fagTglWEltfT&UD. l^ljVERrLAGEN MELCHERS OLIFANT JENEVER Dis hor rol voor AjaelodonI Heracles 2 Ajax 2 0-3 Van „Het Vierde" Zondag 18 April 1960 De zwaarste hindernis naar het kampioenschap werd met gemak genomen en doordat de reserves van Sportclub Enschede de vriendelijkheid hadden van het zwakke Graafschap te ver liezen mag, naar alle waarschijnlijkheid worden aangenomen, dat op Tweede Paasdag de buit binnen wordt gehaald. (Is, zoals bekend, inderdaad gebeurd.) Ondanks het niet geheel volledig zijn Jan Seelen ziek en Bob Westra reserve bij het eerste werd over het algemeen genomen een goede partij voetbal gespeeld, al moet worden erkend, dat het tegenspel van Heracles beneden de maat bleef. Er werd uitstekend op de aanval gespeeld, goed geschakeld en uiteindelijk behoorlijk geschoten, in het bijzonder door Karei Vesters. De achterhoede gaf onder de bezielende leiding van Ton Pronk, vrijwel geen kansen weg, tengevolg waarvan Bertus niet kon bewijzen, dat zijn vorm niets te wensen laat. Het mid denveld was door het stuwende werk van de halfspelers en het tijdig terugkomen van de binnenspelers practisch de gehele wedstrijd in onze handen. De voorhoede slaagde er in, ondanks het meer dan slechte veld, goede aanvallen op te zetten. Tenge volge van een en ander was het reeds gauw duidelijk, dat alleen een wonder ons de beide punten zou kunnen onthoudenen dat wonder bleef gelukkig uit. De rust ging in met een voorsprong van 10 door een doel punt van Karei, die profiteerde van het feit, dat de doelverde- diger van Heracles een door Jan Fransz hard ingeschoten bal niet onder controle kon krijgen. Wim Bleijenberg tussen haakjes: uitstekend in vorm vergrootte de voorsprong door het goed nemen van een vrije trap even buiten het strafschop gebied en uiteindelijk werd de eindstand bereikt door Karei, die een hem door Wim geboden kans goed benutte. Scheidsrechter Plant, ogenschijnlijk een beetje bang voor te hard spel, floot veel, maar zonder twijfel goed. Medewerkers: H oogerman, Koning, Pronk, Vlietman, Visser, Schaaphok, Petersen, Fransz, Bleijenberg, Vesters en Keizer. St. Vandaag hadden Dukker en zijn mannen de beslissingswed strijd te spelen tegen D.W.S.-A. 3, teneinde te weten, wie zich kampioen mocht noemen. Wat je noemt een „zenuwen-wedstrijd" dus, waarbij vooraf de kansen van de blauw-zwarten iets hoger stonden genoteerd dan die van Ajax. Toen we om half twaalf op het neutrale terrein (bijveld Olympisch Stadion, Blauw-Wit) arriveerden, waren zo om en nabij honderd belangstellenden getuige van de aftrap door Loek Goudsmit, hetgeen dus betekende dat D.W.S.-A. de toss won en ons tegen de wind in liet beginnen. Een moeilijke opgave voor Ajax, voornamelijk omdat de tegenpartij het spelletje speelde van de-bal-ineens, gepaard met veel enthousiasme, terwijl in de rood-witte-voorhoede vooral (oud kwaaltje), veel te lang gewacht werd met afgeven, waar door juist het tempo werd geremd en de D.W.S.-A.-verdediging alle gelegenheid kreeg in te grijpen. Maar onze achterhoede, met Dukker als bezielende figuur en Dollee in een vorm ,,als in geen tijden" hield stand. Wel waren er benauwde momenten, moest doelman Boering eens met een bliksem-reactie zeer fraai redden, maar goed, er gebeurde nog niets. Dit was nu juist wel het geval (zoals zo vaak) aan de andere kant. Daar trapte de D.W.S.-A. goalie, na eerst geweifeld te hebben met uitlopen, over de bal heen, waardoor Goudsmit zijn elftal de leiding kon geven. Doch de vreugde was niet van zo lange duur. Bij een hoge bal zette Boering niet zijn vuist eronder maar sloeg het leder juist op het hoofd van een tegenstander en het was 11. Met deze stand kwam de rust. Wij zouden in de tweede helft weer de leiding nemen. Een fraai voor het doel gezette bal werd even mooi door Ab. Post ingekopt (21). Onze aanvalslinie speelde nu beter dan in de eerste helft, met Loek Goudsmit als de gevaarlijkste man. Toch was er nog niet voldoende „dash" aanwezig om het nu even aangeslagen D.W.S.-A. definitief op de knieën te brengen. Loman kreeg die kans welhelemaal alleen voor de keeper een heel klein tikje zou voldoende geweest zijn maar zijn „Knoert" ging er over én zijn handen grepen naar zijn hoofd. Wat een spijt! Mogelijk putte onze tegenstander hieruit moed. In ieder ge val werd een prima genomen vrije schop ons noodlottig. Wel tikte Boering de bal nog even aan, maar aan de kopbal die volg de was niets te doen (22). Dat was 20 minuten voor tijd; u ziet spanning volop. Over het doelpunt waarmede Kick Geelhuyzen ons opnieuw de leiding verschafte waren de „geleerden" het niet eens. „Bui tenspel" was het protest, maar de leiding was zeer positief en moest de D.W.S.-A.-aanval maar weer moed verzamelen om te trachten onze verdediging te verschalken. Deze was nu echter dubbel attent. Vooral de gevaarlijke centervoor der blauw zwarten werd behoorlijk afgedekt en kreeg maar zeer weinig kans. Kortom: het-zat-erin! En terwijl de Spaarndammerdijkers heftig vochten voor de gelijkmaker, zond captain Dukker, na een moeilijke situatie voor ons doel de bal met een forse trap naar voren, in de vrije ruimte, waar Loek Goudsmit er achteraan ging, de spil om speelde om tenslotte de keeper geen schijn van kans te geven. Het mooiste doelpunt van de wedstrijd. Bij deze 42 bleef het en daarmede was „de prijs" binnen. Er is door iedereen hard gewerkt; de een lukte het wat beter dan de ander, maar allen hebben zeker hun best gedaan. Daarom feliciteren wij „HET VIERDE" namens alle club genoten van harte met dit mooie gezamenlijke succes. T. M. N.V. DISTILLEERDERIJ VAN J. J. MELCHERS Wz. - SCHIEDAM 10

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1960 | | pagina 10