wensen je nog vele jaren in ons midden te mogen hebben. En
last but not least wordt de belangeloze medewerking van onze
clubarts, Dr. Posthuma, zeer geapprecieerd. Wout verleen nog
vele jaren je steun aan onze vereniging; wij kunnen die niet
ontberen.
Met voorzitter Melchers naar twee voor-vergaderingen van
de sectie betaald voetbal geweest. Na deze bijeenkomsten zullen
vermoedelijk nog wel enige volgen en dan zal, naar gevreesd
moet worden, een gedeelte van het zeer goed verzorgde advies
van een daartoe destijds benoemde commissie als sneeuw voor
de zon zijn verdwenen, tengevolge van een zeer gebrekkige
samenwerking tussen de vertegenwoordigers van amateur- en
semi-prof-verenigingen. Dat andere paden zullen moeten wor
den betreden bij het bondswerk is zeker, de goede richtlijnen
daarvoor te vinden is moeilijker. Het lijkt mij dat de voorkeur
zal moeten uitgaan naar een onbeperkte volmacht voor het
sectiebestuur Betaald Voetbal. Of dit gepaard zal moeten gaan
met een wijziging in of uitbreiding van dit bestuur, laat zich
door mij niet ten volle beoordelen. Dit plan lijkt wellicht niet
democratisch, maar, naar het mij wil voorkomen, kunnen al die
vergaderingen worden gemist als kiespijn. Op de wijze, zoals nu
veranderingen tot stand moeten komen, blijft het schipperen,
met alle gevolgen van dien. De amateur-verenigingen willen
niet of kunnen niet inzien dat het uiteindelijk ook hun belang
is dat de clubs uitkomend in „Betaald Voetbal" amateuristisch
blijven denken en drijven hen moedwillig verder weg, waarbij
de vertegenwoordigers van de oude Corinthian-clubs de boven
toon voeren. Jammer.
Ten slotte wil ik nog enige woorden wijden aan de sport
redactie-heren van het bekende ochtendblad. Bij het vertrek van
Karl meende een of andere „kei" uit deze sportredactie het pu
bliek er op te moeten attenderen dat Karl „onder druk" moest
verdwijnen. Welke beweegredenen „de kei"hiertoe noopten is mij
duister, te meer omdat genoemde trainer in deze krant (ten
rechte, mijns inziens), steeds werd aangevallen om het té sterk
verdedigende spel. „Ajax was Ajax niet meer", heette het, enz.
enz. Later werd beweerd dat wij hoog spel speelden door het
verkopen van Pieters Graafland en Van der Kuil, terwijl deze
sportredactie van het schitteren van de eigen „kweek" nog niets
had bemerkt. Vergeten werd zo maar even dat Pieters Graaf
land reeds een jaar eerder werd verkocht. Wat verder werd de
hoop uitgesproken, dat al dat stomme-gedoe van de verschil
lende clubbesturen in Amsterdam er toe zou leiden dat spoor
slags het volledige profspel zou worden ingevoerd en wel op
hoog niveau met geheel voor hun taak berekende managers.
Naar vanzelf spreekt werd niet aangegeven op welke wijze een
en ander mogelijk zou zijn en werd ook niet vermeld waar al
die goede managers te vinden waren. Nog weer later volgde een
beroep aan het adres van de Nederlandsche Spoorwegen om toch
vooral extra treinen voor Amsterdammers naar Rotterdam in
te lassen, opdat de sportliefhebbers uit de hoofdstad van het
goede voetbal in Rotterdam zouden kunnen genieten. Bij Feijen-
oordAjax liepen inderdaad extra treinen, alleen de reden was
iets anders dan destijds gesuggereerd werd.
De deur werd dicht gedaan door een vraaggesprek met de
man, die Ajax de titel bezorgde. In dat artikel werden bedragen
en feiten genoemd op een wijze zo bedroevend, dat het vestigen
van de aandacht op dit „schoons" in feite zonde van de tijd is.
De enige bedoeling, die klaarblijkelijk bij deze journalist voor
zit, is: Ajax zwart te maken bij Jan Publiek. Ik zou deze
„grootvorst" van de sportjournalistiek uiteraard nauwkeurig
kunnen melden, hoe de vork in de steel zit, maar de lust daartoe
ontbreekt geheel en al. Beseft hij wel dat hij door zijn leken-
praat met de 5% van een speler speelt? Deze sportredactie
weet niets van het schitteren van eigen-kweek bij de Amster
damse clubs. Misschien mag ik hen er op attenderen dat ons
eerste elftal, met zeven uit de juniores voortgebrachte spelers
gemiddeld nog geen 23 jaar oud is. Dat de voorhoede van „het
tweede" tegen Feijenoord bij elkander 93 jaren telde met Jan
Seelen als „veteraan" (21). Ondanks alle publicaties in bedoelde
krant, de fraaie berichtgeving in de Bobo Sal-kwestie maar
buiten beschouwing latende, durf ik met de hand op mijn hart
te verklaren, dat" wij nog nimmer een speler slecht hebben be
handeld en dat Ajax, onverschillig welke persoon of personen
Ajax 5, kampioen reserve 1 e klasse K.N.V.B., afd. Amsterdam