NOVAK f 870.- NOVAK TV koplopers leidden er toe dat de wedstrijd SchotenAjax de be slissing moest brengen. Na een zeer spannende en op behoorlijk peil staande kamp kon met een 64-zege het vierde landskampioenschap van Ajax in de statistiek worden verwerkt. Dit wapenfeit werd ver wezenlijkt door G. J. Beumer, H. Bosboom, W. Geestman, J. ter Heide, R. Kok, A. Kraan, G. N. van Lobberegt, G. Losekoot, W. Prins en K. B. A. van der Schuyt. Eindstand Ajax: 14 10 0 4 20 punten. Ajax 2 en 3 werden vierde in hun afdeling. Op de zesde jeugddag van Ajax/V.V.G.A. legde Schoten al zijn rivalen in de luren. In het R.C.H.-toernooi kaapte dit team de eerste prijs voor onze neus weg. De gezellige bijeenkomst in december, waarbij de kampioens vanen zouden worden uitgereikt, werd veel glans ontnomen door een geschil tussen het Ajax-bestuur en de toenmalige Basketballcommissie. Ofschoon slechts drie spelers van ons honkbalteam tevens de basketballsport beoefenden, betrok de leider der Basketball afdeling, die ook in de Honkbalcommissie een functie vervulde, buiten de overige leden van laatstgenoemde commissie om de andere honkballers in deze pijnlijke kwestie. Nagenoeg het gehele kampioensteam bedankte voor het lidmaatschap. De Honkbalcommissie raakte hierdoor niet van de wijs en ging in 1949 wilskrachtig aan het werk om een nieuw negental op de been te brengen. Juist voordat de competitie zou begin nen, keerden de uitgetreden spelers op drie na terug. Met Herre Kok als catcher verschenen Wim Weppner en Loek Schimscheimer op de plaat. Van het uitkomen van dit laatste tweetal in het hoogste team ondervond het tweede de weerslag; het verzekerde zich nog juist van een veilig plekje. In de beslissende strijd tegen B.P.C. kon Ajax 3 niet de feest- trompet doen schallen. De juniores moesten D.E.C. de eer laten. In het T.I.W.-toernooi kon door overwinningen op A.B.C. (8—3), V.V.G.A. (7—2) en The Catchers (3—1) de beker in ontvangst worden genomen. De toestand der Voorlandvelden liet het houden van het Ajax/ V.V.G.A.-toernooi niet toe. O.V.V.O. viel aan het slot der competitie de hoogste eer te beurt. In 1950 degradeerde Ajax na een titanisch gevecht met O.V.V.O. Nadat het zwaard van Damocles het gehele seizoen boven ons „bat" had gehangen, moesten wij ten leste naar de Overgangsklasse (wat een raar woord bij degradatie. E.) afda len. Verdiende Ajax als laatste te eindigen? Als men van het standpunt uitgaat dat het aantal winstpunten beslist, kan hier niet anders dan een volmondig „ja" op volgen. In de eerste helft van de competitie was Ajax onbetwist de zwakste ploeg. Trouwens, de uitslagen spreken een duidelijke taal: 411, 4—20, 2—12, 6—4, 1—7, 1—12 en 12—17. Door het vertrek van Geestman moest het werpen aan jon gere krachten worden toevertrouwd, doch zij konden hun voor ganger (nog) niet doen vergeten. Dit bleek bovendien ongun stige gevolgen voor ons veldwerk te hebben. Niet uit het oog mag worden verloren dat R. Kok reeds bij de aanvang van de competitie door de gure weersomstandigheden een pijnlijke arm opliep en pas in de tiende wedstrijd, tezamen met Bosboom, zijn rentree maakte. Verder had Gerrit Beumer wegens een knieblessure bijna de gehele zomer niet gespeeld. De nederlaag tegen E.D.O. in Haarlem had ons de nekslag gegeven. Toen het pleit feitelijk reeds beslecht was, ging de Honkbalcommissie „va banque" spelen door Van Lobberegt te laten werpen en Jan ter Heide als vanger aan te wijzen. Dat deze in nood gebo ren formatie goed voldeed, moge blijken uit de resultaten van de laatste zes wedstrijden: 11, 33, 36, 41, 02 en 1—2. Wij troffen het niet dat in drie wedstrijden tegen een kam pioensgegadigde van leer moest worden getrokken en voorts tegen een team dat nog niet geheel voor degradatie gevrij waard was. Onze slagprestaties waren niettemin onder de ver wachtingen gebleven. Het was de eerste maal dat Ajax van de hoogste afdeling afscheid moest nemen, al waren wij reeds tweemaal ternauwernood aan terugzetting ontkomen. Het grote sluitstuk O.V.V.O.Ajax thuis hadden de onzen met 20 verloren leverde twee beslissingen op. Ajax ging zich op een lagere verdieping installeren en O.V.V.O. behaalde met 1 punt voorsprong op H.H.C. het hoogst bereikbare. Wij konden ons niet herinneren ooit een krachtmeting tussen een kopploeg en een hekkesluiter te hebben aanschouwd als O.V.V.O.Ajax in dit geval was: buitengewoon spannend en van uitstekend gehalte, al bleven enige fouten door de grote nervositeit niet uit. Van een begrafenisstemming was bij ons dan ook niets te bespeuren. Ajax 2 eindigde als enig reserveteam van acht ploegen op de zesde plaats. De iuniores zorgden ervoor dat het kampioenschap Ajax niet ontging. In dit succes hadden T. Abraas, L. den Edel, G. de Groot, B. Haarms, F. Ipenburg, W. F. Kluft, G. C. Mossing Hol- steyn, P. D. Nuis, A. Post, P. Weel en A. de Wit Jr. een be langrijk aandeel. Onze ploeg ondervond dat er om het jeugdkampioenschap van Amsterdam met Thor niet te spotten viel. De jongste Ajacieden bereikten zij het na een extrawed strijd tegen O.V.V.O. eveneens de top. De volgende spelers deelden in de glorie: H. Abraas, R. Bartelsman, B. K. Been, W. Bijl, C. Geelhuizen, C. ten Hoonte, F. Ipenburg, J. D. Koop man, W. Meeusen, G. C. Mossing Holsteyn, D. Staphorst en Th. v. d. Velden. In het A.B.C.-toernooi op de Zuidelijke Wandelweg eindigde de strijd tussen Ajax en de Amerikaanse formatie The Mormons onbeslist (22). Tegen A.B.C. zag ons team kans een 40- achterstand in een 54-voorsprong om te toveren. Daar de gastheren met ruim verschil van The Mormons wonnen, kwam Ajax tegen Blauw-Wit in de finale, die vier dagen later op het Olympiaplein werd gespeeld. Aangezien er voor de daarop volgende dag competitiewedstrijden waren vastgesteld, ver scheen er aan weerskanten een reserve-werper op de plaat. Door toedoen van H. ter Heide, J. ter Heide, H. A. Kok, R. Kok, G. N. van Lobberegt, F. Mossing Holsteyn, J. Neefjes, W. Prins, B. J. Ras en W. F. Weppner werd het 50 voor rood-wit met voor de tweede maal de Bevrijdingsbeker als stoffelijk blijk van waardering. Het zevende Ajax/V.V.G.A.-toernooi voor de jeugd werd over de gehele linie een Haarlemse aangelegenheid. In het kielzog van RjC.H. voeren E.D.O., Schoten en H.H.C. Deze laatste club werd tevens met de extraprijs verrijkt. Al was in 1951 vooral de „overgangsklasser" Ajax door het introduceert het nieuwe meer beeld" televisietoestel met 59 cm. beeldbuis, panoramisch beeld, verwisselbaar Bi-Color beeldscherm, volkomen nieuwe vormgeving, naar keuze leverbaar in ahorn-, noten- of teak-uitvoering PANORAMIC type 1 601 met 1 2 maanden volledige fabrieksgarantie Ga eens kijken of vraag vrijblijvend inlichtingen bij Uw Radio-, Grammofoon- en Televisie-specialist: n.v. The Electric Gramophone (directie: Jaap van Praag) SPUI 6 - Telefoon 245105 - AMSTERDAM-C.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1961 | | pagina 19