Neutraal
Jan Bron
Van het vierde
Van het zesde
Wij hebben tot nu toe de indruk, dat „de pers" neutraal is.
Plaatselijk chauvinisme daargelaten worden in de landelijke
pers de daden en (verrichtingen van de clubs over het algemeen
zonder voorkeur bekeken.
Wat echter te zeggen van een groot landelijk blad als „Tele-
vizier", dat in zijn nummer van 1 september j.l. een zekere
Rein Vosisen (nooit van deze sportscribent gehoord!) zulk een
walgelijk stukje Feijenoord-chauvinisme en tegelijk anti-Ajax-
mentaliteit afdrukt, dat het een schande is, dat dit niet alleen
de redactie van dit zich neutraal noemende blad heeft kunnen
passeren, maar ook dat Nederlandse persen dit hebben durven
draaien.
(Het is niet alleen dom en ergerlijk, wat deze Rein Vossen,
die kennelijk de slimheid van Reintje de Vos mist, in een
„voorbeschouwing" van dit seizoen schrijft, het is in hoge
mate onfatsoenlijk. Men leze:
„Feijenoord vaandeldrager, ja; maar als de Rotterdam
mers het zouden schoppen tot de halve of de hele finale van
de Europese bekerstrijd, zal toch geen commentator kunnen
beweren dat in het laatste en hoogste gevecht de represen-
tante van Hollands club-kunnen aan het werk is. Feijenoord
is naar geest noch prestaties een representante. Het
is een grootheid apart, die schertsend met het oranje-shirt
haar eigen verdieping heeft gebouwd op de flat constructie
van onze eredivisie. En zo troont het hoog en ongenaakbaar
niet rouwend om het feit, dat het een tijd geen deel mag
hebben aan de nationale formatie der Oranje-leeuwen, wel
vechtend voor zijn inschrijving in de Europese competitie.
Die schijnt voor de Rotterdammers de juiste maat te zijn,
de Nederlandse competitie niet meer."
Met andere woorden dus: Feijenoord is te goed voor de Neder
landse competitie, die maar een vervelende bijzaak voor de Rot
terdammers is, die eigenlijk alleen in het Europese, wat zeggen
wij wereld-topvoetbal zouden moeten spelen.
In een volgende alinea van het artikel komen wij dan maar
rechtstreeks aan de beurt als hij schrijft:
„Het Limburgse voetbalvolk is een sanguinisch volk
de Limburgse aard getrouw. Daarin vindt men niet zoveel
voorbeelden van vasthoudendheid tot het uiterste, van „ijze
ren clubtrouw" die lief, maar vooral ook leed méé wenst te
dragen. De bijzonder kritische instelling onzer zuidelijke
landgenoten verdraagt geen serie nederlagen. Het zijn géén
Ajaxieden, die door dik en dun blijven recht praten wat
krom is een gemoedsbeweging die tot een haast karika
turale liefde aan de vereniging is terug te voeren. Een voort
durend verliezend Ajax behoeft om „verraad-van-wege-de-
supporters" geen vrees te hebben: die blijven. Die zullen
volharden in hun apologie."
En verder worden wij nogmaals in dit fraais betrokken:
„En zal Sparta een formatie die ons sinds haar heroï
sche gevechten om de Europese titel zo na aan het hart
ligt eindelijk over zijn vermoeidheid heen komen Déze
Rotterdammers verdienen opnieuw aan de kop te komen,
omdat zij mentaal hard genoeg zijn het op te nemen tegen
die andere Maasstedelingen. Die mentale hardheid zien wij
bij Ajax vooralsnog niet, evenmin bij Blauw-Wit, dat in het
afgelopen seizoen gelukkiger geëindigd is dan het zelf
waarschijnlijk heeft durven hopen. Wij willen niet anti-Ajax
Bromfiets aankoopproblemen
Utrechtsestraat 134, Amsterdam, Telefoon 39239
lost ze voor U op 3
Keuze uit 60 modellen Diverse leuke Occasions
zijn, maar kunnen toch óók niet veronderstellen, dat het
eindelijk Feijenoord de baas zal worden.
Gelukkig maar, dat Rein Vossen niet anti-Ajax heeft willen
zijn, anders waren wij er nog slechter afgekomen
Wij kunnen ons moeilijk voorstellen, dat Feijenoord zich erg
gelukkig met deze dwaze schrijverij zal voelen. Wij natuurlijk
ook niet, maar wij weten nu in ieder geval wat wij aan dit
„neutrale" blad en aan Rein Vossen hebben.
Met een vorige wedstrijd tegen „Vriendenschaar" nog in
de herinnering, betraden we zondag 9 september met enige
beduchtheid het veld voor onze eerste competitiewedstrijd. Be
duchtheid, niet zozeer voor de voetbalcapaciteiten van onze
tegenstander, als wel voor de wijze waarop zij het spel menen
te moeten interpreteren. Voetbal gebaseerd op een té-veel aan,
laten we zeggen „enthousiasme" en een té-weinig aan tech
nisch kunnen, kan misschien wel eens succesvol zijn, maar
geeft ook meer kans op beschadigingen aan de benen, vooral aan
die van de tegenpartij. Gelukkig kwamen wij in de eerste 45
minuten vrij spoedig aan een 4O-voorsprong, door doelpunten
van Visscher (2 x), IHans Dukker en De Groot. Dit gaf ons de
gelegenheid het wat kalmer aan te doen en zo nodig eens een
keer opzij te stappen.
In de tweede helft kwam Vriendenschaar wat meer opzet
ten, maar toen toonde onze achterhoede met vooral spil Kreu-
ger en keeper Slager zich zeer betrouwbaar. Ook onze nieuwe
krachten, linksback Bolle en rechtshalf De Groot, lieten zien
dat er met hen niet te spotten viel en pasten zich aan ons
Ajax-spel zeer goed aan. Linkshalf Frits v. d. Valk speelde
zijn bekende spelletje, fris-van-de-lever, en was overal waar
gevaar dreigde.
In deze tweede helft scoorden elk der partijen nog een, om
buitenspel-redenen aanvechtbaar doelpunt, maar de scheids
rechter vond 51 wel een redelijke uitslag en kende dus beide
goals toe. Onze voorhoede haalde, gezien de 5 goals, „ruim vol
doende", maar speelde het spel vooral tegen deze „enthousias
telingen" toch te peuterig. Tenslotte toonde de heer P. van
Dijck van de prof-commissie een door ons zeer gewaardeerde
belangstelling.
CANARD.
Eindelijk was het dan zo ver. Zondagmorgen 9 september
1962 klonk voor ons ook weer de fluit en konden wij de strijd
aanbinden met S.D.Z. 2. Met vier jonge krachten, zo uit de
jeugd startten wij goed. Na een kwartiertje spelen wist P.
Pijlman een aanval af te ronden door de bal in de goede hoek te
deponeren, 10. Met deze stand brak de rust aan. De tweede
helft begon met een sterk aanvallend S.D.Z. De strijd werd ook
vinniger en harder. W. v. d. Toom vergrootte onze voorsprong
tot 20. Toen Pijlman er nog 30 van wist te maken kon S.D.Z.
tegen scoren 31. Kort hierna blies de scheidsrechter voor de
laatste maal en konden wij met een 31 overwinning de kleed
kamer opzoeken. Wij zullen maar zeggen, een goed begin is het
halve werk jongens.
Op het knusse A.F.C.-veld bonden wij de volgende zondag de
strijd aan met A.F.C. 5. In de eerste helft konden wij niet tot
scoren komen, deels door pech, deels door zelfzuchtigheid Als
wij de ballen eerder af hadden gegeven, inplaats van steeds te
pingelen, zouden wij met de rust niet tegen een 10 achterstand
hebben aangekeken. Na de rust toen A.F.C. de stand op 20
bracht werd onze voorhoede op een paar plaatsen gewijzigd. En
het resultaat was, dat R. Wilson na goed doorzetten 3 goals
wist te scoren; dat gaf de burger moed. Voordat de A.F.C.-ers
van hun verbazing waren bekomen, wist W. Waayer met
een bekeken balletje de stand op 24 te brengen. Keeper W.
Kluft stopte nog een penalty. Zo kwam dan het einde met een
42 overwinning voor ons.
Twee gespeeld en vier punten, een mooi resultaat. Proberen
zo te houden, mannen.
JOOP VAN DER TOORREN.
16