Jan Bron vingers van één hand. Het bleef dus 21, zodat de Hon garen in Budapest twee goals moeten maken om ons elftal buiten de dampkring van de „Cup voor Cup-winnaars" te houden. Aangezien de Budapesters een grote voorliefde voor „drijfjacht" (naar de bal) hebben en onze knapen best weten wat verdedigen is (èn rap een „goaltje pikken") zijn we echt niet pessimistisch. Vooruit, mannen, we willen de volgende ronde. Zondagavond 5 november. Of de match tegen Ujpest nog in de benen zat; de voetbalgeleerden waren het er niet over eens, maar het feit, dat Ben Muller achttien minuten voor het einde van de strijd tegen Fortuna '54 aan de ref vroeg „hoe lang nog" wijst in die richting. De stand was door een misrekening van Pronk 31 geworden en in feite nog geen aasje kou aan de lucht. Een wonder kon ons team slechts van de zege afhouden, want de ploeg uit Geleen had zulk een pover spel op de grassprieten gelegd, dat geen Ajacied aan de mogelijkheid van een nederlaag dacht. Wel hadden de Fortunezen een penalty tegen de lat ge kogeld, maar dat was zo ongeveer het enige wapenfeit waarop zij konden bogen. Voor de rest was het met man en macht proberen de score zo laag mogelijk te houden. Het gelukte gedeeltelijk. Twee goals van Henk Groot de den Fortuna wankelen. Nummer drie van de voet van Cees Groot, betekende het einde van alle Geleense illusies. Hadden we gedacht! 't Ligt niet op onze weg zondebokken te zoeken, maar dat er ergens in onze defensie een reuze lek was ontstaan, viel en valt niet te ontkennen. Hoe dat nu zo plotseling mogelijk kon zijn, begreep niemand. Ook de strijdmakkers van Cor v. d. Hart niet, maar zij profi teerden er gretig van, geloofden ineens in een wonder en gooiden alles op de aanval. En het geluk is nu eenmaal met de moedigen het wonder geschiedde. Een blunder van Muller en de stand was 32. Het stond geschreven: we waren verloren. Hoogerman hielp een handje mee door de bal weg te laten springen (33) en een laatste Geleense stormloop veegde de Ajax-overwinningspremie van tafel (34). Er is lang over nagekaart, hoe dat nu mogelijk was. Niks nieuws, vrienden! In onze geschiedboeken staan ana loge gevallen opgetekend. Heerenveen, Den Haag enz., enzmaar zonderling blijft het. En, het is nog zonde ook, want een oud-voetbalverhaal vertelt, dat aan het be gin van een seizoen op onbenullige wijze punten weggeven, het verspelen van een kampioenschap kan betekenen. Kan betekenen, waarmede we maar zeggen willen, dat we écht niet alle hoop laten varen. Lang niet, omdat de weg nog zo vreselijk lang is en het einddoel zo ver. We hadden tot nu beslist niet gek geboerd. In Tilburg, waar Piet Keizer op de bon ging zes wedstrijden, plus een jaar proef wonnen we met 01. Een knappe presta tie, daar Willem II dit seizoen tot grote dingen in staat is (Feijenoord) en op ranglijst best geklasseerd stond. Stond, want de rood-wit-blauwen zijn alweer naar de zesde plaats geduikeld. Cees Groot hield zijn naam als schutter hoog en scoorde de enige goal. Niet met zijn voet maar (letterlijk en figuurlijk) met 't „koppie". In Breda at N.A.C. uit de hand (13). Prins opende de score, na een beste sprint van de weer in het eerste elftal opgenomen Petersen. Wel kwamen de N.A.C.-ers door een goal van Meyers naast ons, maar Cees Groot liet de Bre dase vreugde van korte duur zijn (1—2). Na de thee was het spoedig bekeken. (Swart 13) en werd de resterende tijd rustig uitgedreven. De nederlaag tegen Feijenoord hebt u natuurlijk meege maakt. De eerste twintig minuten heeft het er voor ons in gezeten. Maar u weet 't: Het geluk hangt als een druiven tros! Pluk je niet, wel, dan heb je kans geplukt te worden of te verdorren. Nou, vrienden, Van Mourik en zijn man nen grepen in die eerste twintig minuten de kansen niet, werden geplukt en zagen de kampioenskans verdorren. Er bleef een stekje over en als we dat nu met veel voetbal kunst (mest) opfokken, dan gaan we in het voorjaar in Rotterdam kijken of die stek een knots van een kerel (sorry, een knots van een voetbalkei) is geworden. We zijn anders wel royaal tegenover de Feij enoorders geweest. Het eerste doelpunt was een schuchter gegeven presentje van ons rechter verdedigingsblok. Toegegeven, de door de heer Horn genomen beslissing was niet iedereen duidelijk maar Bij het huwelijk van Sjaak Swart. ,,Ach was ik maar nooit getrouwd", lijkt ons hier misplaatst had geen reden mogen zijn om de nog niets gepresteerd hebbende heer Moulijn vrije doortocht te verlenen. Dat moet je tegenover deze heer nu eenmaal nooit doen. Hij maakte er dankbaar gebruik van en dat betekende 01. De tweede goal was een door de Ajax-schare in het geheel niet gewaardeerde beau-geste van vriend Schaaphok. Een pracht geval voor zielkundigen om te onderzoeken, wat er in een voetballer omgaat, als hij in een zeer belangrijke match de bal in eigen goal deponeert. Als zij er geen raad mee weten, kunt u het ons vragen, want jaren geleden hebben we het aan den lijve ondervonden, 't Was heel naar. We hadden medelijden (de herinnering kwam boven) met onze clubbroeder. Eén van de Feij enoorders ook, want die deed na de rust het kunstje na. Heel toevallig dus in dezelfde goal en vanaf dezelfde plaats. Sport verbroederd! Of niet. Enfin, er kwam nog een doelpunt (waarop niets aan te merken viel) en zo kon Feijenoord met een 13 zege van de groene zoden stappen. Verdiend! Bromfiets aankoopproblemen Utrechtsestraat 134, Amsterdam, Telefoon 39239 lost ze voor U op Keuze uit 60 modellen Diverse leuke Occasions 3

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1961 | | pagina 3