Oer-Ajacieden" onze
felicitaties. Zoals reeds gezegd, is het een buitengewoon
gezellige avond geworden. De gecharterde band zorgde voor
een goed stukje muziek, de koksbrigade van „Atlantic" had
haar best gedaan en de wijn was op temperatuur. Wat wil
een oude Ajacied, temidden van zijn clubmakkers, nog
meer?
Van het ene feest naar het andere is slechts een stap.
Die stap eindigde in „Krasnapolsky". Het comité, gehard
in de feestslagen, had het aangedurfd, de drie en zestigste
verjaardag van onze club met een soirée dansante te vie
ren. Een acht-man-sterk orkest was gecontracteerd en een
eerste klas programma samengesteld. Speciale reclame was
niet gemaakt, om de doodeenvoudige reden, dat „het pu
bliek toch niet te vangen is". Een goed Ajacied weet, dat
het zo om en nabij 18 maart feest voor hem is. En dus
„Vergeet het maar" luidt de slagzin. Kijk, als u me nu per
auto komt halen, een soupétje voor me klaar zet en me
weer netjes per auto thuis brengt, ach, dan zal ik er eens
over denken! Vierhonderd feestgangers schaarden zich om
de dansvloer. Vierhonderd en beslist niet allemaal Ajacie-
den. Geven we daar nu ons geld voor uit? Stoppen dan
maar en voortaan een avondje voor de amateurs, zult u
misschien zeggen. Prachtig, maardie komen dan ook
niet. Wat ons betreft kunnen we het comité wel met pen
sioen sturen. Als u een betere oplossing weet; het comité
houdt zich aanbevolen.
Voor de rest: het was een beste avond! Dank u voor de
medewerking!
De voetbal rolt eindelijk ook weer. We kunnen het sei
zoen vol maken. Geen sneeuw, geen ijs en geen geen gras
meer. De sprieten zijn geel en dood. De terreinknechts kij
ken sip. Kop op, vrienden, vadertje Tijd en moeder Natuur
zorgen overal voor. Alleen de banknootjes, dat is een ander
vertelsel, maar daar heeft het bestuur, met de penning
meester als opperhoofd, kopzorgen over. Als nou dat eer
ste elftal van ons. Tja, dat eerste elftal
In Almelo werd voor onze club het seizoen voortgezet.
We wonnen met 20. Piet Keizer trof tweemaal de roos.
De Pers vertelde, dat Ajax het op sloffen had kunnen doen.
Heracles was te zwak. Ons selectie-comité had het anders
gezien. Zelfs heel anders. Hoogerman en Schaaphok waren
prima, maar de rest, vooral voor halftime, zeer zwak. Na
de thee was de verdediging gelukkig beter op dreef, maar
had toch alle moeite met de „zwakke" Heracles-aanval.
Die aanval kreeg vele kansen; wist tot ons geluk er geen
raad mee. De nul bleef dus onaangetast, doch voor het
zelfde geld had dat cijfer uitgeveegd kunnen worden. Het
oude spreekwoord „zonder geluk vaart niemand wel",
mochten we echt wel een beetje oppoetsen. Vraag het aan
ons selectie-comité en voorzitter Jan. Het hart klopte vaak
in de keel, m.a.w. ze hebben zitten knijpen. Bij het einde
van de voorstelling waren we echter twee punten rijker.
Collegae broeders in de voetbalkunst zal het niet gemakke
lijk vallen in Almelo twee punten weg te halen. Een pret
tige gedachte.
In het Olympisch Stadion bent u natuurlijk geweest.
Het Voorlopig Ned. Elftal moest u zien. Alle „grote man
nen" van ons aller K.N.V.B. waren er ook. Duur spul. Oom
Eleck zat er zo op het oog achteloos bij. Op het bankje
voor de reserves. Met welgevallen moet hij gekeken heb
ben naar onze ploeg. Sodemeklap, wat draaiden onze boys
lekker. Peet Petersen snorde langs de lijn en dreunde de
3