De mannen van „Slag en Wijd
HONKBALLERS VERKEERDEN IN
DEGRADATIE-GEVAAR, MAAR HADDEN TOCH
EEN GOED SEIZOEN
Hoewel op het moment, dat ik dit schrijf, het honkbalseizoen
nog niet ten einde is en er nog steeds degradatie-gevaar
voor ons tweede negental bestaat, mag toch gezegd worden,
dat de honkbalafdeling van Ajax een redelijk seizoen achter
de rug heeft. Bekijken we een en ander zuiver uit sportief
oogpunt, dan zijn we tevreden, omdat we vijf negentallen
in Ajax-verband een prachtige zomersport hebben kunnen
laten beoefenen. Een blik op de ranglijsten doet weliswaar
veronderstellen, dat de prestaties zeer matig waren, maar
daar zijn diverse oorzaken voor op te geven.
Laat ik met het eerste negental beginnen. Reeds eerder heb
ik uitvoerig betoogd, dat we dit negental een geduchte ver
jonging hebben laten ondergaan, waarbij we tevoren wisten,
dat de resultaten aanvankelijk een dalende lijn te zien zouden
geven. We hebben hier zelfs een min of meer gevaarlijk spel
letje mee gespeeld, omdat we door deze verjonging in degra
datie-gevaar zijn geweest. Dit risico moesten we echter lopen
omdat, hadden we dit niet gedaan, het degradatie-spook in de
toekomst nog veel groter zou zijn geweest. Dóórgaan met
alleen maar oudere spelers en niet zorgen, dat de jeugd een
gedegen opleiding krijgt, kan tijdelijk spectaculairder zijn,
maar is zonder meer dwaas en kortzichtig.
We hebben dit jaar een eerste negental in het veld ge
bracht, waarin vijf spelers waren opgesteld van 18 tot 22 jaar.
Daarmede hadden wij verreweg het jongste negental uit de
'eerste klasse en kunnen wij deze knapen, gegroepeerd om
enkele ouderen, die we nog in jaren niet kunnen missen, bij
elkaar houden dat weet men in Ajax nu eenmaal nooit
dan hebben wij binnen enkele jaren een zeer sterke ploeg, die
zich weer onder de topclubs van Nederland kan scharen.
Wat dat betreft, staan we er stukken beter voor dan vrijwel
alle andere eerste klassers, die een oude ploeg in het veld
brengen, terwijl zij bijna niet over goede reserve's beschik
ken.
Men heeft er zich over verbaasd, dat Ajax 1 in de competitie
in degradatie-gevaar verkeerde, maar daartegenover in de
Fraser-Leaguè met verdere deelneming van uitsluitend de
sterkste clubs uit ons land, zulke prachtige resultaten boekte.
De verklaring hiervoor vindt men in bovenstaande uiteen
zetting. Bewust hebben we onze sterkste werper en wer
pers spelen in honkbal nu eenmaal een zeer belangrijke rol
in de competitie achter de hand gehouden, maar in de Fraser
League stond hij meestal wèl op de plaat. Dat was Herre Kok,
die hoewel hij dit seizoen andere, voor hem zeer belangrijke
dingen aan het hoofd had, toch nog altijd een onzer belang
rijkste steunpilaren is en dat hopelijk nog enkele jaren zal
blijven. Met Herre in alle competitiewedstrijden op de plaat,
zouden wij in de strijd om het kampioenschap een zeer be
langrijke rol hebben gespeeld, maar de honkbalcommissie
hield nu eenmaal het oog op de toekomst gericht en zag voor
die toekomst meer in de jeugdige Douwe Offringa als werper.
Pas toen we niets meer mochten riskeren, beklom Herre weer
de werpersheuvel en toen was het gevaar ook betrekkelijk
gauw bezworen.
Te zeggen, dat Offringa geheel aan de verwachtingen, die
we hadden, heeft voldaan, zou niet juist zijn. Hij heeft diverse
zeer goede wedstrijden gegooid, maar helaas faalde hij op
beslissende momenten ook wel eens door gebrek aan routine
en waarschijnlijk ook wel een tikje te weinig zelfvertrouwen.
Hij is er derhalve nog lang niet, zal vooral in de winter hard
moeten trainen en dan hopen we, dat onze speculaties van
dit seizoen volgend jaar winst zullen opleveren. In ieder
geval heeft hij ons vertrouwen behouden.
Bepaald pech hebben we nu reeds twee jaar achtereen met
Slaman die, had hij drie jaar geleden geen blessure opgelo
pen, thans reeds een der sterkste werpers van ons land zou
Ons eerste honkbalteam, met in het midden voorzitter Martin Bremer
9