Driewerf AjaxFeijenoord Nou vrienden, gefeliciteerd dan maar weer. Ons zoveelste kampioenschap de tel raken we er zo langzamerhand bij kwijt, maar in ieder geval is het voor de tiende maal, dat we bij de voorzitter van ons aller voetbalbond straks een schijfje goud mogen halen kon, zij het op de valreep, bijgeschreven worden. Feijenoord en niet te vergeten Elinkwijk, hebben het ons wel lastig gemaakt. Elinkwijk, met het degradatie-spook voor ogen, moet gedacht hebben, wat A.D.O. kan, kan ons elftal ook en dus Eerlijk, broeders, de mannen uit Utrecht hebben er met al hun kunnen, voor gestreden deden ze enige weken tevo ren bij Feijenoord ook (zij lieten in de laatste minuten de zege glippen) -zodat wij, zij het met een traan in het oog en een brok in de keel, de Elinkwijkers, dat ene kostbare puntje wel moesten toestaan. Achteraf beschouwd heeft datzelfde puntje ons nog een aardig duitje opgebracht, maar dat wisten we, toen onze jongens in mineurstemming van het veld afwandel den, nog niet. We kunnen er de Utrechtse blauw-witten, nu het competitie-scherm 1959/'60 gevallen is, een pietsie dankbaar voor zijn. Onze blauw-witte vrienden van het Olympisch Stadion helaas niet, want voor hen betekende datzelfde puntje, weg zakken naar de Eerste-divisie. De één zijn broodKeiharde wet van het leven en dus ook van het voetballeven. We wensen Van Asselt, Lakeman c.s. sterkte en een spoedige terugkeer in het Voetbal-Walhalla. Blauw WitAjax willen we niet missen. Blauw Wit behoort er nu eenmaal bij. Mannen van het Olym pisch bouwwerk, wakker de vlam, eens ontstoken door de Van der Kluften, Schindeler, Van Dort, Lietzen en al die andere vurige zebra's, met man en macht weer aan, dan zal de blauw witte vaan weer fier en trots aan de Marathontoren wapperen. „Come on", de mouwen opgestroopt en eendrachtig aan de slag! Om terug te keren op het kampioenspad; Fortuna '54, dat bij Feijenoord lelijk uitgegleden was (70), maakte het onze jon gens moeilijk, hetgeen de 7 doelpunten niet doen vermoeden. Verder deden Van der Hart en zijn kornuiten tegen Ajax nog iets aan de zogenaamde eer. Het leverde twee goaltjes op. Toen resteerde nog de strijd in Rotterdam, die onze club het tiende kampioenschap van Nederland moest opleveren. Vijf en vijftig duizend Rotterdammers (en omstreken) kaartjes houders lieten een schamele vier duizend Amsterdamse geluk kige bezitters van een ticket in een zee van, met vlaggen en spandoeken opgesierd enthousiasme, verloren gaan. Samen gedrongen in één vak zat het grootste gedeelte van onze aan hang als zielige mussen in een gietbui, naar de wiebelende en wankelende kampioenskroon van Anderiesen en zijn makkers te kijken. De eerste twintig minuten was er nog gefundeerde hoop in de Amsterdamse harten, tot dat het tien-meter-gestolen mazzel-goaltje van Rijvers kwam. Het betekende een verleng stuk van de competitie. Dat verlengstuk hebt u natuurlijk ge zien. We hebben vanaf 1912 alle door onze club behaalde kam pioenschappen (direct of indirect) meegemaakt. Daaronder was natuurlijk ook het eerste kampioenschap van Nederland. Sparta, was toen onze concurrent. We zullen die big-match, het laaiend enthousiasme van alles wat Ajax voelde of dacht, nooit verge ten. Maar het kampioenschap, op die stralende Hemelvaartsdag in onze clubgeschiedenis bijgeschreven, is voor ons het mooiste en het onvergetelijkste, dat we mochten meemaken. Nimmer hebben we zulk een enthousiasme als het onze club betrof mogen beleven en aanschouwen. Nooit tevoren hebben we door onze spelers gescoorde doelpunten met zo'n orkaan van gejuich horen begroeten, als in die prachtige match tegen Feijenoord, dat bij het stijgen van de score steeds meer aftakelde. En als de doelman van de Rotterdammers in een iets mindere vorm had gestoken was het voor de Feijenoorders op een débacle uitgedraaid. Het werd nu slechts vijféén, wat uiteraard meer dan voldoende voor de gouden plak was. Kranten, tijdschriften enz. hebben liters inkt aan dit kampioen schap verschreven. Wim Bleijenberg, met drie doelpunten, held van de dag, werd voor de pers weer hot-news", stond met Henk Groot en Sjaak Swart op alle frontpagina's en hun namen Ajax met je prachtprestatie en je moordmentaliteit, met je prima reputatie steunend op sportiviteit. Feijenoord 'mocht naast je komen (kranig, maar jouw een'ge fout) toch heb jij dit niet genomen; zo is Ajax niet getrouwd. Jij hebt voor heel hete vuren helse vuren vaak gestaan in pak weg ZESDUIZEND UREN STRIJD in ZESTIG-JAAR-BE STA AN! Soms belaagd door eendagsmotten die wel hard hebben gewerkt maar te vaak met al hun botten; want hun kunnen was beperkt. Ieder toch die jou ontmoette wou dit als een Hector doen. Wilde Ajax laten boeten, hem, de „eeuw'ge kampioen". Hector Feijenoord versloeg je, maar jij sloeg heel hard terug. Van d i t jonge Ajaxploegje had zelfs Hector niet terug. Tegen Feij'noord, d'een na beste in het spel om titelstrijd, (H.V.V., te langen leste, is heel sterk verleden tijd) tellen, o o k bij 't landskampioenschap, punten dubbel: Ajax brouwt hiermee 't TIENDE landskampioenschap; Feijenoord er VIJF behoudt. Heerlijk is het ondertussen dat er Feijenoords bestaan. Clubs die niet zijn uit te blussen, steeds vind je ze bovenaan. Die geen brute kracht gebruiken wijl dit overbodig is. Die geen spelregels ontduiken omdat dit niet nodig is. 't Land van Soetekoekianda (RAP's spil Schroder schreef dit woord) vond zijn beste propaganda in zijn AjaxFeijenoord! En dit a 1 tot meerdere glorie van ons edel voetbalspel. Weer kraait Ajax' haan VICTORIE! 'Schoon niet schóón schor issie wèl Hemelvaarts avond 1960. B. S. LE MARCHE. (zie verder de volgende pagina)

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1960 | | pagina 3