Semi-prof of volledig Prof-voeibal Als dit de titel van een grammofoonplaat zou zijn, was die ongetwijfeld te vinden in de „hit-parode"; Jan-en-Alleman voelt zich ineens geroepen tot bemoeiing met de mogelijkheden t.a.v. het invoeren van volledig-prof-voetbal in Nederland. De beweegredenen van deze personen liggen o.i. allemaal verschillend, doch hebben het argument voor dit soort voetbal gemeen, nL: „na de invoering van het semi-professionalisme in 1954 hebben we een kleine stijging van het spelpeil gekregen. De top hiervan is nu bereikt. Wij künnen beslist niet béter gaan voetballen. De enige remedie is: het systeem van volledig be taald voetbal. De spelers moeten zich geheel aan hun voetbal- baan kunnen wijden en danja dan zullen u en ik eens zien Is dit echter wel juist? Wij persoonlijk zijn slechts ten dele overtuigd. Over de moge lijkheid en/of wénselijkheid van volledig betaald voetbal zullen wij 'hier niet gaan schrijven. Knappere koppen zullen dit heus wel beter kunnen bekijken. Dat echter het Nederlands Voetbal eventjes van het zg. dode spoor zal worden gehaald en plotse ling zegevierend door Europa zal gaan „tuffen" menen wij toch ernstig te moeten betwijfelen. In 1954 dachten wij dat óók: een beetje verblind door in cidentele S'uccesjes, bereikt met een paar top-cracks: Cor v. d. Hart, Faas Wilkes, Abe Lenstra, Kees Rijvers. Wij hebben echter in 1954 o.i. de grote fout gemaakt, wel de structuur van onze voetbaltop grondig te wijzigen, doch de fun damenten, waar dit alles op rustte heerlijk ongemoeid te laten. M.a.w. de „betaalde" sector der verenigingen werd ingrijpend veranderd, er kwam meerdere en intensievere training, betere verzorging, grotere discipline e.d., maar alles wat daar buiten viel: de jeugdspelers en nog jonge amateurs sudderden lekker door in „het oude". Terwijl hieruit juist geput moet worden Nu wil men onze top voetballers (nog) meer gaan betalen. Maar welke trainer, coach, manager of wie dan ook, kan deze mensen, waarvan het merendeel tussen de 25 en 30 jaar is, nog wat leren?? Althans zóveel leren, dat zij 50 a 75% beter gaan voetballen? Gelooft u, in alle nuchterheid, dat zo'n dui velskunstenaar werkelijk bestaat?? Wij beslist niet. Wel geloven wij, dat wij beter voetbal zullen gaan krijgen, als wij beginnen de allerjongste voetballertjes grondig en met grote deskundigheid alle kneepjes van het voetbal bij te (laten) brengen. Wellicht wat overdreven voorgesteld, zien wij het van een veel groter belang, dat de ongetwijfeld vele kundige oefenmees- ters in Nederland zullen worden ingezet, om de jeugdige talen ten tussen 12 en 18 jaar alles van het voetbalspel bij te brengen, dan ze te laten werken met een beperkt aantal oudere top- spelers, waaruit ze wellicht niet meer dan 25% rendement zul len krijgen Een ieder, die (net als wij) al enige jaren in de jeugdvoet- ballerij meeloopt, zal ook wel hebben geconstateerd dat de Ne derlandse jongens van 12 jaar evenveel voetbalaanleg hebben als hun leeftijdgenoten in andere landen. Zelfs zijn zij technisch beter. Maar zodra wij dezelfde spelers gaan vergelijken op 17- of 18-jarige leeftijd, komen we tot de ontdekking, dat wij minder, soms veel minder (kwalitatief) zijn gaan voetballen. Of misschien beter gezegd: wij hebben véél minder bijgeleerd dan de anderen. Hierin ligt o.i. de kern van het gehele probleem: middel matig- en goed voetbal in Nederland en niet in de mate van honorering van een klein aantal spelers. Wij moeten nl. ook niet uit het oog verliezen, dat de gehele lichamelijke opvoeding van de Nederlandse jeugd op een be droevend laag peil staat. Dit is zo langzamerhand wel aan een ieder bekend. Het is dus de taak van iedere sportvereniging in Nederland, te trachten deze nalatigheid van de overheid zoveel mogelijk te compenseren. Uit nationaal belang (deels) en... uit eigen belang. Zijn wij echter als voetbalvereniging hiervan wel doordrongen Wij vrezen van niet. Nog veel te veel wor den „de hoge kosten" als tegenwerkend argument gebruikt, indien men de jeugdafdeling wil uitbreiden. Dat dit, welke constellatie wij in de voetballerij ook hebben, kortzichtig, ja dom is, is nog steeds onze vaste overtuiging. Wij weten, dat vele kundige oefenmeesters, hier in Neder land werkzaam, zich ten zeerste voor de jeugd interesseren, dat deze mensen zich ook zonder meer hiervoor willen inzetten om te trachten binnen enige jaren het voetbal in Nederland weer op te vijzelen. Maar welke club geeft deze man daar voor de tijd Als wij zo rondkijken schijnen de meeste leiders der Clubs alleen maar heil in hun trainer te zien, als hij kan zorgen dat het eerste elftal binnen twee jaar (liefst nog korter) aan de top van de ranglijst staat. Is het dan zo onverstandig van de betrokken oefenmeester, dat hij zich alleen maar concentreert op dat kleine groepje „betaalde" spelers Want om kerngezond zijnde met ziekteverlof gestuurd te worden, lijkt ons nu niet bepaald prettig Wij hebben nu naar onze mening, hoewel zeer oppervlakkig, de vinger op de zieke plek in het Nederlandse voetbal gelegd. Of dit voldoende is? Natuurlijk niet. Maar de wegen, die tot het herstel van de ziekte moeten leiden, zijn amper in aanleg. Hierop hopen wij t.z.t. nog wel terug te komen. Wel zouden wij nu enkele punten willen aangeven, die o.i. belangrijk zijn: 1. De (kundige) leiding moet inhouden: a. lichamelijke opvoeding. b. voetbalkunde (techniek) en voetbalinzicht (tactiek). c. pedagogie. d. medisch toezicht. e. maatschappelijke ontwikkeling. Bij dit laatste punt (e) de bemerking, dat de intensivering van de training nooit mag leiden tot een verwaarlozing van de studie of vakopleiding van de speler, want, van alle jonge sport mensen zal toch slechts een zeer klein percentage geschikt blij ken te zijn later een levensonderhoud uit hun sport te halen, en dan nog voor een betrekkelijk korte periode. 2. Verder is het inzicht en de medewerking nodig van alle olubbestuurderen, waardoor strubbelingen (meestentijds liggende op het financiële vlak) voorkomen worden. H. SMIT. (Namens de heer Smit tekenen wij bij het bovenstaande nog aan, dat dit alles uitsluitend en alleen de zeer persoonlijke me ning van onze Jeugd-secretaris is. Red.) WIJNEN port 8 In Amsterdam o.m. verkrijgbaar bij: Aguilar, Rokin 87, Tel. 2471

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1961 | | pagina 8