SPEECH
het vele goede dat Ajax hem gegeven had in de loop der
jaren.
Dat hij met de club vele landen bezocht had en daarbij
altijd zoveel met de jongens had genoten, waardeerde hij
ten zeerste.
Tot slot wenste hij Ajax al het goede toe. Nogmaals, al
les bij elkaar een zeer prettige middag, waaraan de aan
wezigen een goede herinnering zullen houden.
Mogen wij als bijzonderheid nog vermelden dat de heer
Claassen niet een cadeautje meebracht, maar wel een
senore stem; hij zong Jack enkele Engelse liedjes toe.
We willen niet sluiten alvorens de heer en mevrouw
BOUDRIE nog onze waardering en erkentelijkheid te be
tuigen voor de fraaie en smaakvolle wijze waarop de zaal
was versierd. Dit droeg niet weinig tot het slagen van het
geheel bij.
T. M.
van Ere-voorzitter Marius Koolhaas
tot Jack Reynolds
Geachte mevrouw Reynolds, beste Jack.
Toen enkele van je oude vrienden vernamen, dat je op
23 september je 80ste verjaardag hoopte te vieren, besloten
zij een comité te vormen, met het doel deze dag voor je tot
een onvergetelijke te maken. Dat zij daarin geslaagd zijn,
zal direct blijken.
Een van de dagbladen schreef: „deze week op 23 sep
tember zullen er veel herinneringen worden opgerakeld."
Sta mij toe, dat ik er enkele naar voren breng.
In augustus 1915 mochten wij het genoegen smaken je
als trainer van Ajax te engageren. Ik zie je nog komen, in
je grijs-gespikkeld jasje met je bolle hoed op. Al direct
bleek ons, dat wij een goede keus gedaan hadden, want de
elftallen in onze vereniging gingen steeds beter spelen.
In 1916/T7 behaalden wij het kampioenschap van de 2e
klasse en in 1917 promoveerden we naar de le klasse. On
ze supporters waren dol van vreugde met de prachtige
resultaten die door jou met het elftal waren bereikt. Op
10 juni 1917 huldigde men niet alleen de spelers maar ook
jou. Als dank van het Amsterdamse publiek ontving je een
sigarettenkoker en een reusachtige krans. Ik weet niet of
de sigarettenkoker nog in je bezit is, maar de gravering
erin „THE RIGHT MAN ON THE RIGHT PLACE" moet
altijd een mooie herinnering voor je zijn.
Steeds grotere successen boekte je met je elftal.
In de dagbladen sprak men steeds, dat Ajax haar succes
te danken had aan de nuttige lessen van haar VOETBAL-
GELEERDE.
Door interne moeilijkheden bleven de goede resultaten
daarna enige tijd uit. In 1924 ging je voor 6 weken met
ziekteverlof naar Engeland. Kwam weer fit terug en speel
de op onze tour naar Noorwegen nog verschillende wed
strijden mee. Je was de beste van het veld. De interne
moeilijkheden waren echter nog steeds niet opgelost en op
28 mei 1925 verleende het Bestuur je ontslag. Je ging naar
Blauw Wit, maar je hart was bij je club Ajax. Op onze
Algemene vergadering van 25 juli 1928 werd het voorstel
van Jan de Boer, om je weer als trainer te engageren, met
algemene stemmen aangenomen. Het beste besluit wat er
ooit op een algemene vergadering was genomen: je Ere-
herstel.
In 1940 werd je als Engelsman door de Duitsers ge-
interneerd. Op het hoofdbureau van politie zag je kans
bevriende politiemensen over te halen, mij te vragen je
nog te bezoeken. Toen we elkaar de hand als afscheid
drukten, waren je laatste woorden: „Marius, zullen jullie
goed voor mijn vrouw zorgen?" Je zult toe moeten geven,
dat we zowel je vrouw als jouzelf niet hebben vergeten.
Weer in onze gelederen teruggekeerd heb je tot 13 juni
1948 Ajax gediend op een wijze, zoals nog nooit te voren
door een trainer is gedaan. Onder jouw leiding behaalden
wij 13 Afdelingkampioenschappen, waren wij 7 maal kam
pioen van Nederland. Niet ten onrechte schreven de dag
bladen: bij alle elftallen vindt men de REYNOLDSSCHOOL
TERUG.
Op 13 juni 1948 vóór de wedstrijd AjaxZwaluwen nam
je afscheid van Ajax en van het Amsterdamse publiek, dat
je bij wijze van spreken: op de handen droeg.
Nooit vergeet ik de volgende woorden bij dit afscheid:
Tenslotte een woord van dank en afscheid aan u, Am
sterdams Publiek. Ik heb in al die jaren dikwijls uw mede
leven met mij en de club ondervonden. Ajax mag dan
misschien de laatste tijd minder goed hebben gespeeld,
weest u gerust, dat komt wel in orde en heb ik voor u
allen een verzoek: „Blijf Ajax trouw".
Velen van u hebben mij in de loop der jaren op straat
dikwijls gegroet. Kende ik u niet van naam, dan toch
meestal wel van gezicht en wist, dat is een Ajax-man.
Ik blijf in Holland, blijf Ajax en u, Amsterdams publiek
trouw, neem nu afscheid van u met slechts één wens:
DENK AAN MIJ, IK DENK AAN U.
Begrijpelijk was het danook, dat de Algemene Verga
dering van Ajax d.d. 21 maart 1959 je benoemde tot buiten
gewoon Erelid voor het vele en goede werk, niet alleen
voor Ajax, maar ook voor de gehele voetbalgemeenschap
verricht.
Dat de Ajaxfamilie je nog steeds weet te benaderen,
moet je wel tot vreugde stemmen.
Voor u beiden moet het een prettige dag zijn nu u ziet,
dat spelers van de oude garde als Drager, Fischer, Gé van
Dijk, Theo Brokmann, Henk Twelker enz. u niet vergeten
zijn.
Mag ik je dan namens leden en donateurs deze enve
loppe overhandigen als dank voor het vele werk voor
Ajax verricht en voor de grote vriendschap gedurende vele
jaren.
Besteed de inhoud ervan op een wijze, zoals u beiden
het beste lijkt.
Mag ik jou en je vrouw tot slot nog vele gelukkige en
gezonde jaren toewensen.
Hou je aan je afscheidswoord van 13 juni 1948:
IK BLIJF AJAX TROUW.
Mr. dr. E. W. Catz zond aan de heer Reynolds, per adres
Ajax-Stadion, met vermelding op het couvert: „door, of
namens geadresseerde, pas te openen in de namiddag van
zaterdag 23 september 1961, tijdens de hem aan te bieden
ontvangst in het Ajax-Stadion", het volgende gedicht:
Jack (van '81)
Vandaag tachtig
En nog zó krachtig,
Geenszins jachtig.
Waarachtig,
Ajax vaak oppermachtig,
In spel opbouw prachtig
En nooit omslachtig
Eerst, dit indachtig,
Reynolds eendrachtig!
Met feestgroeten
w.g. E. W. CATZ
6