Bouwmeester Gerrand Donkere wolken pakken zich samen boven het hoofd van de heer Schwartz. „Onze sportredacteur" van het Alg. Han delsblad heeft het middels een derde pagina den voetbal- volke kond gedaan. Zijns inziens moet oom Elek weg; per 28 februari a.s. Op die datum moet er volgens deze heer in ooms brievenbus een schrijven liggen van ons aller K.N.V.B. In dit schrijven moet dan staan: geachte heer, gij kunne wel gaan, koop een kaartje en pak de trein. Misschien mag de redactie ietwat anders luiden, maar het komt op hetzelfde neer. We zijn geen bewonderaar van de heer Schwartz, maar dat artikel van „onze sportredacteur" vinden we heel zacht gezegd, niet leuk. En deze „sporf'redacteur kan toch zo leuk schrijven. B.v. van „Meschugepot", of iets van dien aard 't is ons een beetje ontschoten en meer van die gezellige uitdrukkingen, die beslist niet in een woorden boek, in een normaal woordenboek bedoelen we, te vinden zijn. Jammer voor oom Elek, dat hij nu het mikpunt is ge worden. Eén troost blijft hem, n.l. dat de K.N.V.B. mans genoeg is de eigen boontjes te doppen. Als er iemand te ontslaan valt, heeft ons bondsbestuur geen ruggesteuntje, van wie dan ook, nodig. Met dat bijltje is in de loop der jaren al vaak genoeg gehakt en het liedje van de trainer, die niet deugt, al zo vaak te beluisteren geweest. Laten we aannemen, dat er een andere trainer, een kei van een trai ner, wordt gevonden. Wat dan nog? We hebben de gevleu gelde woorden van Reynolds: „van ezels maakt men geen renpaarden", reeds vele malen neergepend enhoeveel renpaarden lopen er op onze voetbalvelden? Noem ons één speler, die week in week uit constant speelt? Noem ons één speler, die een seizoen lang iedere zondag een prima partij op de grasmat legt? Het is lang, heel lang geleden, dat we w JUWELIERS Heiligeweg 1 2, Amsterdam-C Telefoon 36541 een speler van dit kaliber zijn tegengekomen. Natuurlijk, er zijn jongens, die een aardig partijtje in de schoenen hebben, maar internationaal gezien betekent het echt niet veel, om niet te zeggen, zijn we nergens. Zo nu en dan komen we leuk voor de dag, boeken een prima succes, waarmee dan vooral de meeste mannen van de perstafel bar ingenomen zijn. De jongens van het vak weten wel beter, die zijn al zo dikwijls voor het hoofd gestoten, dat ze in dat betere voetbal van ons allang niet meer geloven. Zij hebben voor beelden genoeg gehad. Voorbeelden in eigen kring. Zij heb ben vele spelers meegemaakt, die echt iets beloofden, waar bij het „Eureka" op de lippen lag, om dan ineens, plof bom, een dreun op de kersepit (figuurlijk dan) te krijgen. Ze hebben dan ook altijd schik, beter medelijden, als ze lezen van voetbalsterren of sterreploegen. De heer, die zijn lezers dergelijke onzin voorlegt, geeft zichzelf een brevet van on kunde, want door ons voetbal loopt geen „Melkweg", schit tert Venus noch Mars. Ons voetbal is gewoon een nevelvlek, meer nevel dan vlek en daar helpt geen oom Elek, geen kei trainer en geen „onze sportredacteur" aan. De heer Vic Buckingham was in onze ogen een kei-trainer. Toen hij kwam, lag er een prima voetbalploeg voor hem klaar, of beter ,op de banken van onze kleedkamer zaten meer dan elf jongens, die meer van voetbal afwisten, dan dat de bal rond is. Dat waren beslist geen jongens, die hij eerst de elementaire begrippen van voetbal bij moest brengen. Hij had er slechts een homogeen stel van te maken. En dat kon de heer Buckingham, dat kon hij zelfs uitstekend. Hij wist zijn jongens te pakken, zorgde voor hen als een vader, kwam als het nodig was voor zijn boys op, met gevolg een klinkend kampioenschap. Een seizoen later, toen zijn ge dachten naar Engeland dwaalden, ging het niet meer, was de binding, of de verbinding verbroken en zwakte de kracht van ons team af. Mysterieuze krachten in de sport? Toe nou! De heer Buckingham is heengegaan, naar Engeland, naar Sheffield Wednesday. Met hart en ziel? Wie zal het zeggen? Wie bepaalt de diepste roerselen van de menselijke ziel? De Wednesday werd het vorig seizoen geen kampioen en dit seizoen geloven wij daar ook niet in. En toch was en is Vic in onze ogen een kei. Op de banken van onze kleedkamer zitten weer meer dan elf jongens, die echt iets van voetballen afweten. Neem ze stuk voor stuk bij de kop. Vele clubleiders zouden er scheel van kijken als zij zulk materiaal hadden, maar voetbalsterren zijn onze spelers be slist niet. Een ster schittert als hij zichtbaar is tot de tijd van verschieten aangebroken is. Zolang hij echter aan de hemel staat is er glans. Een voetballer kan soms, let wel: soms, flonkerende staaltjes ten beste geven, dan is er glans, maarheel vaak koeien van fouten maken, en dan is er nevel. Dan valt het predicaat „ster" weg, zelfs zo ver weg, als een meteoor kan vallen, dan blijft er geen pietsie glans over, dan trekken de voetballeiders en de supporters de haren uit de wel of niet met deze substantie voorziene schedels. Persbroeders, schrijf nu nooit meer over of van Nederlandse voetbalsterren. Insiders worden er echt ziek van, en ook de ware sportsman krijgt er een nare smaak van in de mond. Zoals gezegd, op de banken van onze kleed kamers zitten jongens, die iets van voetbal kunnen en ken nen en ook in de jeugdkamers vertoeven boys, die de maar schalkstaf in hun voetbalransel hebben. Bovendien beschik ken we over een trainer, die een prima reputatie geniet en zijn sporen op het voetbalveld heeft verdiend. Een „sterren elftal" zal hij helaas nooit kunnen maken, omdat er in ons land geen voetbalsterren zijn. We zullen ons dus tevreden moeten stellen met een prima ploeg en dat kan, zowel van daag als morgen, omdat het materiaal er is. Daar houden we het dan maar op. De buitengewone algemene vergadering, uitgeschreven op schriftelijk verzoek van een aantal leden, hebben we ge had. Twee en negentig stemgerechtigde leden waren naar ons stadion gekomen om uit te maken of de punten „ver kiezing prof- en amateur-sectie" wel volgens voorschrift van statuten en huishoudelijk reglement hadden plaats ge vonden. Na de opening door voorzitter Melchers voerden vele heren het woord. De heer A. de Wit sr. gaf via een lijvig document zijn mening ten beste, waarin hij conclu deerde, dat de verkiezingen niet op de juiste manier waren geschied. De volgende spreker, de heer M. de Groot, gaf zijn visie, die, zij het in andere vorm gegoten, vrijwel parallel liep met de mening van de heer De Wit. Als derde speaker kwam de heer G. Keizer voor de mikrofoon, die 2

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1962 | | pagina 2