J Veertig jaar honkbal bij Ajax (vervolg van pagina 20) den waren: A. Ahrend, D. v. d. Berg, D. J. Boering, F. van Dijk, J. Fransz, A. Hof, E. Klokkers, W. Pelser, A. Rijnsburger en A. Visser. V.V.G.A. werd evenwel met 75 jeugdkampioen van de hoofdstad. Door de winstpartijen tegen V.V.G.A. (92) en A.B.C. (114) kon de naam Ajax in 1955 voor de vierde maal in de Bevrijdingsbeker worden gegraveerd. Aanleiding daartoe gaven J. ter Heide, H. A. Kok, A. Kraan, G. Mossing Holsteyn, J. Neefjes, H. L. Pasteuning, H. v. d. Pol, W. Prins en H. Walker. Bij het T.I.W.-toernooi om de Epsteinbeker deed ons „g'ele- genheidsteam" het waarlijk niet slecht. In de ontmoetingen met The Sabres (20) en E.HjS. (81) zag het slechts voor deel. Dank zij de frisse werper Kempen hield T.I.W. met 52 de eerste prijs zelf. De tussenwedstrijd Ajax jun.T.I.W. jun. leverde onze club een 13I-zege en een plak op. De juniores bleven in het Jubileumtoernooi van 't Gooi even min met lege handen staan, 't Gooi en Elinkwijk kwamen er met 100 resp. 110 slecht af. Onze jeugd kreeg met een fraaie prijs loon naar werken. A. Rijnsburger werd als beste slagman, o.a. twee homeruns, met een persoonlijke prijs begiftigd. Ajax en H.F.C. Haarlem werden in de eerste klasse B geza menlijk tweede. Daarin voerde O.V.V.O. de boventoon. In het titelgevecht waren deze ploeg en V.V.G.A. aan elkaar gewaagd. Het slot van het liedje was dat O.V.V.O. in totaal een half dozijn scalpen had. PERSON ARIA. De heer J. Roodenburgh is lid van verdienste van de K.N.H.B. De heren F. P. H. Broekhuis, A. M. Hordijk Sr. en E. H. van Tuyl zijn in het bezit van het bondsonderschei- dingsteken. In het Bondsbestuur hebben of hadden de volgende clubgenoten zitting: J. Roodenburgh van 1922 t/m 192J5, als commissaris, M. J. Koolhaas, 1922 (1 maand), als commissaris, C, H. Geudeker, 1923, als secretaris, E. H. van Tuyl, van 1946 t/m 1949, als 2e secretaris resp. commissaris, A. M. Hordijk, van 30 oktober 1948 tot februari 1959, als penningmeester, W. H. E. Posthuma, arts, van februari 1958 af als voorzitter, M. Bremer van februari 1961 af als secretaris. De heer W. Niepoth was van 1949 t/m 1956 competitie leider in het rayon Amsterdam van de K.N.H.B. De hierna, genoemde Ajacieden waren of zijn nog lid van de Honkbalcommissie: N. J. Berkhout, J. P. Blomvliet, A. Bogaard, J. Bonne- veld, M. Bremer, J. Elzenga, J. ter Heide, A. M. Hor dijk Sr., J. J. Kreugel, J. G. A. Losekoot, W. Niepoth, H. v. d. Pol, W. Prins, H. R. Ronnenbergh, J. Rooden burgh, H. G. Schuuring, J. Smit, J. L. G. Stam, E. H. van Tuyl en A. de Wit Sr. Van Tuyl zit thans in totaal zo'n 20 seizoenen in deze commissie. De huidige commissie bestaat uit de heren M. Bremer (voorzitter), H. R. Ronnenbergh (secretaris), A. M. Hordijk (penningmeester) en de commissarissen W. Prins en E. H. van Tuyl (jeugdzaken). Deze commissie wordt bijgestaan door de heren M. C. van 't Hof (training), A. G. H. van Genderen (coach), A. Hofman Sr. (scorer) en G. H. J. Bonsen (materiaal commissaris) Ons jeugdnegental in I960 Het tweede zakte nog verder in het moeras en moest voortaan met een plaats in de derde klasse genoegen nemen. R. Kok werd door de honkbalverslaggevers tot beste slagman uitgeroepen. In 1956 ging een lang gekoesterde wens van de honkballers en cricketers in vervulling, nl. een slagkooi. De prijzenkast van Ajax werd voorgoed aangevuld met de zilveren Bevrijdingsbeker. Ajax wist Blauw-Wit met 72 te verschalken en A.B.C. werd met slechts één run finalist. Na veel spanning bleef het 33, totdat besloten werd de strijd onder betere weersomstandighe den voort te zetten. Ondanks drie invallers werd het toen 80 te onzen gunste. Ajax 1 werd als derde/vierde, het tweede zowel als het jeugd- team als tweede geboekstaafd. Onze clubgenoot H. A. Kok trok met het Nederlandse honk balteam voor de Europese kampioenschappen naar Rome ook Albert Hordijk ging als functionaris mee naar de Italiaanse hoofdstad en na het sportieve succes aldaar vloog Herre naar Amerika en terug. De 20-jarige honkbalafdeling van D.O.S. schreef in 1957 een toernooi uit waaraan U.V.V., R.C.H., Ajax en de organiserende vereniging deelnamen. Met drie invallers werd tegen U.V.V. gelijk gespeeld (11) en van D.O.S. met 62 gewonnen. Aangezien R.C.H. reeds vier punten had behaald, moest R.C.H.Ajax de beslissing brengen. Door tegenwerking van Pluvius kon hier echter niets van komen. In onderling overleg werd „Racing" de eerste prijs en Ajax de tweede prijs toegekend. Herre Kok had zijn aandeel in de strijd die het Nederlandse honkbalnegental tijdens de Europese kampioenschappen in Mannheim leverde. Op 10 augustus bereikte ons het droeve bericht van het ver scheiden van Jan Blomvliet, de man die bij Ajax zowel op het veld als in de Honkbalcommissie zo'n voorname rol had ge speeld. Als werper toonde hij zich een zeer groot tacticus. Aan slag was hij heel vaak goed voor een nuttige tik. Niet alleen Ajax, maar o.a. ook S.C. Haarlem en Sparta hebben van hem de nodige steun ondervonden. Hij was voorts een tijd scheidsrech ter en verrichtte goed werk voor de H.P.V. „De Kieviten". Vóór zijn heengaan trad hij bij onze club nog als coach op. Ajax is hem dankbaar voor hetgeen hij in het belang van de Honkbalafdeling heeft gedaan. Het resultaat van de beslissingswedstrijd op 28 september tussen Ajax en E.D.O. om een plaats in de hoofdklasse viel na delig voor ons uit (01). De juniores werden kampioen van hun afdeling. Na vier weken volslagen rust werd er plotseling een wedstrijd om het algemeen kampioenschap van Amsterdam vastgesteld. De onzen waren toen echter reeds in de strijd om het bruine mon ster gewikkeld. In 1957 werd Herre Kok als de beste „all round"-honkballer van 1956 uitgeroepen. 22

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1961 | | pagina 22