MELCHERS OLIFANT JENEVER
DA borrel voor A jacieden F
legioenen
Waar blijven de
Dit is het probleem, dat clubbesturen in het betaalde
voetbal bezig houdt? Ieder weet dat er een dalende lijn zit
in de bezoekers-statistiek en men pijnigt zich met de vraag:
waarom? Het is een bij uitstek belangrijk chapiter dat van
de wegblijvers, en het is meer dan de moeite waard er in
ons clubblad wat over te zeggen. Want het gaat ook ons
aan! Het gaat geheel voetbal-lievend-Nederland aan!
Men heeft reeds gesteld, dat de televisie het wonder
van de bioscoop in huis de oorzaak is van de „ge-dun-de"
bevolking van de tribunes. Dit gaat in geen geval op. We
zien op de beeldbuis ongetwijfeld top-voetbal op inter
nationaal niveau en er zijn zonder enige twijfel voetbal
enthousiasten die redeneren: wat zal ik naar het gepruts op
de Nederlandse velden gaan kijken wanneer ik de super
klasse van voetbalspecialisten thuisbezorgd krijg. In mijn
clubfauteuil met „het glas" en de versnapering bij de hand
kunnen ze me het-doendezulken zijn er! Om te be
ginnen zijn voorlopig deze beeldscherm-tops wat voetbal
betreft nog maar sporadisch. Verder heeft het Nederlandse
voetbal naast „gepruts" nog het een en ander te bieden,
dat het aankijken waard is, al moeten we toegeven, dat (we
spreken hier uitsluitend van betaald voetbal) de overvloed
van clubs enorme afbreuk doet aan het niveau in doorsnee.
Dit is echter een ander hoofdstuk. We blijven nu even bij
de feiten. De televisie schotelt ons van tijd tot tijd een
„hors d'oeuvre" voor, die ons zou kunnen verleiden om het
club-voetbal als quantité négligeable terzijde te stellen.
Maar het is toch géén verklaring van het leeg blijven van
de tribunes, integendeel, bij grand-spectacle-matches (zo
als de Europa-Cup-wedstrijden) is de televisie de redster in
de nood door bij uitverkochte tribunes het hele land
alsnog te laten meegenieten.
Neen, de televisie is géén verklaring voor de absentie
van het vroeger zo beruchte legioen, hetzij het landen-
legioen, hetzij de club-fans in massa.
Wat dan?
De knappe koppen in ons voetbal-wereld je hebben terecht
gezegd: we moeten de competities méér leven inblazen. Er
moet méér spanning zijn. De belanstelling moet verspreid
worden over méér clubs.
Volkomen juist. Maar in de practijk is het wel héél
moeilijk. In onze Eredivisie hebben we de „intertoto-groep"
gekregen en in de lagere Afdelingen een verscherpte de
gradatie. De clubs zullen nu moeten nagaan wat ze van
deze maatregelen beter geworden zijn. Momenteel stellen
we vast, dat de bezoekers-aantallen nog steeds achteruit
lopen! Er is dus een andere invloed die op de teruggang in
de belangstelling van Jantje Publiek inwerkt. Welke?
We zijn geneigd niet als énige, maar wel als voornaamste
verklaring aan te wijzen: de kwaliteit van het vertoonde
spel. In negentig procent van alle gevallen van teruggang
is dat o.i. de reden.
Laten we eens kijken naar ons eigen Ajax. We staan met
de Rotterdamse sterren-club (ik neem die terminologie nu
maar even over) boven aan de lijst wat belangstelling be
treft van de zijde van het publiek.
Hoe komt dit?
Dat komt omdat de Rotterdammers en wij het type spel
demonstreren, dat het meest spectaculair is en dat de meeste
successen oplevert. Indien we in de Eredivisie over twaalf
of vijftien clubs konden beschikken, die de nodige „sterren"
(financieel) konden aantrekken, zoals Rotterdam dat pres
teerde, dan zouden we waarschijnlijk allemaal met volle
tribunes zitten, kleine inzinkingen dan daargelaten.
Uiteindelijk komt alles dus neer op de (vertoonde) kwa
liteit van het spel. Daar ligt de verminderde belangstelling.
Nu lijkt dit op een contradictio in terminus, wanthet
betaalde voetbal is toch tenslotte de gangmaker geweest
voor beter voetbal. Logischerwijze zou dus het bezoek moe
ten zijn vooruitgegaan en niet achteruitgegaan.
Accoord!
Het betaalde voetbal is echter op de leest van vandaag
niet geschoeid, zoals we ons dat enige jaren geleden had
den voorgesteld. De baten en de lasten zijn verkeerd ge
zien! Zeker drie-vierde van de clubs, die nu betaald voetbal
bedrijven halen het op de duur financieel niet. Ze
kunnen zich dan ook niet veroorloven het spelersmateriaal
(excusez le mot!) aan te schaffen. Het is half werk. Het
semi-prof-stelsel namelijk.
Dat weten natuurlijk ook de voetbalexperts en de man
nen, die in ons land het voetbal beheren en trachten beter
te maken, doch ons kleine landje biedt maar numeratief
kleine mogelijkheden.
Zodra we in ons land de mogelijkheid hebben (geogra-
fisch-organisatorisch gezien) over te schakelen naar full
job-beroeps voetbal, zullen er andere toestanden komen.
Dan is het uit met tientallen clubs, die nu noodgedwongen
in het semi-schuitje moeten meevaren!
Of die tijd komt?
Of spoedig komt?
Dat mogen we aan onze experts ter beoordeling overlaten.
Doch zoals de papieren nu staan, zien we voor de tribunes
niet veel kans op doorzakken
Met hoger spelpeil, met méér concentratie van de talen
ten, die nu rondlopen en van hen die nog zullen komen op
onze velden, ligt een betere toekomst in het verschiet.
Dan zullen we niet meer zeggen: waar blijven de
legioenen?
Ze zullen komen!
D. KNEGT
N.V. DISTILLEERDERIJ VAN J. J. MELCHERS Wz. - SCHIEDAM
6