Bellevue In heel FRANKRIJK slechts 700 betaalde voetballers DINERS - RECEPTIES MENSWAARDIGE CONTRACTEN Schrille tegenstelling met Engeland en Nederland Gemeentelijke subsidies voor één profelftal per stad Parijs, december. V oor de Nederlandse sportwereld, staat het betaalde voetbal, zoals de K.N.V.B. dat in 195Jj invoerde, organisatorisch veel dichter bij het Franse dan bij het Engelse profvoetbal. Dat is ook geen wonderwant toen, na de N.B.V.B.-bom, min of meer op stel en sprong met betaalde voetbal moest worden inge voerd, achtte men het Britse systeem met clubs in naamloze vennootschapsvorm met directeuren, aandeelhouders en „spe lend personeelvolkomen in strijd met de Nederlandse begrip pen. Toen in Engeland in 1885 het professionalisme officieel werd erkend, waren de beroepsvoetballers tegenover hun direc ties even rechteloos als de fabrieksarbeiders en wat hun loon betrof beschouwde men hen als een soort voetarbeidersdie niet meer behoefden te verdienen dan middelmatige handar beiders, die echter hun vak tientallen jaren langer zouden kun nen uitoefenen. Niemand dacht er in die tijd aan prof voetballers artiesten te noemen! Frankrijk kwam pas in 1923 tot officieel erkend profvoetbal, omdat het bij het geknoei met het amateurisme eerlijker leek het kind bij de ware naam te noemen. Men was toen bijna een halve eeuw verder in de verhouding tussen werkgever en werk nemer. Frankrijk besloot N.V.'s op voetbalgebied te verbieden en alleen aan amateurclubs toe te staan een profelftal op de been te brengen. Echter slechts aan één club per stad met als uitzondering de wereldstad Parijs, die drie of vier profelftallen op de been mocht brengen. Dat idee van door amateurs geleide clubs met een profelftal en een reserve-profelftal naast een verplichte „staart" van ama teur- en jeugdelftallen nam de K.N.V.B. over. Helaas verzuimde men toen meteen een paar andere goede ideeën uit Frankrijk over te nemen, wat men wellicht wel zou hebben gedaan, als er meer tijd was geweest en een studiecommissie, naar soliede Ne derlandse gewoonte, een uitvoerig rapport had kunnen uitbren gen. In 1923 waagde in iedere Franse stad de voornaamste club zich aan het profavontuur of men ging over tot een fusie. Aan dat principe van één profelftal per stad heeft men altijd vast gehouden. Heden ten dage heeft men 36 elftallen in 36 verschil lende gemeenten benevens drie in Parijs. In totaal dus 39 elftal len met tezamen 700 betaalde spelers in een land met 45 mil joen inwoners tegenover 72 clubs met 1300 betaalde spelers voor de 11.5 miljoen Nederlanders! Zowel in Nederland als in Frankrijk moeten alle clubbestuurs leden amateurs zijn. Betaald worden 18 a 22 spelers (in Engelse clubs veel meer!), de trainer, de masseur, de manager en de administrateur. In beide landen zijn alle spelers (profs zowel als amateurs) lid van hun club, alleen hebben de betaalde spe- GERENOMMEERDE KEUKEN Leidsekade 90 Telefoon 36221 Amsterdam-Centrum Iers geen stemrecht. Het bestuur moet elk jaar opnieuw door de leden worden gekozen. Met in Engeland 92 betalende leagueclubs (ongerekend nog de paar honderd non-leagueclubs, die profs in dienst hebben) en in Nederland 72 betalende clubs is Frankrijk met 39 veel kleiner georganiseerd, terwijl daar toch ook stemmen opgaan om het aantal betalende clubs te verminderen in het belang van de spelers Lange reizen Terwijl in Engeland het profvoetbal tot tien jaar geleden toe floreerde met grote publieke belangstelling bij lage entreeprij zen en er daarna een enorme achteruitgang kwam, die momen teel slechts twintig van de 92 clubs toestaat het boekjaar van hun N.V. met winst af te sluiten, is in Frankrijk met veel ge ringere publieke belangstelling doch hogere entreeprijzen tot zeven gulden toe, het profvoetbal eigenlijk nooit een winstge vende affaire geweest. Maar dat is ook niet de bedoeling van een clubEr hebben vele Franse clubs langs de afgrond van een faillissement gebalanceerd zonder naar beneden te zijn gestort; slechts hoogst zelden kon er een het niet meer bolwerken. Men moet daarbij bedenken, dat er slechts één eerste klasse met 20 clubs en één tweede klasse met 19 clubs bestaan, waar door alle clubs op enorme onkosten voor reis en verblijf zitten in een land, dat zeventien maal zo groot is als Nederland. Voor een competitiewedstrijd gaat een elftal vrijdagavond of uiterlijk zaterdagmorgen op reis en is vaak pas maandag weer terug na een treinrit van gemiddeld 2 X 500 km, bijna tweemaal zoveel als GroningenMaastricht. Een arme tweede-klasser als Cannes moet elk seizoen naar Lille, Roubaix en Boulogne, die op 1200 km afstand liggen. Voor de Britse profclubs ligt het gemiddelde veel en veel lager. Deze lange reizen maken bijbanen voor Franse profs moeilijk. Terwijl in Engeland de publieke belangstelling achteruit vliegt, gaat deze in Frankrijk ieder seizoen een fractie vooruit. Dat geeft meer houvast dan de door verhoging van de entree prijzen stijgende recettes. In Nederland is voetbal de alles over heersende sport („King Soccer"), in Frankrijk is men minder footballminded, waardoor in vele streken wielersport en rugby meer publiek trekken dan voetbal. Naar Nederlandse opvattingen blijven de Franse tribunecij- fers bijzonder laag: in de eerste klasse dit jaar gemiddeld 9400 betalende toeschouwers, in de tweede klasse 5400 volgens de officiële opgaven van de penningmeesters, die de niet-betalenden niet meerekenen, wat in ons land wel gebeurt. Uit de cijfers blijkt verder, dat elke toeschouwer in de eerste klasse gemiddeld 2.63 gulden en in de tweede klasse 2.43 gulden betaalt, wat boven het peil in Nederland en vooral in Engeland met zijn enorme voorraad staanplaatsen ligt. Ook de amateurleden van de club betalen entree. Subsidies Omdat de recettes gemiddeld 21^.700 gulden in de eerste en 13.100 gulden in de tweede klasse bedragen, zijn de clubs genoopt zestig tot zeventig wedstrijden te spelen in een seizoen, waarin de profs zes weken zomervakantie hebben maar overigens de gehele week ter beschikking van hun clubs moeten zijn met 8

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1960 | | pagina 8